95
vaardigde werkstukken en voor het houden van de jaai'lijksche
algeineene vergadering.
Aangezien tegen inwilliging van dat verzoek bij ons College
geen bezwaar bestaat, geven wij II in overweging ons, evenals
in vorige jaren, ie machtigen de benoodigde localiteiten der
Stads-Gehoorzaal kosteloos voor het beoogde doel af te staan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 130. Leiden, 14 Mei 1919.
Blijkens nevensgaand adres wenscht H. Borgerding het op
de situatie in rood aangeduide gedeelte van de Fabiaanspoort
van de gemeente te koopen, teneinde zijn in het aangrenzend
perceel Steenstraat No. 51 gevestigde melksalon te kunnen
vergrooten.
Be Fabiaanspoort strekte vroeger tot verbinding van de
Steenstraat en de Kruisstraat. Aan de zijde van laatstgenoemde
straat is de poort nog open, doch bij de Steenstraat is ze
door een deur afgesloten. Sedert jaren maken de aanwonenden,
die vroeger een sleutel bézaten, waarmede zij de deur konden
openen, van dien uitgang geen gebruik meer en wordt de
poort ter diepte van het perceel Steenstraat No. 51, d. i. over
13 M., door adressant gebruikt voor het neerleggen van
allerlei voorwerpen en gereedschappen. In de richting Kruis
straat is deze bergruimte afgesloten door een houten hek.
Een uitgang naar de Steenstraat bestaat dus feitelijk niet meer.
Perceel No. 51 is op den beganen grond slechts 3 M. breed,
doch op de verdieping over de poort heengebouwd. De melk
salon is aan de straatzijde inwendig nog geen 2 M. breed;
vandaar het verzoek, om de aangrenzende poort bij het perceel
te mogen trekken.
Noch bij de Commissie van Fabricage, noch bij ons College
bestaat tegen afstand van het poortgedeelte bezwaar, nu de poort
aan de zijde van de Steenstraat sedert jaren niet meer als
uitgang door de aanwonenden wordt benut. Evenmin stelt
de Commandant der Brandweer op het behoud van de Fabiaans
poort als brandgang bijzonderen prijs.
De koopprijs ware te bepalen op 10.per M2.
Wij geven U derhalve in overweging:
a. te verklaren, dat het aan de Steenstraatzijde uitkomende
gedeelte van de Fabiaanspoort, breed 1 M. en lang 13 M.,
op de situatie in rood aangeduid, voorzoover dit thans voor
den openbaren dienst bestemd is, daartoe in den vervolge
niet meer bestemd zal zijn;
b. het sub a bedoelde poortgedeelte, kad. bekend onder
Sectie B No. 2204 ged. behoudens rechten van derden in
eigendom af te staan aan II. Borgerding alhier tegen betaling
van f 10.per M2.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 1 Maart 1919.
Aan den Raad der Gemeente te Leiden.
De ondergeteekende, eigenaar van het perceel Steenstraat
No. 51 wenscht de melksalon van dit perceel te vergrooten
en verzoekt daarom Uwen Raad het grootendeels overbouwde
gedeelte aan de Fabiaanspoort, op bijgaande teekenirïg met
rood aangegeven, aan hem te willen afstaan voor een door
U te bepalen billijken prijs.
De ondergeteekende
H. Borgerding.
N°. 131. Leiden, 14 Mei 1919.
Nu de opbrengst der geldleening groot nominaal ƒ2.500.000.
krachtens besluit van Uwe Vergadering d.d. 14 April j.l.
aangegaan, is ontvangen, doch de loopende wissels wegens
opgenomen kasgeld eerst geleidelijk, naar gelang van de ver
valtijden, daaruit worden betaald, kunnen de niet direct be
noodigde leeningsgelden gedurende eenigen tijd tegen behoor
lijk onderpand worden belegd.
In verband daarmede zal echter de post volgn. 249 der
gemeentebegrooting voor 1919 «Tijdelijke belegging van kas
geld" welke voor Memorie werd uitgetrokken, moeten worden
verhoogd.
Wij stellen U te dien einde voor dezen post op 2.472.250.
uit te trekken; dientengevolge zal ook de post volgn. 07
«Terugontvangst van tijdelijk belegd kasgeld" met gelijk bedrag
moeten worden verhoogd.
Verder zal voor de betaling van de kosten aan het sluiten
dezer leening verbonden, een bedrag van 15712,50 moeten
worden uitgetrokken op den mede voor «Memorie" geraamden
post volgn. 247 «Kosten van het sluiten van geldleeningen"
deze kosten worden gewoonlijk uit de buitengewone midde
len bestreden.
De op een en ander betrekking hebbende begrootingsregeling
wordt U hierbij ter vaststelling aangeboden.
Ten opzichte van de rentebetaling voor deze leening zal
U te zijner tijd een voorstel tot wijziging van de begrooting
bereiken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 132. Leiden, 14 Mei 1919.
Ingevolge Uwe desbetreffende besluiten is thans aan de open
bare lagere scholen der 3e klasse, Nis 1, 6 en 8, resp. gelegen
aan het Plantsoen, aan de Paul Krugerstraat en aan de Medusa
straat, eene vervolgklasse met één-jarigen cursus verbonden,
bestemd voor alle leerlingen, afkomstig van alle scholen der
3e en 4e klasse, die het onderwijs wenschen voort te zetten,
na de 12 halljaarsklassen te hebben doorloopen.
Tengevolge van de in gebruikneming door de militairen van
de school der 3e klasse, No. 2, aan de van der Werffstraat,
werden enkele klassen dezer school tijdelijk gehuisvest
in lokalen der school 3e klasse, No. 8, aan de Medusa
straat, en werd, in verband hiermede, de aan laatstgenoemde
school verbonden vervolgklasse tijdelijk ondergebracht in het
gebouw der school 3e klasse, No. 4, aan de Duijvenbodestraat,
aUvaar nog een lokaal beschikbaar was.
Nu, wegens de ontruiming door de militairen van de school
der 3e klasse, No. 2, de verschillende klassen dezer school weder
in eigen gebouw zijn ondergebracht, is de vervolgklasse met
1 April weder overgegaan van de school aan de Duijvenbode
straat naar die aan de Medusastraat.
Het hoofd der school 3e klasse, No. 4, aan de Duijvenbode
straat, deelt ons thans mede, dat hij het van veel belang acht,
indien ook aan zijne school eene vervolgklasse verbonden
wordt.
Bij de laatst gehouden inschrijving toch hebben zich alleen
aan die school niet minder dan 15 leerlingen opgegeven, om
verder onderwijs te ontvangen, die nu over de andere scholen,
waaraan reeds eene vervolgklasse verbonden is, verdeeld moesten
worden. En dit aantal zou, naar zijn oordeel, zeer zeker niet
geringer zijn geweest, indien aan de school zelf eene vervolg
klasse verbonden was en de leerlingen alzoo op deze school
hadden kunnen blijven.
Waar nu voorts gebleken is, dat van de school aan de
Duijvenbodestraat een groot aantal kinderen naar de
vervolgklasse gaat, komt het ook ons College gewenscht
voor, dat ook aan deze school een 7e leerjaar verbonden wordt.
De aanmelding van leerlingen, die het onderwijs, na het door
loopen van de 12 halfjaarsklassen, wenschen voort te zetten,
zal hierdoor ongetwijfeld bevorderd worden.
Wij geven Uwe Vergadering daarom in overweging te be
sluiten, dat met den aanvang van den nieuwen cursus, zijnde
1 October 1919, ook aan de school der 3e klasse, No. 4, aan
de Duijvenbodestraat eene vervolgklasse met één-jarigen cursus
zal worden verbonden, bestemd voor alle leerlingen, afkomstig
van alle scholen der 3e en 4e klasse, die het onderwijs wen
schen voort te zetten na de 12 halljaarsklassen te hebben
doorloopen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 133. Leiden, 14 Mei 1919.
Zooals U bekend is werd aan het gilde der waagwerkers
over de jaren 1916, 1917 en 1918 boven de gewone jaar-
lijksche toelage van 240.voor de werkzaamheden, die
zij ten behoeve van de gemeente in de Waag verrichten,
nog een som van resp. f 50.ƒ50.— en '120.extra
uitgekeerd, aangezien tengevolge van de buitengewone tijds
omstandigheden de ontvangsten van het gilde verminderd,
doch zijne uitgaven gestegen waren.
Thans stelt de Commissie van het Marktwezen ons voor
ook over 1919 nog een extra toelage van 120 toe te ken
nen. Weliswaar is het te verwachten, dat de inkomsten van
het gilde zullen toenemen, wanneer de vette varkensmarkt bin
nenkort weder geregeld wordt gehouden, doch teneinde het
gilde over den moeilijken tijd heen te helpen, acht de Com
missie bestendiging van de extra toelage van f 120.voor
dit jaar nog gewenscht.
Ons met dit advies volkomen vereenigende, geven wij U
mitsdien in overweging te besluiten aan het gilde der waag
werkers ook over het jaar 1919 nog een extra toelage van
120.toe te kennen, uit te keeren in door ons College
te bepalen termijnen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.