werkkrachten voordoen met betrekking tot de dienst- en arbeidsvoorwaarden, de laatsten beter rekening leeren houden met de eischen van den dienst, vooral ook met de wenschen van andere vakvereenigingen, die over het algemeen lang niet altijd parallel loopen, hetgeen de moeilijkheid, om tusschen de verschillende categorieën van ambtenaren en werklieden billijke verhoudingen in acht te blijven nemen, vaak niet weinig verzwaart. Wij hebb'én genoeg vertrouwen in den tact van de Hooiden der verschillende diensttakken en het gezond verstand der organisatie's, om reeds thans als onze verwachting uit te spreken, dat de regeling, die wij U nu voorstellen, evenals elders, aan gemeente en personeel beide, ten goede zal kunnen komen. De onderwerpen, die bij het georganiseerd overleg ter sprake zullen komen, betreffen öf alle ambtenaren en werklieden, of slechts het personeel, tot een bepaalden tak van dienst be- hoorend. Tot de eerste behooren: salaris- en loonregelingen, wijziging van de verordening, regelende den rechtstoestand der ambtenaren of van het werkliedenreglement en dergelijke; tot de in de tweede plaats genoemde: regeling van den dienst rooster, verstrekking van dienstkleeding en dergelijke. Met het oog op deze twee rubrieken van onderwerpen meenen wij, dat erj zóoals in andere plaatsen ook is geschied, twee soorten commissie's ingesteld moeten worden; eene al- gemeene ambtenaren-commissie en eene algemeene werklieden- commissie en voorts, bij eiken van de daarvoor in aanmerking komende takken van dienst, eene dienstcommissie, respectievelijk van ambtenaren en van werklieden. De groepen, tusschen welke het overleg geschieden moet, behooren in die commissie's vertegenwoordigd te zijn. Zoo zal in de beide algemeene commissie's vooreerst een lid van ons College zitting hebben, dat tevens als Voorzitter fungeert. Voor de werkzaamheden, het secretariaat betreffend, zal een ambtenaar van de Secretarie worden aangewezen. Dan zullen in de commissie zitting hebben die Hoofden van takken van dienst, die daartoe door den Voorzitter zullen worden uitge- noodigd; uit den aard der zaak zullen dat in den regel de Hoofden van die diensttakken zijn, waar het meeste personeel (ambtenaren of werklieden) in dienst is, en die het belang rijkst zijn, maar indien er onderwerpen behandeld mochten worden, die meer in het bijzonder een anderen diensttak betreffen, zal ook het Hoofd daarvan eene uitnoodiging ont vangen. Behalve bovengenoemden zullen dan in de algemeene com missie's afgevaardigden van de vakvereenigingen van de ambtenaren, respectievelijk van de werklieden, worden op genomen. Wij hebben ons voorgesteld alleen die vakvereenigingen tot het zenden van vertegenwoordigers toe te laten, die Koninklijk goedgekeurd zijn of afdeelingen vormen van Koninklijk goedgekeurde landelijke vakvereenigingen; ter beoordeeling van de vraag, of de vakvereenigingen, die tot het georganiseerd overleg wenschen toe te treden, wel bona fide vereenigingen zijn, komt ons dit een neutrale maat staf voor. Als zoodanig komen thans in aanmerking: Voor de ambtenaren: A. de Vereeniging van ambtenaren in dienst der gemeente Leiden, atdeeling van het Nationaal Verbond van Gemeente ambtenaren in Nederland; B. de afdeeling Leiden van den Centralen Ned. Ambtenaarsbond C. de afdeeling Leiden van den Algem. Ned. Christelijken Ambtenaarsbond D. de afdeeling Leiden van de Algem. Ned. R. Kath. Amb- tenaarsvereeniging E de afdeeling Leiden van den Ned. Bond van Gemeente ambtenaren. Voor de werklieden: A. de afdeeling Leiden van den Ned. Bond van werklieden in openbare diensten en bedrijven; B. de afdeeling Leiden van den Ned. Chr. Bond van personeel in publieken dienst; C. de afdeeling Leiden (»St. Antonius van Padua") van den Ned. R. Kath. Bond van personeel in dienst van openbare lichamen en bedrijven „St. Paulus"; D. de Gemeentelijke Werkliedenvereeniging „Recht en Plicht". Elk van deze vakvereenigingen zal, mits zij tenminste 25 leden telt, die in vasten of tijdelijken dienst der gemeente Leiden zijn en die tenminste over twee takken van dienst ver spreid zijn, het recht krijgen twee afgevaardigden aan te wijzen, die voor één jaar zullen zitting nemen; bovendien wordt er voor eiken afgevaardigde gelijktijdig een plaatsvervanger aan gewezen. Leden eener vereeniging, die tevens lid zijn van eene andere vereeniging met gelijk doel, worden ter bepaling van het aantal leden slechts voor één dier vereenigingen geteld en wel voor die, welke zij zelve aanwijzen. Ten aanzien van de keuze der afgevaardigden zal worden bepaald, dat de vakvereenigingen worden vertegenwoordigd door hare bestuurders of hoofdbestuurders of door ambtenaren of werklieden in vasten dienst der gemeente Leiden. Als vertegenwoordigers zullen niet worden toegelaten be stuurders of hoofdbestuurders, die niet eervol uit eenige open bare betrekking zijn ontslagen. Dienstcommissie's van werklieden zullen door ons worden opgericht voor die takken van dienst, waaronder een genoeg zaam aantal werklieden ressorteert, als bijv., de Lichtfabrieken, de Gestichten «Endegeest", »Voorgeest" en »Rhijngeest", Ge meentewerken enz. en wanneer tenminste twee vakvereeni gingen, in de commissie vertegenwoordigd kunnen zijn. Indien dit noodig mocht blijken, zullen wij voor één tak van dienst meerdere commissie's instellen of voor twee of meer takken van dienst te zamen één commissie. In die commissie's zullen de Hoofden der betrokken dienst takken het voorzitterschap bekleeden; een secretaris- wordt door ons aan die commissie's toegevoegd. r, Voorts zullen dezelfde vakvereenigingen, die ook afgevaar digden naar de algemeene commissie zenden, één vertegen woordiger in de dienstcommissie mogen aanwijzen, maar zij moeten tenminste 5 leden tellen, die in vasten of tijdelijken dienst bij den betrokken diensttak werkzaam zijn. Deze 5 leden mogen niet tevens lid van eene andere vereeniging zijn, die aanspraak op vertegenwoordiging maakt. Behalve deze vereenigingen zullen ook categorievereenigingen, zooals de afdeeling Leiden van den Alg. Ned. Straatmakersbond, indien zij overigens aan dezelfde vereischten voldoen, één vertegen woordiger in de betrokken dienstcommissie mogen aanwijzen. Afgevaardigden kunnen slechts zijn: werklieden in vasten dienst der gemeente Leiden en bij den betrokken diensttak werkzaam. Waar de behoefte daaraan blijkt te bestaan, kan ook tot het vormen van eene dienstcommissie van ambtenaren wor den overgegaan, hetzij dan weer voor één tak van dienst, een onderdeel daarvan, of eene combinatie van takken van dienst. In dat geval zullen ook weer de vakvereenigingen, die tot het zenden van afgevaardigden naar de algemeene commissie gferechtigd zijn, één vertegenwoordiger mogen zenden, mits zij tenminste 5 leden tellen, in vasten dienst bij den betrokken diensttak werkzaam. Deze 5 leden mogen weer niet tevens lid zin van eene andere vereeniging, die aanspraak op vertegenwoordiging maakt. Behalve deze ver eenigingen zullen ook categorievereenigingen, zooals de Bond van Technici en de Bond 'van R. Kath. Ziekenverpleegsters, indien zij overigens aan dezelfde vereischten voldoen, één vertegenwoordiger in de betrokken dienstcommissie mogen aanwijzen. Ook deze commissie's zullen echter slechts dan worden ingesteld, indien er tenminste twee vakvereenigingen in de commissie vertegenwoordigd kunnen zijn. De afgevaardigden moeten weer ambtenaar in vasten dienst der gemeente Leiden zijn, bij den betrokken diensttak werkzaam. Zooals ook elders het geval is, zullen er voor de politie en het onderwijzend personeel uit den aard der zaak geen dienst commissies worden opgericht. Mocht ons op een gegeven oogenblik blijken, dat met een vertegenwoordiger om een of andere dringende reden niet wel kan worden samengewerkt, dan behouden wij ons de bevoegdheid voor, om diens vervanging te vorderen. De ongeorganiseerden, die nog een aanzienlijk percentage van het geheele personeel vormen, bij de Gestichten alleen reeds 47 bij de Lichtfabrieken gemiddeld 25 zullen eveneens in staat worden gesteld, om hun stem te doen hoo- ren. Wel zullen zij geen vertegenwoordiging erlangen in de algemeene en in de dienstcommissie's, maar in alle zaken van gewicht, zooals eventueele wijzigingen van loon- en salaris regeling, zullen wij hen, bijv. door ter visielegging van de voorstellen, gelegenheid geven hun gevoelen te uiten. Het geldt hier immers' niet alleen het belang van betrokkenen, waarmede reeds met het oog op hun aantal rekening moet worden gehouden, maar vooral ook het algemeen belang, dat de ruimst mogelijke voorlichting eischt. Ten slotte nog deze opmerking. Het geheele instituut van het georganiseerd overleg gaat uit van de gedachte, dat de vertegenwoordigers slechts «ad viezen" uitbrengen, welke Burgemeester en Wethouders nooit kunnen ontlasten van hun verantwoordelijkheid tegenover den Raad, noch de Hoofden der takken van dienst van hun ver antwoordelijkheid tegenover ons College. Met het oog hierop werd aan de vakvereenigingen geen evenredige vertegenwoordiging in de commissie's gegeven, hetgeen dan ook bijna nergens voorkomt. Daarvoor toch zou slechts dan wat te zeggen zijn, indien de commissie's «be slissingen" namen; nu dit niet het geval is, zou eene even-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 7