160
DONDERDAG 22 MEI 1019.
zakelijkheid van het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders, te meer waar wij twee tegenstrijdige adviezen van de
Wethouders hebben ontvangen.
Evenmin ben ik overtuigd door het betoog van de heeren
Pera en Huurman.
De heer Zwiers. M. d. V. Ik wensch met een enkel woord
mijn stem te motiveeren. Met belangstelling heb ik den heer
Sijtsma aangehoord, en ik geloof, dat de Raad hem ten zeerste
dankbaar zal zijn voor de inlichtingen, die hij ons zooeven
heeft verstrekt. Het zal den meesten raadsleden toch wel
gaan als mij, dat zij niet in de gelegenheid zijn, om de
zittingen van het kantongerecht bij te wonen. De heer Sijtsma
was echter zoo goed, ons van zijne ervaringen een en ander
mee te deelen, en daaruit blij kt, dat hier te Leiden het toe
zicht op de uitvoering van de bepalingen der Hinderwet moet
worden overgelaten aan een inspecteur van politie. Dat lijkt
mij een verkeerde toestand. Op een dergelijk technisch gebied
is een politieman geen deskundige, en hoe eerder aan dien
toestand een einde wordt gemaakt, hoe beter. Technische
controle moet worden opgedragen aan ambtenaren, die daartoe
competent zijn. Het zal daarom goed zijn, om het personeel
van dit bureau uit te breiden. Wat de heer Sijtsma mee
deelde, was mij onbekend, en zijn meedeeling is voor mij een
reden te meer om mijn stem te geven aan het voorstel van
Burgemeester en Wethouders.
De algemeene beschouwingen worden gesloten.
De verordening wordt artikelsgewijze en daarna in haar
geheel zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen.
XVII. Voorstel:
a. om den eigenaren van de sloot, gelegen ten oosten'van
den Haarlemmertrekvaartweg, te gelasten deze sloot te dempen
en te rioleeren
b. om aan die eigenaren een bijdrage in de dempings- en
rioleeringskosten in uitzicht te stellen
c om, in verband met de sub b bedoelde toezegging en de
kosten van verbetering van den Haarlemmertrekvaartweg, een
bedrag van /"3600.beschikbaar te stellen.
(Zie Ing. St. No. 136).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XVIII. Voorstel:
a. tot afwijzing van de verzoeken van L. H. van der Geest
e. a. en A. P. van der Geest e. a. in zake de verlaging van
de Tweede Driegaten- of Boterhuisbrug in den Zijldijk;
b. tot beschikbaarstelling van gelden voor de vernieuwing
van de sub a bedoelde brug.
(Zie Ing. St. No. 134.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Boot. M. d. V, Ik kan mij met het praeadvies
van Burgemeester en Wethouders niet vereenigen.
Ik heb daarin gelezen, dat er bij Rijnland geen bezwaren
bestaan tegen een mindere doorvaartwijdte, maar wel tegen
eene verlaging van die brug.
Ik kan echter niet begrijpen, welke bezwaren er dan bij
Rijnland voorzitten.
Het kan niet zijn wegens de doorstraling van het water.
Daarom komt het mij onbegrijpelijk voor. Ook komt het mij
onbegrijpelijk voor, waarom er wordt geadviseerd om niet in
in te gaan op het verzoek om die brug te verlagen
Die brug is in den tegenwoordigen toestand niet te berijden.
Adresanten zeggen toch, dat zij van den Zijldijk als eenigen
verbindingsweg gebruik moeten maken, dat zich in dien weg
de zoogenaamde Boterhuisbrug bevindt, dat het passeeren
dier brug per rijtuig, wegens hare ongunstige ligging in een
kromming van den weg en wegens hare steile helling, met
groote voorzichtigheid dient te geschieden, en dat vooral in
de winterdagen bij duisternis dat met levensgevaar gepaard
gaat en bij gladheid met middelmatige vrachten zelfs ondoen
lijk is.
Ik heb. mij persoonlijk van den toestand op de hoogte ge
steld, maar die brug is werkelijk onbetrouwbaar om te berijden.
Ik kan mij dus niet vereenigen met het praeadvies en zou
een voorstel in willen dienen om die nieuwe Driegatenbrug
op een andere hoogte te brengen.
De heer van Gruting. M. d. V. Ik ga volkomen mede met
het voorstel van den heer Boot.
De heer Bots M. d. V. Ik zou even in het midden willen
brengen, dat voor een groot deel aan de bezwaren wordt
tegemoetgekomen, doordat de oprit van die brug veel geleide
lijker kan worden gemaakt.
De hoogte is op het oogenblik lVs M. boven den gemid
delden waterstand en nu zijn wij van plan om de doorvaart
wijdte minder te maken, waardoor de oprit, ook in verband
met de omstandigheid dat die op grooteren afstand zal be
ginnen dan nu het geval is, minder steil en het berijden van
die brug minder gevaarlijk wordt.
Bovendien zijn het maar enkele menschen, die van die
brug gebruik maken en wij hadden van hen wei kunnen
verwachten, dat zij voor extra verbetering wel iets over
zouden hebben.
De heer Boot zegt, dat de brug niet te gebruiken is, maar
tot op dit oogenblik heeft men er altijd gebruik van gemaakt.
Dat onderhoud is voor Leiden altijd een zware last en niet
ten bate van de gemeente zelf. Wij dragen diep last zooals
het betaamt, maar het komt ons niet wenschelijk voor om
daarvoor meer kosten te maken dan noodzakelijk is. Evenwel
zal er zorg voor worden gedragen, zooals ik reeds zeide, dat
de oprit minder bezwaarlijk zal worden.
De heer Fokker. M. d. V. Ik zou den heer Boot willen
vragen, wiens belangen wij hier hebben te behartigen. Ik
zou zoo zeggen, de belangen van de gemeente Leiden. Over
wiens geld beschikken wij hier? Is het niet over de penningen
der belastingschuldigen van Leiden Wanneer men een betere
brug wenscht, laat men dat dan zelf betalen. Er is in het
geheel geen reden, dat de stad Leiden dit zou moeten doen.
Wij behoeven de belasting niet zwaarder te maken dan zij al is.
Nu wordt door Burgemeester en Wethouders gezegd, dat
bij Rijnland wel geen bezwaar zal bestaan tegen vermindering
van de doorvaartwijdte, Hehben Burgemeester en Wethouders
hiernaar geïnformeerd? Rijnland verrast ons wel eens meer
met bezwaren, waar niemand een bezwaar zou verondersteld
hebben.
De Voorzitter. Bij mij is ingekomen het volgende voorstel,
onderteekend door den heer Boot:
»Ondergeteekende stelt voor, dat de tweede Driegaten- of
z. g. Boterhuisbrug niet op deze hoogte kan blijven bestaan
maar deze brug bij vernieuwing op dezelfde doorvaai thoogte
gebracht moet worden als de onlangs vernieuwde Driegaten
brug in dezelfde Zijldijk gelegen."
Dit voorstel wordt voldoende ondersteund en maakt der
halve een onderwerp van beraadslaging uit.
De heer Fokker vraagt, of met Rijnland overleg is ge
pleegd. Dit is niet direct het geval geweest, maar de Direc
teur van Gemeentewerken heeft officieus vernomen, dat hier
tegen bij Rijnland geen bezwaar bestaat.
De heer Boot. M. d. V. Rijnland heeft wel bezwaar tegen
de verlaging. Wat is de reden daarvan?
De heer Hoogenboom. M. d. V. Ik geloof niet, dat Rijnland
hier in den Raad ter verantwoording kan worden geroepen.
Echter kan ik wel dit mededeelen. De heer Driessen, Directeur
van Gemeentewerken, heeft over deze zaak bij mij, als Inge
nieur van Rijnland, inlichtingen ingewonnen en deze inlich
tingen ontvangen.
Wat de doorvaarthoogte betreft, staat de zaak aldus. De
vaart loopt door naar eene boerderij, die de vaart noodig
heeft voor den aanvoer van mest, hooi, enz. Bij de tegen
woordige hoogte van de brug van 1.55 M. boven den water
stand, wordt men reeds gedwongen de schepen, die hooi
aanvoeren, zeer laag te bevrachten. Op het oogenblik is het
vervoer voor die menschen, wegens de bestaande hoogte der
brug, reeds moeilijk. Wanneer de brug nog werd verlaagd,
zouden die menschen geheel worden gedupeerd. Daarom is
aan den heer Driessen medegedeeld, dat Rijnland wel bezwaar
zal hebben tegen verlaging van de brug.
De hoogte is slechts 1.55 M. Dat is gering. Bovendien is
die hoogte slechts in het midden aanwezig, aangezien die
brug eenigszins boogvormig is. Daardoor is de hoogte aan de
kanten maar 1.40 M.
De heer Boot. Hetzelfde bezwaar heeft toch ook gegolden
voor de andere brug, die pas vernieuwd is, nl. de eerste
Driegatenbrug, die is veel lager gemaakt en daar wonen ook
menschen, die er van gebruik maken.
De heer Hoogenboom. De heer Boot zegt dat zoo. Ik weet
het mij niet te herinneren. Maar toen die brug veranderd is,
zal de hoogte van die brug vermoedelijk niet verlaagd zijn,
maar wel de wijdte.
De heer Boot. Mijne bedoeling is, dat het geen meerdere
kosten behoeft mede te brengen, wanneer de brug lager
wordt of in elk geval dezelfde hoogte krijgt als de pas ver
nieuwde Driegatenbrug.