120 eischte eene uitgave van ƒ290.—het maken van inktkokerklossen in200schoolbanken van genoemde school kostte ƒ120.terwijl de herstelling van rookleidingen in de ll.oogere Burgerschool voor Meisjes eene onvoorziene uitgave van 1^0. tengevolge had. Voorts bedroegen de aannemings sommen voor witwerken, het wasschen der glazen en het onderhoud van kleeden en gordijnen 416. meer dan geraamd was, terwijl overigens de stijging van den prijs der bouwmaterialen en de hoogere arbeidsloonen in de overschrijding van het artikel een belangrijk aandeel hebben gehad. e. Verdere uitgaven462.24 Het voor plaatsing van advertenties beschikbaar gestelde bedrag van 75.moest met ƒ276.38 worden overschreden in verband met de oproeping van sollicitanten naar vacatures aan beide scholen. Bovendien moest tengevolge van de hooge prijzen der materialen het voor schoonhouden van de Hoogere Burgerschool voor Jongens uitgetrokken bedrag met ƒ111.31, dat voorde Hoogere Burger school voor Meisjes toegestaan bedrag met 74.55 worden overschreden. Eene aanvulling van het artikel met ƒ462.24 wordt dientengevolge vereischt. Volgn. 167. Kosten voor het Gymnasium. a. Jaarwedden der leeraren en onderwijzers 317.63 üp dit artikel moest een bedrag van 42703.63 worden betaald; een bedrag van 42386.was uitgetrokken. Het Rijksubsidie overtreft de raming met 1088.(zie volgn. 42). b. Kosten van schoolboeken en schoolbehoeften 223.36® De uitgaven, geraamd op 690.bedragen 913.36®. c. Vuur en licht in de scholen 957.07® De uitgaven bedragen 1657.07®; een bedrag van 700.was uitgetrokken. d. Onderhoud van gebouwen, meubelen, enz. 890.98 Deze overschrijding is in hoofdzaak een gevolg van de hoogere aannemingssom voor het verrich ten van verlwerken in het Gymnasium en de vernieuwing van rookleidingen in de schoollokalen nis. 5 en 13. Volgn. 169. Kosten der bewaarscholen. 569.17 De kosten van verlichting en verwarming, ge raamd op 1100.bedragen 2266.30, die van onderhoud der gebouwen en van het meubilair, geraamd op 3764. 3999.66. Tengevolge van eenige overschotten op andere onderdeelen van den post kan met eene verhoo ging ten bedrage van 569.17 worden volstaan. Volgn. 172. Kosten van de buitengewone school voor lager onderwijs677.60 De kosten van verlichting en verwarming ge raamd op 375.— bedragen 805.31, die van aanschaffing van leermiddelen,geraamd op 275.—, 522.90®. Eene aanvulling van het artikel met 677.60 is evenwel voldoende in verband met overschotten uit anderen hoofde. Volgn. '180. Kosten van het onderwijs aan spraakgebrekkigen95.41 Dit onderwijs, dat aanvankelijk werd gegeven in een der lokalen van de Kweekschool voor Onder wijzers en Onderwijzeressen wordt thans gegeven in het inentingslokaai in het Elizabethshof. Voor verwarming en het schoonhouden van dit lokaal werd respectievelijk 36.75 en 16.75 uitgegeven. Bovendien werd tot berging der leermiddelen eene boekenkast voor 38.aangeschaft, terwijl het voor leermiddelen toegestane bedrag met 3.91 werd overschreden. De uitgaven bedragen ƒ2173.41 een bedrag 2078.was uitgetrokken. Volgn. 185 Kosten van de gemeente-apotheek. a. Onderhoud van de gebouwen45.32 De post vereischt eene uitgaaf van ƒ492.32; de raming bedroeg 447. c. Geneesmiddelen en verdere uitgaven 4597.21® De kosten van aanschaffing van geneesmiddelen, verbandstolfen enz., geraamd op ƒ9130.bedragen ƒ12959.75®. die van verstrekking van breukbanden, beugels e. d. geraamd op 1250.ƒ1758.25 en die van verwarming en verlichting, geraamd op ƒ300.ƒ559.21. Het geheele artikel moet dus met 3829.755 -f ƒ508.25 -f ƒ259.21 4597.21 worden verhoogd. (Zie de verhooging van volgn. 53 «Ontvangsten wegens de gemeente-apotheek" met ƒ902.05®). Volgn. 187. Kosten van overbrenging, plaatsing en verpleging van arme krankzinnigen De uitgaven op dit artikel bedragen 105807.81® zij waren geraamd op ƒ78000.—. In den loop van 1918 zijn de verpleeggelden voor het krankzinnigen gesticht «Endegeesten voor andere inrichtingen, waarin krankzinnigen voor rekening der gemeente Leiden worden verpleegd, wederom belangrijk verhoogd. (Zie evenwel de verhooging van volgn. 43 der Ontvangsten «Subsidiën van het Rijk en de Pro vincie in de kosten van verpleging van arme krankzinnigen'' met ƒ10743.37®). Volgn. 188. Aandeel van het Rijk en de Provincie in de bijdragen van particulieren <n de verplegingskosten van arme krankzinnigen De uitkeering aan het Rijk en de Provincie van het evenredig aandeel in de bijdragen van particulieren zal 100.— meer bedragen dan bij de begrooting geraamd was. Volgn. 189. Onderstand aan behoeftigen Ter ondersteuning van behoeftigen voor ver strekking van huisvesting, voeding en kleeding aan verlaten kinderen is over het tijdvak van 1 Januaiiultimo September 1918 een bedrag van 15200.— uitgegeven en over het tijdvak van 1 October—31 December 1918 10329.49®, terwijl de kosten van verpleging van behoeftige personen in gestichten enz. 11965.81® zullen bedragen. In het geheel zal derhalve uit dit artikel moeten worden betaald een bedrag van 37495.31. De begrootingspost is geraamd op ƒ13800.en zal dus met 23695.31 moeten worden verhoogd. Volgn. 200. Kosten der Kamer van Koophandel en Fabrieken Blijkens een ingedienden suppletoiren begroo- tingsstaat zullen de kosten der Kamer over 1918 ƒ921.20 bedragen. Eene aanvulling van het uit getrokken bedrag van 750.met 171.20 wordt dientengevolge voorgesteld. Volgn. 202. Kosten van de gemeentelijke arbeids beurs De uitgaven op dit artikel, geraamd op ƒ1275. bedragen 1519.61. Eene verhooging van den post met 244.61 is dientengevolge noodig. Van het Rijk zal 416.78 en van de buitengemeenten terug- 27807.81® 235.— in de kosten der beurs worden ontvangen. Volgn. 203. Gemeentelijke steun ter bevordering van de verzekering legen de geldelijke gevolgen van werkloosheid De ten laste van dit artikel komende uitgaven, zullen 8050.bedragenzij waren geraamd op 6410.Eene verhooging van den post met 1640.is dientengevolge noodig. Volgn. 207. Dijk- en polderlasten De verhooging van Rijnland's Bundergeld en van sommige polderlasten, maken eene aanvulling van dit artikel noodzakelijk. De uitgaven bedragen 872 87 zij waren geraamd op 575. Volgn. 210. Onderhoud en administratie van bezittingen niet voor den publieken dienst gebruikt of van werken en inrichtingen geheel of voor een groot gedeelte buiten de gemeente gelegen Tot de uitgaven die tot de overschrijding van dit uit vele onderdeelen bestaande artikel hebben geleid behooren o. a. de kosten van het aanleggen van electrische lichtinstallaties in de Stedelijke Werkinrichting (ƒ1489.in het hulpkantoor dei- Bank van Leening aan de Lammerenmarkt (ƒ780.—in de bij de Bank van Leening in de Nieuwsteeg behoorende woning (ƒ639.—), in het perceel Utrechtsche Veer No. 9 (ƒ400.—en in het perceel Pieterskerkgracht No. 11 (ƒ231.—). Voorts bedroegen de kosten van inrichting van perceel 11 oogewoerd No. 5 tot bureau ten behoeve van de Burgerlijke Armenzorg 1993.73 en die van inrichting van eenige lokalen van de Stedelijke Werkinrichting voor de huisvesting van dakloozen ƒ1908.65, terwijl het nadeelig saldo van de administratie der Haarlemmertrekvaart, geraamd op 3260.ƒ5729.655 bedraagt. Vervolgens eischte het onderhoud van »den Burcht" vele buitengewone herstellingen en waren ook de onderhoudskosten der andere niet-openbare ge bouwen zeer hoog, terwijl dit eveneens het geval was met de kosten van brandstoffen voor de Stadsgehoorzaal. Tenslotte overtroffen de kosten van onderhoud der buitenwegentengevolge 100.- 23695.31 171.20 244.61 1640.- 297.87 16747.18®

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 4