222 DINSDAG 2 SEPTEMBER 1919. Nu kan de nieuwe Raad van een ander gevoelen zijn en wanneer hij een voorstel aanneemt, dat Burgemeester en Wethouders een dergelijk telegram in het vervolg niet meer namens den Raad zullen sturen, dan zijn Burgemeester en Wethouders daaraan natuurlijk gebonden. Wanneer de leden dat verkiezen, kunnen zij dus te zijner tijd een voorstel met eene dergelijke strekking indienen. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1°. Dankbetuiging van H. Brienen Jr., voor zijne benoeming tot Opzichter bij het Bouw- en Woningtoezicht, in den rang van technisch-ambtenaar 3e klasse. 2°. Mededeeling van Dr. C. de Jong dat hij de benoeming tot leeraar aan het Gymnasium aanneemt. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Verzoek van Mej. J. C. S. van Venetie om eervol ont slag als onderwijzeres aan de school der 2e klasse No. 3. 2°. Idem als voren van Mej. G. D. M. van 't Haalï als onderwijzeres aan de Meisjesschool le klasse. Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wethou ders om praeadvies. 3°. Voorstel van den heer de Lange in zake wijziging van art. 2 der verordening, regelende de heffing van belastingen voor het gebruik van het Openbaar Slachthuis. De Voorzitter. Van den heer de Lange is het volgende voorstel ingekomen. »Ik heb de eer voor te stellen om in artikel 2 der veror dening regelende de heffing van belastingen voor het ge bruik van het Openbaar Slachthuis sub 111 b laatste lid in plaats van »Voor de eerste 500 varkens..." te lezen: »Voor de eerste 750 varkens" Ter toelichting diene het volgende Volgens de mededeeling der Commissie voor het slachthuis vervat in ingekomen stuk No. 240 van 1919 was de bedoe ling der daarbij voorgestelde verhooging van de slachttarieven, die inmiddels door den Raad is aangenomen, in het alge meen het geldende tarief met 50 te verhoogen. In het tarief art. 2, sub 111 b is echter voor de eerste 500 varkens slechts eene verhooging ad 33% toegepast, terwijl voor de volgende 250 varkens het slachttarief zelfs is verlaagd van f 1.80 tot f 1.20 per stuk. Deze afwijking van den norm der aangenomen verhooging is, dunkt mij, voor het onderhavige geval ongemotiveerd, en voor de gemeente met het oog op het exploitatietekort niet raadzaam. Mijn voorstel beoogt de zeer matige tariefsverhooging voor de eerste groep varkens te behouden, maar dien hoogeren prijs in plaats van over 500 stuks, over het eerste 750 tal (zooals tot heden geschiedde) toe te passen. Aanneming van mijn voorstel zal tengevolge hebben dat voor de eerste 750 varkens in deze rubriek in één jaar 300. slachtloon méér zal worden ontvangen. Leiden 29 Augustus 1919. J. de Lange. Aan den Gemeenteraad." De Voorzitter. Dames en Heeren. De heer de Lange heeft ingevolge het Reglement van orde (art. 26) een voorstel inge diend, tenminste 24 uur voordat deze vergadering plaats had. Ik wil vragen of de heer de Lange de schriftelijke toelich ting voldoende acht, of dat hij de quaestie nog even mondeling wil uiteenzetten, zoo niet, dan kan het voorstel, als het voldoende gesteund wordt, hetgeen ik hoor, dat geschiedt, een onderwerp van beraadslaging en stemming uitmaken, niet in deze, maar in een volgende vergadering, omdat art. 20 lid 2 van het Reg lement van orde zegt»een voorstel om op een vroeger besluit terug te komen mag echter nimmer worden behandeld, wanneer het niet in den oproepingsbrief is vermeld." Ik stel dus voor om dit stuk in handen van Burgemeester en Wethouders te stellen ter fine van praeadvies. Dan zal het voorstel met het praeadvies te zijner tijd op de agenda komen. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 4°. Rekening, dienst 1918, van het Heilige Geest of Arme Wees en Kinderhuis. 5°. Rekening, dienst 1918, van het College van Vrouwen- Kraammoeders. Worden gesteld in handen van de Commissie van Financiën. Aan de orde is nu II. Benoeming van vier Wethouders (vacatures: de heeren J. A. van Hamel, J. A. Bots, Mr. J. C. van der Lip en Mr. C. W. van der Pot Bzn.) De Voorzitter. Mag ik de heeren van der Lip, Sijtsma, Oostdam en Groeneveld verzoeken het stembureau te willen vormen De heer Knuttel. M. d. V. Voordat tot deze stemming wordt overgegaan, zou ik eene korte verklaring willen afleggen, namelijk waarom ik niet aan de stemming zal deelnemen. In de enkele gevallen dat mijne partij een voldoend sterke Raadsfractie vertegenwoordigt, stelt zij zich niet beschikbaar voor het Wethoudersambt, omdat zij meent dat zij geen enkele verantwoordelijkheid voor het beheer in deze kapitalistische maatschappij kan innemen; ook zelfs wanneer een Wethouder principieel nog zoo vast in zijne schoenen zou staan is dat onmogelijk, waar hij de kapitalistische wetgeving moet uit voeren en zou zijn deelnemen eenvoudig ten gevolge hebben, dat degenen, die hij vertegenwoordigt en die hem hebben gezonden om het kapitalisme te bestrijden en daarvoor het communisme in de plaats te stellen, in dienst werden gesteld tot instandhouding van de kapitalistische maatschappij. Waar dat zoo is begrijpt men het onmogelijke dat leden van onze partij andere partijen als vertrouwensmannen steunen, want wanneer wij het voor de menschen, die wij het beste vertrouwen onmogelijk achten om het Wethouderschap in te nemen, kunnen wij het nog minder wenschelijk achten, dat anderen, die niet tot onze partij behooren de verant woordelijkheid op zich nemen. Ditzelfde geldt ten deele voor de benoeming in de ver schillende commissiën. Er zou hier een weg moeten worden ingeslagen en eene grens moeten worden getrokken, die niet altijd zoo gemakkelijk zal zijn, maar het geldt wel voor de Commissiën van Bijstand, die een belangrijk aandeel hebben in het gemeentelijk beheer. Dit meende ik even te hebben moeten zeggen. De Voorzitter. Dan zou ik U willen vragen voor den goeden gang van zaken voortaan eventueel blanco te stemmen. Dat maakt hetzelfde uit en dat is voor de goede orde beter. Alsnu wordt tot stemming overgegaan en achtereenvolgens worden tot Wethouder benoemd de heeren Pera met 16 stem men, (uitgebracht waren 31 stemmen, waarvan 11 in blanco, terwijl de heeren Sijtsma, van Gruting, Huges en van Hamel ieder 1 stem kregen); Bots met 19 stemmen, (uitgebracht waren 31 stemmen, waarvan 11 van onwaarde, terwijl de heer van Gruting 1 stem verkreeg); Mr. J. C. van der Lip met 20 stemmen, (uitgebracht waren 31 stemmen, waarvan 12 van onwaarde); (1 biljet werd te veel in de bus gevonden aangezien dit op den uitslag der stemming geen invloed heeft gehad, wordt de stemming geldig verklaard), en Mr. C. W. van der Pot Bzn. met 20 stemmen, (uitgebracht waren 31 stemmen, waarvan 11 van onwaarde). De heeren Pera, Bots, van der Lip en van der Pot verkla ren zich bereid de benoeming aan te nemen, onder dankzeg ging aan den Raad voor het in hen gestelde vertrouwen. De Wethouders nemen nu de voor hen bestemde zetels in. De Voorzitter. Dames en Heeren. Zooals thans de verga dering is gezeten is dat geschied volgens art. 3 van het Reglement van Orde, dat luidt: »Voor het innemen van opengevallen plaatsen genieten zij die het langst in den Raad zitting hebben en, onder de ge lijktijdig gekozenen, de oudsten de voorkeur." Nu is er geen bezwaar tegen verschikking, wanneer dat met onderlinge overeenstemming plaats heeft; dat kan ech ter slechts éénmaal gebeuren, omdat ieder volgens het Regle ment van Orde zijn vasten zetel heelt. Wanneer men echter verschikking wenscht, verzoek ik de leden om liefst zoo spoedig mogelijk een daartoe strekkend verzoek in te dienen. Natuurlijk blijven de leden, zooals zij thans gezeten zijn, voor dien zetel een recht van voorkeur behouden, zoodat niemand gedwongen kan worden van plaats te veranderen. Dan wil ik er nog opmerkzaam op maken, dat er exempla ren van de schikking, zooals zij thans is, op de Secretarie liggen. Het is misschien gemakkelijker wanneer men die daar kan inzien. III. Benoeming van drie leden van de Commissie van Financiën en uit dezen van den Voorzitter, (vacatures: de heeren A. L. Reimeringer, H. M. Sasse en Dr. B. D. Eerdmans). Worden achtereenvolgens benoemd de heeren Huurman met 16 stemmen (uitgebracht waren 31 stemmen, waarvan een biljet van onwaarde, terwijl 10 stemmen waren uitgebracht

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 2