DONDERDAG 22 MEI 1919. 157 De beraadslaging wordt gesloten en met algemeene (25) stemmen wordt de heer C. de Koning met ingang van 1 Juni 1919 benoemd tot Directeur der Gemeentelijke Reiniging. II. Benoeming van 4 leden van de Scbattingscommissie, be doeld in art. 57 der wet op de Inkomstenbelasting 1914. (Zie Ing. St. No. 142.) Worden benoemd voor den tijd van 4 jaren, ingaande 1 Mei 1919, de heeren G. van Driel, J. P. Fontein en D. van Lith, elk met 21 stemmen en de heer A. J. P. Spiesz met 22 stemmen, terwijl 2 biljetten in blanco waren. (De heer Briët had tijdens de stemming de vergadering tijdelijk verlaten.) III. Benoeming van een onderwijzer aan de school der 3e klasse No. 1. (Zie Ing. St. No. 137). Wordt benoemd met algemeene (25) stemmen de heer P. A. Wisse. IV. Praeadvies op het verzoek van E. G. Vorsselman om eervol ontslag als onderwijzer aan de school der 3e klasse No. 2. (Zie Ing. St. No. 138.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming conform het praeadvies besloten. V. Praeadvies op het verzoek van Mej. J. P. van den Berg om eervol ontslag als onderwijzeres aan de Buitengewone school voor Lager Onderwijs. (Zie Ing. St. No. 127). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming conform het praeadvies besloten. VI. Voorstel om aan het genootschap «Mathesis Scientiarum Genitrix" het kosteloos gebruik af te staan van eenige lokalen der Stads-Gehoorzaal, ten behoeve van het houden der alge meene vergadering en van de tentoonstelling van door de leerlingen vervaardigde werkstukken. (Zie Ing. St. No. 129). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming conform het praeadvies besloten. VII. Voorstel tot bestendiging van de huur van het boven huis van het perceel Hoogewoerd No. 5 aan de weduwe Langeveld. (Zie Ing. St. No. 139). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming conform het praeadvies besloten. VIII. Voorstel tot verhuring van het perceel Aalmarkt No. 5, aan G. Borrani. (Zie Ing. St. No. 140). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. IX. Voorstel tot verhuring van een gedeelte van het perceel Garenmarkt, hoek LevendaH, aan de firma C. H. Timmer- mann en Zn. (Zie Ing. St. No. 143). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. X. Voorstel tot kostelooze overname in eigendom en onder houd bij de gemeente van eenige terreinstrooken aan den Zijlsingel, deel uitmakende van de kadastrale perceelen sectie K, Nis. 024 tot en met 627, 2317 en 1381 tot en met 1390. (Zie Ing. St. No. 135.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. XI. Voorstel: a. tot het verklaren, dat een gedeelte van de Fabiaanspoort aan de Steenstraat niet meer voor den openbaren dienst be stemd zal .zijn; b. tot verkoop van dat poortgedeelte aan H. Borgerding. (Zie Ing. St. No. 130). De beraadslaging wordt geopend. De heer Oostdam. M. d. V. Ik zou willen vragen, of het niet mogelijk is, in dergelijke voorstellen de bepaling op te nemen, dat eventueele bouwplannen moeten worden onder worpen aan de goedkeuring van Burgemeester en Wethou ders. Ik kom hiertoe naar aanleiding van soortgelijke vraag, in een vorige vergadering door mij gedaan ten aanzien der Leidsche Tapijt- en Mattenfabriek, waarop toen de geachte Wethouder heeft geantwoord, dat wij machteloos stonden en wij ons moesten bepalen tot het doen van een beleefd ver zoek aan de fabriek. In dit geval staan wij nog niet mach teloos en in de toekomst zullen wij het bij dergelijke voor stellen in het geheel niet zijn. In dit geval zal er voor ontsiering wel geen gevaar bestaan, omdat de eigenaar van het perceel er wel voor zal zorg- dragen, dat de aardige gevel niet wordt bedorven. Het zou evenwel kunnen voorkomen, dat men hier of daar een leelijk gebouw zou willen gaan zetten, wat zou kunnen worden voorkomen door eene bepa ling als door mij wordt bedoeld. Kan zulk een bepaling in de voorstellen worden opgenomen, dan hebben wij het ook voor het vervolg in de hand om leelijke bouwplannen af te keuren. Ik acht eene dergelijke bepaling in het belang der schoonheid van de stad. De Voorzitter. Tot op zekere hoogte is uw voorstel een onderwerp voor de Commissie voor de Strafverordeningen. Deze zou misschien eene bepaling kunnen ontwerpen, die in dit euvel voorziet. Wat dit voorstel betreft, geloof ik, dat er voldoende waarborgen zijn, dat er niets wordt gebouwd, zonder dat Burgemeester en Wethouders er hunne goed keuring aan hebben gehecht. De heer Oostdam. M. d. V. U zegt, 'dat er niets wordt ge bouwd zonder dat eerst de plannen zijn goedgekeurd. Daarbij wordt evenwel niet gelet op de schoonheid der gebouwen; slechts op, de technische onderdeelen wordt gelet. Wat het uiterlijk schoon betreft, daaromtrent wordt geene goedkeuring vereischt en juist daarom is het mij te doen. Nu zegt U, dat de Commissie voor de Strafverordeningen eene dergelijke be paling in overweging zal nemen. Ik zal dan ook afwachten welk voorstel die Commissie zal doen. Ik dring er evenwel bij Burgemeester en Wethouders op aan, dat met de schoon heid van de stad rekening zal worden gehouden. Wanneer wij kunnen voorkomen, dat er leelijke gebouwen worden ge bouwd, dan is het de plicht van het gemeentebestuur daar voor zorg te dragen. De Voorzitter. De Commissie voor de Strafverordeningen zal dit punt wellicht nader onder de oogen willen zien. De heer Fokker. M. d. V. Dit zou toch alleen het geval kunnen zijn, wannéér een dergelijk voorstel aan de Commissie werd gedaan. De Commissie komt niet bijeen om te zien of er niet het een of ander is waarvoor eens eene strafbepaling zou kunnen worden ontworpen. Hiertoe is noodig eene motie van den Raad of een verzoek van Burgemeester en Wet houders. Zonder uitnoodiging gaat de Commissie eene derge lijke bepaling niet ontwerpen, tenzij men te doen heeft met eene aangelegenheid, waarvan het algemeen nut zoo in het oog springt, dat blijkt, dat er noodig in moet worden voorzien. De heer van der Lip. M. d. V. De bedoeling van den heer Oostdam is deze, dat, waar door de gemeente grond wordt verkocht, aan den verkoop die voorwaarden kunnen worden verbonden, die men wenschelijk acht en daarvoor hebben wij geen strafverordening noodig, zooals U, Mijnheer de Voorzit ter, schijnt te meenen. Het lijkt mij het beste, wanneer wij weer met een dergelijk voorstel bij den Raad komen, te overwegen in hoeverre wij met de wenschen van den heer Oostdam rekening kunnen houden. Nu lijkt het mij van geen belang daar het, zooals de heer Oostdam zelf reeds opmerkte, slechts een kleine verbouwing betreft die geen ontsiering kan geven. In het vervolg zou echter kunnen worden overwogen of aan de inwilliging van dergelijke verzoeken de voorwaarde kan worden verbonden, dat het bouwplan door Burgemeester en Wethouders moet worden goedgekeurd. De heer Oostdam. M. d. V. Ik dank den geachten Wet houder voor zijn antwoord. Ik ben daardoor meer bevredigd dan door het Uwe. De beraadslaging wordt gesloten en zonder hoofdelijke stem ming conform het praeadvies besloten. XII. Voorstel tot wijziging der begrooting, dienst 1919, in verband met de belegging van een gedeelte der onlangs aangegane geldleening en de aan het sluiten dier leening verbonden kosten. (Zie Ing. St. No. 131).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 5