1 164 X. (thans VIII). Met uitzondering van letter c. zijn deze tarieven onveranderd gelaten. XI. (thans IX). Het heffen van een recht voor het gebruik van koud en warm water, anders dan bij gelegenheid van het slachten, is billijk te achten, omdat door de slagers veel water wordt gebruikt voor het broeien van koppen' en pooten (afval, dien zij een dag op het slachthuis laten, alvorens het naar elders te verzenden) en voor het schoonmaken van hunne wagens, karren enz. XII. Hoewel eenigszins gewijzigd, zijn deze tarieven niet ver hoogd. Het z.g. levend onderzoek toch komt in de praktijk heel zelden voor en de daarvoor thans verschuldigde som is al hoog genoeg. Het onderzoek van levend vee, bedoeld in de aangehaalde verordening (ziek vee), duurder te maken dan het thans is, schijnt evenmin noodig. XIII en XIV. (thans XI en XII). Het keurloon van vleesch is in overeenstemming gebracht met de verhoogde slacht- en keurrechten van de in de inrichting geslachte dierenslechts voor borst- en buikingewanden en koppen is het bestaande tarief gehandhaafd. De heffing van f 0.01 per K.G. is namelijk hoog genoeg, daar het hier afvaldeelen betreft. XV. (nieuw). Ten einde misbruik te voorkomen, is het aan bevelenswaard om, in navolging van andere slachthuizen, voor het buiten de gezette tijden toegang verleenen tot het koel huis een vergoeding in rekening te brengen. In hoeverre wijziging van de verordening op het gebruik van het Openbaar Slachthuis in verband met dit voorschrift noodig zal zijn, kan nader onder oogen worden gezien. XVI. (nieuw). Voor het gebruik van de wagenremise een kleine vergoeding te eischen, mag billijk worden geacht. XVII. (nieuw). Afkeuringsbewijzen worden thans gratis uit gereikt. Hieraan zijn evenwel bezwaren verbonden. Niet alleen toch bedragen de kosten der gedrukte formulieren veel meer dan vroeger, doch ook maken vele slagers van de geboden gelegenheid niet zelden misbruik, door voor allerlei minder waardevolle afgekeurde deelen een bewijs te vragen, dat in dit geval weer naar de prullemand verhuist. Ten einde misbruik te voorkomen en een kleine tegemoet koming in de kosten te erlangen, is het eischen van een betaling van f 0.05 niet ongewenscht. XVIII. (nieuw). Het komt voor, dat, in verband met koop vernietigende gebreken bij het slachtvee, of ook wegens andere redenen (bijv. drachtigheid), de slager verzoekt, de huid van het betrokken dier door een der keurmeesters te doen ver zegelen. Tot nog toe wordt hiervoor steeds f 0.50 per beest berekend. Het is echter beter, dit tarief in de onderwerpelijke veror dening op te nemen. Nog zij medegedeeld, dat blijkens besprekingen met een der hier ter stede bestaande vereenigingen van slagers gevoerd, de andere vereeniging achte blijkbaar een onderhoud hierom trent niet noodig mag worden aangenomen, dat de slagers tegen de voorgestelde tariefsherziening geen overwegende bezwaren hebben. Tegenover het bezwaar, dat de slagers de verhoogingen geheel op de consumenten zullen verhalen, staat, dat de on derlinge concurrentie de vleeschprijzen niet buitensporig hoog zal doen worden. Ten slotte volgt hieronder een staat, die een overzicht geeft van de slachttarieven der slachthuizen in enkele gemeenten, waarmede Leiden het beste te vergelijken is. Daaraan is tevens toegevoegd een lijst van de in deze gemeente thans geldende, alsmede van de nieuw-voorgestelde, tarieven. Hieruit blijkt, dat deze laatste niet bovenmatig hoog zijn. ƒ5.50 „5— 3 2,50 f3— „3.- Is 8 s B. Verordening tot invordering der belastingen. Aktikei. 2. Wijziging hiervan is noodig, doordien artikel 3 komt te vervallen. Art. 3. Na het bepaalde in art. 2 schijnt het niet noodig, voor te schrijven, dat het stalgeld moet worden betaald, vóór dat het vee de stallen verlaat. Eveneens kan, na de wijziging, welke is gebracht in de heffing van rechten voor het gebruik van het koelhuis, het bepaalde omtrent het betalen in vier ter mijnen worden weggelaten. Wordt een enkele maal aan een niet-slager een koelcel in gebruik gegeven, dan is het wen- schelijk, het verschuldigde bedrag bij vooruitbetaling te laten voldoen. Art. 5. Het komt voor, dat een slacht- of weegkaartje wordt afge geven, zonder dat de belanghebbende daarvan denzelfden dag gebruik maakt. Daar de controle van de administratie voor een groot deel op de afgegeven en terugontvangen kaartjes berust, geeft de tegenwoordige toestand vaak aan leiding tot moeilijkheden, welke kunnen worden ondervangen door de kaartjes in het algemeen slechts geldig te verklaren op den dag der afgifte. Echter zal het voorkomen, dat iemand, te goeder trouw, op den dag der afgifte van zijn kaartje geen gebruik heeft kunnen maken. Om alsdan den belanghebbende voor nadeel te behoeden, is bepaald, dat de Directeur op zijn verzoek den geldigheidsduur van een kaartje kan ver lengen, ten teeken waarvan het kaartje zal worden afgetee- kend en op het Slachthuis bewaard. De rechthebbende kan dit dan later, als hij er gebruik van wil maken, daar terug ontvangen. N°. 241. Leiden, 20 Augustus 1919. Tegen de in Uwe Vergadering van 3 April j.l. vastgestelde nieuwe salarisregeling voor de docenten aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens en het Gymnasium alhier zijn bij den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen verschillende bezwaren gerezen. Het zonderlinge feit deed zich daarbij echter voor, dat geheel gelijkluidende bepalingen ten opzichte van de eene verordening bezwaar bij den Minister ontmoetten, doch bij de andere verordening tot geene opmer kingen aanleiding gaven. Een en ander maakie herhaalde correspondentie met den Minister en mondelinge besprekingen met zijne adviseurs noodig, zoodat het ons eerst thans mogelijk is U advies uit te brengen over de door den Minister tegen de nieuwe regeling geopperde bedenkingen. Het hoofdbezwaar betreft het niet slaafs opvolgen van de salarisregeling, die voor de leeraren der Rijks Hoogere Bur gerscholen bij Koninklijk Besluit is vastgesteld. Ofschoon ons College het betreurt, dat aan de gemeente niet de minste vrijheid van beweging meer wordt gelaten om met plaatselijke omstandigheden rekening te houden, meenen wij toch te moeten voorstellen U in deze neer te leggen bij de wenschen van den Minister. Deze is toch niet genegen aan eenigszins afwijkende regelingen zijne goedkeuring te hechten en heeft dit standpunt ook ten opzichte van andere gemeenten, die voor hare Hoogere Burgerscholen subsidie genieten, ingenomen. In de tweede plaats wil de Minister, dat het aantal lesuren, dat een leeraar buiten zijne toestemming ten hoogste kan worden opgedragen, niet meer bedraagt dan 28 per week, terwijl dezerzijds een maximum van 30 uren per week was voorgeschreven. Het komt ons voor, dat tegen deze wijziging geen bezwaar behoeft te worden gemaakt. Ten opzichte van de lesuren in de gymnastiek kan het maximum-aantal uren ook volgens den Minister op 30 per week blijven bepaald. De derde opmerking betreft den datum van in werking treding van de nieuwe regeling voor de leeraren in de gym nastiek. Zooals wij U reeds vroeger uiteenzetten, behoort een algeheele herziening van de verordening, regelende de salari- eering van de leeraren en leeraressen in de gymnastiek bij de verschillende inrichtingen van onderwijs aan de in werking treding van de salarisregeling voor de leeraren in de gymnastiek aan de Hoogere Burgerschool en het Gym nasium vooraf te gaan. Om dit den Minister duidelijk te maken moesten een uitvoerige correspondentie met den Minister en herhaalde bespreking met zijn adviseurs plaatshebben. En toen eindelijk overeenstemming was verkregen, was inmiddels ook de zooeven bedoelde algeheele herziening in een dusdanig stadium van voorbereiding gekomen, dat gelijktijdige aan de orde stelling mogelijk was. Wij zullen deze kwestie dus hier t Diersoort. Alkmaar. Haarlem. 's-Gra- venhage. Nij megen. Leiden (thans). Leiden (nieuw). Rund Paard f 4.25] ,4.25 Pi W-H ƒ3.75 „3.75 O i P- „3.-1 O pi ƒ5.50 5 50 Graskalf. Yetkalf Nuchterkalf „2.50 „0.45 O „3.20 „0.75 f^P C gq'^p B® O* <1 a O tl „1.80 „0.50 3 CO O* '•o O „1.50 „0.50 -O O 1.50 „1.75 „0.40 „3.20 „0.75 E? p 5* >P (M Sohaap „1— P* O O „1.15 CJQ P Qj „0.80 lp" O O ,0.50 a f O O TP Pi „0.80 „1.50 p Varken „2.50 Pi „2.65 „3.20 „1.80 pi „x— „1.50 „1.80 „3.20

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 8