100
dat deze bepaling voor normale tijden reeds verouderd zou
mogen worden genoemd en niet meer past in het kader van
den tegenwoordigen 'tijd bij de huidige gebruiken in den
boterhandel,
dat echter door de groote schaarschte aan eikenhout het
vrijwel onmogelijk geacht mag worden, aan bovenbedoelden
eisch te voldoen.
dat, mocht deze bepaling gehandhaafd blijven, dit oorzaak
zou zijn, dat de botermarkt te Leiden zoo niet geheel on
mogelijk, toch in de hoogste mate geschaad zou worden,
redenen, waarom ons Bestuur zich eerbiedig de vrijheid
veroorlooft U. E. A. beleefd te verzoeken de bepaling, dat boter
uitsluitend in eiken lust mag worden aangevoerd, te doen
vervallen, en daarnaast ook toe te staan aanvoer in 1/a en V«
vaten beuken- of without.
'tWelk doende enz.
C. Bakker, Voorzitter.
N. van Oosterhout, Secretaris.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Aan den Raad der Gem. Leiden.
Hoogeachte Heeren Raadsleden
Ondergeteekende afd. bestuur van den Bond van Nederl.
Chr. Houtbew. Gevestigd te Rotterdam: geeft met verschul-
digden eerbied te kennen dat zij zich door middel van dit
schrijven tot UEd. Heeren wend inzake het schrijven dt 3
April 1919 door de Hollandsch Maatschappij van Landbouw
aid L. O. »de botervaatjes van beuken of without te doen
vervaardigen" enz.
Reden waarom zij zich tot UEd. Heeren wend volgens
vakkundig advies en de bedoelde vaatjes niet anders dan van
eikenhout te doen vervaardigen. Daar zulks ten goede zal
komen ten eerste zindelijkheid en verzending ten tweede
kwaliteit voor boter in warme dagen te verzekeren. Nog te
meer dringt zij bij UEd. Colege er op aan dat als zulks een
besluit zal worden het kuipersbedrijf ten goede zal komen.
De hoop uitsprekende dat aan bovengenoemd schrijven de
volle aandacht zal gegeven worden gezien de goede wil Uwer
raads vergaderi ngen
voor de afd. Leiden.
Voorz. M. v. d. Berg.
Secr. J. Brieër.
Bond van Nederl. Chr. Houtbew. Kuipers enz.
Secretariaat Raamstraat 8,
Leiden den 22 April 1919.
N°. 146.
Leiden, 4 Juni 1919.
Ter voorziening in de vacature ontstaan door het door
Uw College aan den heer Mr. J. E. Heeres, op zijn verzoek,
op 1 Mei j.l. verleende eervol ontslag als lid onzer Commissie,
hebben wij de eer U de volgende aanbeveling aan te bieden:
1°. Dr. J. HUIZINGA, Hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit
alhier,
2. Mej. Dr. C. SERRURIER, Privaat-docente aan de Rijks
universiteit alhier.
De Commissie van Toezicht op het
Middelbaar Onderwijs.
Aug. L. Reimeringer, Voorzitter.
H. A. Sypkens, Secretaris.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
N°. 147.
Leiden, 7 Juni 1919.
Bij nevensgaand adres verzoekt de heer J. P. Tuyt hem
eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van buiten
gewoon geneesheer aan de gestichten »Endegeest", «Voorgeest"
en «Rhijngeest".
Aangezien daartegen noch bij de Commissie, van Beheer,
noch bij ons College bezwaar bestaat, geven wij Uwe Ver
gadering in overweging aan den heer J. P. Tuyt, op diens
verzoek, met ingang van 1 Juli a.s., eervol ontslag te ver
leenen als buitengewoon geneesheer aan de gestichten «Ende
geest", «Voorgeest" en «Rhijngeest".
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
Oegstgeest 20 Mei 1919
Ondergetekende Tuyt Johannes Philippus arts buitenge
woon geneesheer aan de gestichten Endegeest Rhijngeest en
Voorgeest heeft de eer U ontslag als zodanig te verzoeken
met ingang van een Julie 1919.
Tuyt.
Aan de Raad der Gemeente Leiden.
No. 148.
Leiden, 10 Juni 1919.
In verband met de uitbreiding van den Leidschen Keurings
dienst van eet- en drinkwaren over eenige naburige gemeenten,
namen de werkzaamheden van dien dienst indertijd dermate
toe, dat het in 1914 noodig was tot het in dienst nemen van
een tijdelijke hulpkracht over te gaan.
Dientengevolge werd met machtiging van ons College door
den Directeur van den Keuringsdienst als hulpkeurmeester
in dienst genomen J. S. van der Meer, alhier. Zijne bezoldi
ging werd betaald uit de bijdragen der buitengemeenten.
Voor eene vaste aanstelling door Uwe Vergadering was
destijds geen aanleiding, aangezien het niet zeker was, dat
de aansluiting der buitengemeenten op den duur zou worden
bestendigd.
Nu echter meer en meer blijkt, dat deze aansluiting van
blij venden aard is, achten wij het met den Directeur gewenscht
genoemden van der Meer als vast ambtenaar aan den Keurings
dienst te verbinden.
Wij geven U mitsdien in overweging J. S. van der Meer
voornoemd met ingang van 1 Juli 1919 te benoemen tot
keurmeester bij den Keuringsdienst van Eet- en Drink
waren alhier.
Teneinde te trachten inkoop zijner tijdelijke diensten
overeenkomstig de wet van 17 Juni 1918 (Stbl. 384) voor
hem mogelijk te maken, stellen wij U tevens voor van dei-
Meer alsnog van eene formeele aanstelling als tijdelijk hulp
keurmeester bij den Keuringsdienst, ingaande 1 Juli 1918, te
voorzien.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
No. 149.
Leiden, 10 Juni 1919.
Naar de Directeur van den Keuringsdienst van eet- en
drinkwaren ons mededeelt, is het onder volgn. 129 der be
grooting uitgetrokken bedrag ad f 1250. voor aanschalling
van monsters, chemicaliën, bureaukosten en loon voor den
laboratoriumbediende niet meer voldoende om den dienst naar
behooren te doen functionneeren. De verschillende laborato
rium-artikelen, welke de dienst noodig heelt, zijn alle zeer
in prijs gestegen, terwijl dit eveneens het geval is met betrek
king tot de voedingsmiddelen, waarvan de dienst monsters
ter onderzoek moet koopen. Terwijl b.v. de prijs van 1 Liter
melk in 1914 10 cents en minder bedroeg, is deze thans on
geveer verdubbeld, zoodat vermits jaarlijks +2000 monsters
melk van Liter worden genomen, alleen hiervoor een
meerdere uitgave van* 100.vereischt wordt. Het zelfde
geldt voor alle andere monsters, meermalen zelfs in nog
meerdere mate.
Bovendien zijn de benoodigde chemicaliën en het glaswerk
veel duurder, terwijl tenslotte ook het loon van den bediende
is gestegen.
Met het oog op een en ander acht de Directeur verhooging
van den post, althans voorloopig, 101/1700.jaars noodig.
Wij geven U mitsdien in overweging door vaststelling van
nevensgaanden staat van af- en overschrijving alsnog een be
drag van f 450.voor aanschaffing van monsters, chemicaliën,
bureaukosten en loon voor den bediende ten behoeve van den
Keuringsdienst van eet- en drinkwaren beschikbaar te stellen.
Op den post voor Onvoorziene Uitgaven is nog ƒ201.655 be
schikbaar.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
No. 150. Leiden, 10 Juni 1919.
Door het gemeentebestuur van Sassenheim is tot ons College
het verzoek gericht den Leidschen Keuringsdienst van eet- en
drinkwaren met ingang van 1 Juli a.s. ook wederom over die
gemeente uit te breiden.
Onzerzijds bestaat tegen inwilliging van dit [verzoek, mits