155 1400167.39» Transport b. voor den bouw van een 30 tal arbeiders woningen aan het aan te leggen Volkspark en voor den aankoop van den daarvoor benoodigden grond (Van het voorschot groot 173600.is in 1918 24900.— uitgegeven.) 20°. Volgn. 272. Kosten van den aanleg van een volkspark op een terrein benoorden de Decima- straat en de Medusastraat (Op dit artikel is nog niets uitgegeven.). Verder stellen wij L1 voor het nadeelig slot der buitengewone ontvangsten en uitgaven van het dienstjaar 1918, blijkens de rekening be dragende ƒ594877.205, over te brengen ten laste van den dienst 19191 Het ten laste van de buitengewone Uitgaven komende bedrag is derhalve2192987.10 148700.— 43242.50 594877.20® Tegenover de sub 18 vermelde posten ten bedrage van 12530.08 kunnen de gewone ont vangsten van 1919 worden verhoogd met:. 1°. de nog van het Rijk te ontvangen huur over 1918 van het land in den Pesthuispolder bij de Rijkswerkinrichting 2°. eene som van 65136.29, zijnde betover 1918 te verhalen gebleven bedrag aan Hoofde- lijken Omslag 3®. de van het Rijk en de Provincie te ont vangen subsidiën over 1918 in de kosten van ver pleging van arme krankzinnigen. 4°. een nog van het Rijk te ontvangen bedrag van 3393.02 wegens uitbetaalde wedde-ver- hooging aan onderwijzers bij het openbaar lager onderwijs, krachtens de wet van 23 Februari 1918, Stbl. No. 147 5°. eene som van 23597.14®, zijnde het restant van het aan het Rijk gedeclareerde, doch vóór het -afsluiten van den dienst nog niet ontvangen bedrag voor de ingebruikneming van verschil lende gemeente-gebouwen voor de huisvesting van militairen 6°. eene som van ƒ2500.zijnde de nog te ont vangen bijdrage van het Koninklijk Nationaal Steuncomité in het nadeelig saldo der exploitatie van de Centrale Keuken over het 2e halfjaar 1918 7°. een nog van de Woningbouwvereeniging «Eensgezindheid" te ontvangen bedrag van ƒ24856.60 voor den aanleg van straten ten be hoeve van den bouw van hare woningen aan den Zijlsinge! 8°. een bedrag van 40000.dat nog te ontvangen is in verband met den ombouw van het koelhuis van het Openbaar Slachthuis in eene vriesinricbting 9°. een nog te ontvangen bedrag van 10000. ter zake van de varkensmesterij -10°. eene som van 23025.22, zijnde nog na te vorderen plaatselijke directe belasting over het jaar 1917 11°. een bedrag van 478793.54®, zijnde het ongedekt gebleven gedeelte van de z.g. crisis uitgaven Aangezien het van het Rijk te ontvangen aandeel der gemeente Leiden in de opbrengst van de Oorlogswinstbelasting over 1917 en 1918 nog niet bekend is, kon geen beslissing worden genomen omtrent de dekking van de ten laste van de gemeente blijvende crisisuitgaven en werden deze voorloopig uit de gewone inkomsten der gemeente bestreden. Het blijkt nu, dat de crisisüitgaven over 1918 478793.54® hebben bedragen, welk bedrag wij U voorstellen, in af wachting van Uwe beslissing omtrent de wijze, waarop deze uitgaven zullen worden gedekt, voorloopig op het dienstjaar 1919 over te brengen. Deze overbrenging kan geschieden door ver hooging van volgn. 60. «Bijzondere voorziening in de kosten voortvloeiende uit de buitengewone tijdsomstandigheden"* Te zamen 417.50 65136.29 36022.58® 3393.02 23597.14® 2500.— 24856.60 40000.— 10000.— 23025.22 478793.54® 707741.90® Tegenover de posten ten bedrage van 2192987.10, welke ten laste van de buiten gewone uitgaven van 1919 komen, kunnen de buitengewone ontvangsten van dat jaar worden verhoogd met: 1°. een bedrag van 609./7, wegens nog van het Rijk te ontvangen voorschot ten behoeve van de woningbouwvereeniging «Eensgezindheid" 609.77 2°. de door de Stedelijke Fabrieken van Gas- en Electriciteit aan de gemeente terug te betalen koopsom van perceel Langegracht No. 1522924.75 (Zie het bij sub 13 der uitgaven meegedeelde). 3°. een bedrag van 382261.48® wegens nog van het Rijk te ontvangen voorschot ten behoeve van de woningbouwvereeniging «üns Belang". 382261.48* 4°. wegens nog van het Rijk te ontvangen voorschot ten behoeve van de Vereeniging tot bevordering van den bouw van werkmans woningen a. voor den bouw van een 147-tal arbeiders woningen en 2 pakhuizen op het z.g. Kooiterrein,» b. voor den bouw van een 30-tal arbeiders woningen aan het aan te leggen Volkspark. 5°. een bedrag van 48500.wegens van het Rijk te ontvangen voorschot voor den aanleg van een volkspark op een terrein benoorden de Decimastraat en de Medusaslraat Te zamen 896614.35. Voor zoover deze ont vangsten niet voldoende zijn om de onder «buitengewoon" over te brengen uitgaven 2192987.10) te dekken, zal de post «Geld- leening ter voorziening in de kosten van buiten gewone werken" moeten worden verhoogd. Eene dergelijke verhooging is, zooals U bekend is, slechts eene administratieve begrootings- regeling. liet bedrag toch van 1296372.75 is reeds begrepen in de krachtens raadsbesluit van den 19en April j.l. aangegane geldleening van 2500000.—, waarvan de opbrengst geheel op het dienstjaar 1919 is geboekt. Deze verhooging bedraagt1296372.75 313618.34® 148700.— 48500.— ƒ2192987.10 Blijkens het bovenstaande moet, bij de beoordeeling van de eindcijfers der rekening over 1918 worden in acht ge nomen, dat het nadeelig kassaldo der gewone middelen ten bedrage van ƒ711024.56* moet worden verhoogd met 12530.08 voor bij het sluiten van den dienst 1918 onbetaald gebleven vor deringen, doch daarentegen met ƒ228948.364-ƒ478793.54® d.i. met ƒ707741.90® moet worden verlaagd in verband met nog te ontvangen gelden. Hieruit volgt, dat de gewone dienst van 1918 een nadeelig exploitatiesaldo van ƒ723554.64® (ƒ711024.56* 4-12530.08) 707741.90® 15812.74 heeft opgeleverd. Aangezien het bedrag van ƒ228948.36 op den dienst 1919 iu ontvangst moet worden geboekt en het te verwachten is dat de dekking van het bedrag van ƒ478793.54® op de be grooting van 1919 zal worden geregeld, kan het verschil tus- schen de nog te ontvangen gelden (ƒ228948.36 -j- 478793.54® 707741.90*) en de nog uit te geven som ad ƒ12530.08, dus ƒ695211.82®, worden bestemd tot gedeeltelijke dekking van het nadeelig saldo van de gewone ontvangsten en uitga ven van den dienst 1918 ad 711024.56®, waardoor het dienst jaar 1920 slechts met het verschil of ƒ15812.74 zal behoeven te worden belast. Indien toch de ontvangsten en uitgaven, die thans op het dienstjaar 1919 worden overgebracht, nog op den dienst 1918 geboekt hadden kunnen worden, zou ook meergenoemd nadeelig kassaldo, thans ƒ711024.56* bedra gende, ƒ695211.82* lager zijn geweest. Wij geven U alsnu in overweging te besluiten tot vast stelling van den hier overgelegden suppletoiren begrootings- staat, model C, dienst 1919, en van den mede hierbij ge- voegden staat model A, strekkende tot betaling van de be dragen sub 18, tot een gezamenlijk bedrag van ƒ12530.08 uit den post voor Onvoorziene Uitgaven van 1919, met welk bedrag deze post, blijkens den staat model C, eerst wordt verhoogd. Aan den Gemeenteraad, Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 13