144 van de beperking van den vrijen Zaterdagmiddag is gezegd ten aanzien van de werklieden, geldt ook voor de ambte naren. Bij eenige takken van dienst, zooals de Gemeentelijke Bank van Leening, zal des Zaterdagsmiddags nimmer vrij kunnen gegeven worden; de ambtenaren daarbij werkzaam, zullen bij toerbeurt een anderen middag in de week vrij krijgen. Het is U bekend, dat van de administratieve ambtenaren reeds nu vrijwel allen minder dan 8 uur daags arbeiden; wij zouden er 'bij deze gelegenheid echter nog eens den nadruk op willen leggen, dat het Hoofd van den betrelïenden diensttak ten allen tijde bevoegd is, om, wanneer de dienst dit zijns inziens vordert, hen langer dan den gewonen werk tijd te laten arbeiden, zonder dat dit door betrokkenen voor overwerk mag aangezien worden. Wij stellen U verder voor ons College te machtigen, om als maximum een tienurigen arbeidsdag en 55-urige arbeidsweek voor te schrijven voor al die ambtenaren, wier werkzaamheden geheel ot gedeeltelijk uit wacht- en waak diensten bestaan of daarmede ten aanzien van de gevorderde inspanning zijn gelijk te stellen (bijv. de apothekers-assistenten, de portiers, de concierge's, de taleljuffrouw) en eene bijzondere regeling te treffen ten aanzien van hen, wier werkzaamheden naar haren aard geen scherpe begrenzing door maximum arbeidstijd en vrijen middag toelaten, zooals de keurmeesters, de dienstboden en het keukenpersoneel. Voor de brugwachters, de havenrechercheurs en het verplegend personeel zal onzes inziens óók als maximum een tienurige arbeidsdag en 55 urige arbeidsweek dienen te worden vastgelegd. Daar wij voorzien, dat ook de verordening, regelende den rechtstoestand van de ambtenaren te zijner tijd wel zal moeten worden herzien, geven wij U in overweging om, evenals door ons ten aanzien van het Werkliedenreglement werd aanbe volen, met afwijking van die verordening te bepalen, zooals aan het slot van dit praeadvies zal worden aangegeven. Het ligt in onze bedoeling, dat deze nieuwe regeling van den arbeidsduur in het algemeen zoodra mogelijk na Uwe beslissing in werking treedt. Eenig voorbehoud zal echter al dadelijk moeten worden gemaakt, voorzoover die functie's betreft, waarvoor nieuw personeel zal moeten worden aange steld, dat eene vooropleiding behoeft. Het is daarom noodig te bepalen, dat de nieuwe regeling in werking zal treden, zoodra en naar mate dit door ons College in overleg met de Hoofden van takken van dienst zal worden bepaald, doch uiterlijk op 1 Januari 1920. De jaarlijksche kosten, die uit deze nieuwe regeling zullen voortvloeien, bedragen, gespecificeerd naar de verschillende takken van dienst, doch globaal geraamd: Voor de Stedelijke Fabrieken van Gas en Elec- triciteit-50.000.- Voor Gemeentewerken20.000.- Voor den Markt- en Havendienst5.000.— Voor Gemeentereiniging3.200. Voor de Gestichten »Endegeest", »Voorgeest" en »Rhijngeest"2.150.— Voor Gemeentereiniging zal bovendien eene som ineens van f 5250.benoodigd zijn voor aanschaffing van boxen in den paardenstal en van materialen. Voor het Openbaar Slachthuis kunnen wij de kosten zelfs nog niet bij benadering opgeven, aangezien er nog een nader onderzoek zal moeten worden ingesteld naar de vraag, of voor dezen tak van dienst de achturige arbeidsdag mogelijk moet worden gemaakt door invoering van een ploegenstelsel, dan wel door pene aanzienlijke inkrimping van den tijd, gedurende welken de inrichting voor belanghebbenden is opengesteld; beide oplossingen bieden eigenaardige moeilijk heden, die een grondige bestudeering van dit vraagstuk noodzakelijk maken. Indien met eene inkrimping van den tijd van openstelling kan worden volstaan, zullen de kosten vermoedelijk niet meer dan f 5000.bedragen. Wij ver trouwen U binnenkort de resultaten van ons onderzoek te kunnen mededeelen en U- dienaangaande een voorstel te kunnen doen. De Burgemeester neemt zich voor ook voor de politie een verkorten arbeidsdag in te voeren. Voor dezen tak van dienst zal een 8| urige arbeidsdag worden ingesteld; het halve uur zal dan dienen voor het appèl houden. Met de invoering van deze regeling zal echter uit den aard der zaak eenige tijd gemoeid zijn. De kosten daarvan zullen ongeveer f 60.000. bedragen. In totaal zal de invoering van den verkorten arbeidsdag de gemeentekas dus, behoudens eventueele invoering van het ploegenstelsel bij het Openbaar Slachthuis, jaarlijks op ruim f 145000,komen te .staan. Op grond van het bovenstaande geven wij U in overweging A. met alwijking van de desbetreffende bepalingen van het Werkliedenreglement, te bepalen, dat: a. de gewone arbeidsduur van de werklieden in dienst der gemeente Leiden niet meer dan 8 uur per dag en 45 uur per week bedraagt; b. de arbeidsduur voor de werklieden, die in afwisselenden dag- en nachtdienst werkzaam zijn, per week gemiddeld niet meer dan 45 uur bedraagt, berekend over een tijdvak, waarin eene volledige periode van het ploegenstelsel is vervuld; c. Burgemeester en Wethouders bevoegd zijn, om den arbeidsduur voor werkzaamheden, die geheel of gedeeltelijk uit wacht- en waakdiensten bestaan, of daarmede ten aan zien van de gevorderde lichaamsinspanning zijn gelijk te stellen, en voor werkzaamheden, die in het gereedmaken van werklokalen, werktuigen en toestellen vóór den aanvang van den bedrijfsarbeid of in verzorgen daarvan na afloop van dien arbeid bestaan, vast te stellen op ten hoogste 10 uur per dag en 55 uur per week; d. dat den werklieden, indien zij buiten den normalen maximum-werktijd arbeid verrichten, daarvoor wordt toe gekend: voor het eerste en tweede uur het uurloon, voor het derde en vierde uur 10 en xvoor verdere uren 30 boven het uurloon e. dat de Hoofden van takken van dienst niet langer de bevoegdheid hebben, om aan de werklieden vergunning te verleenen loonarbeid voor anderen te verrichten gedurende den tijd, dat de gemeente hunne diensten niet behoeft en bestaande vergunningen moeten intrekken. B. met afwijking van de desbetreffende bepalingen van de verordening, regelende den rechtstoestand van de ambte naren der gemeente Leiden, te bepalen, dat: a de gewone arbeidsduur van de ambtenaren niet meer dan 8 uur per dag en 45 uur per week bedraagt; b. Burgemeester en Wethouders bevoegd zijn, om den arbeidsduur voor werkzaamheden, die geheel of gedeeltelijk uit wacht- en waakdiensten bestaan, of daarmede ten aan zien van de gevorderde inspanning zijn gelijk te stellen, vast te stellen op ten hoogste 10 uur per dag en 55 uur per week en eene bijzondere regeling te treffen ten aanzien van hen, wier werkzaamheden geen scherpe begrenzing van den arbeidstijd toelaten. C. te bepalen, dat de arbeidsduur voor de brugwachters, de havenrechercheurs en het verplegend personeel niet meer dan 10 uur per dag en 55 uur per week bedraagt. D. te bepalen, dat deze nieuwe regeling van den arbeids duur in werking treedt, zoodra en naar mate dit door Bur gemeester en Wethouders in overleg met de Hoofden van takken van dienst wordt bepaald, doch uiterlijk op 1 Januari 1920; E. vast te stellen de navolgende verordening: VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van 81 Januari 1918 (Gemeenteblad no. 3), laatstelijk gewijzigd bij verordening van 1 Mei 1919 (Gemeente blad no. 15). Eenig artikel. Staat A., bedoeld in art. 2 van bovengenoemde verorde ning, woedt in dezer voege gewijzigd, dat: a. in het hoofd van kolom 1 in plaats van »(3337 cent per uur)" wordt gelezen: »(444973 cent per uur)" en in plaats van »(1 cent per uur)": »(17s cent per uur)". b. in het hoofd van kolom 2 in plaats van »(34—38 cent per uur)" wordt gelezen: »(45V3—502/3 cent per uur)" en in plaats van »(1 cent per uur)": »(lYs cent per uur)". c. in het hoofd van kolom 3 in plaats van »(3541 cent per uur)" wordt gelezen: »(462/3542A cent per uur)" en in plaats van »(l1/a cent per uur)": »(2 cent per uur)". d. in het hoofd van kolom 4 in plaats van »(37 —43 cent per uur)" wordt gelezen: »(497s—5773 cent per uur)" en in plaats van »(172 cent per uur)": »(2 cent per uur)". e. in het hoofd van kolom 5 in plaats van »(40—46 cent per uur)" wordt gelezen: »(537361 73 cent per uur)" en in plaats van »(17» cent per uur)": »(2 cent per uur)". f. daaraan eene noot wordt toegevoegd van den vol genden inhoud: »Bij de eindafrekening van loonen wordt een bedrag kleiner dan een halve cent verwaarloosd en een be drag boven een halven cent als een héele cent gerekend." Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 2