112
DONDERDAG 24 APRIL 1919.
De Voorzitter. M. H. Er werd in de bus één biljet te veel
aangetroffenaangezien dit echter in casu niet van invloed
is, stel ik voor, deze stemming geldig te verklaren.
Aldus wordt besloten.
VIII. Benoeming van een onderwijzer aan de school der
derde klasse No. 3.
(Zip Ing. St. No. 105.)
De beraadslaging wordt geopend.
De beer van Romburgh. M. d. V. Ik vind de aanbeveling
van dit drietal zeer sober. Er wordt ons slechts iets mede
gedeeld omtrent den heer van Doorn, terwijl er over de beide
andere aanbevolenerr met geen enkel woord wordt gesproken.
Ik zou dit wel onder de aancfacht willen brengen van Burge
meester en Wethouders. Wij weten nu omtrent No. 2 en 3
niets af.
De heer van Hamel. M. d. V. Wij zullen de aandacht van
de heeren hierop vestigen. Men moet evenwel niet vergeten,
dat er 112 sollicitanten zijn en nu wordt de aandacht gevestigd
op den eerst aanbevolene. Het is evenwel niet doenlijk de
meening mede te deelen omtrent al de 112 sollicitanten.
De heer van Romburgh. M. d. V. Het is ook niet mijne
bedoeling om iets te weten van alle sollicitanten, maar wel
omtrent degenen, die worden aanbevolen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Wordt benoemd met 12 stemmen de heer L. G. van Doorn
de heer J. A. Heus verkreeg 7 stemmen.
(De heer Pera komt ter vergadering.)
De Voorzitter. Ik dank de heeren leden van het stem
bureau voor de genomen moeite.
IX. Vaststelling van de jaarwedden van de tijdelijke leerares-
sen in de geschiedenis en aardrijkskunde en in de Engelsche
taal en letterkunde aan de Hoogere Burgerschool voor
Meisjes.
(Zie Ing. St. No. 108.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con
form het praeadvies besloten.
X. Voorstel:
a. tot vaststelling van de bedragen over het jaar 1918
besteed voor normale uitbreidingen der Gasfabriek
en der Electriciteitsfabriek
b. tot aanvulling van het uitbreidingskapitaal der Gas
fabriek en dat der Electriciteitsfabriek
c. tot vaststelling van den desbetreffenden begrootings-
staat.
(Zie Ing. St. No. 109.)
De beraadslaging wordt geopend.
De Voorzitter. Ik stel voor, thans de deuren te laten
sluiten, daar ik de vergadering bij dit punt een vertrouwe
lijke mededeeling heb te doen.
De Voorzitter schorst de openbare vergadering en doet de
deuren sluiten.
Na eenigen tijd wordt de openbare vergadering heropend.
Als Voorzitter fungeert thans, wegens tijdelijke afwezigheid
van den Burgemeester, de oudste Wethouder, de heer van
Hamel.
(De heer Oostdam is inmiddels ter vergadering gekomen.)
Voortgezet wordt de behandeling van punt X.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XI. Voorstel tot aankoop ten behoeve van de Gasfabriek
van een 5-tal perceelen gelegen aan de Speksteeg en de
Langegracht en tot beschikbaarstelling van de voor dien aan
koop benoodigde gelden.
(Zie Ing. St. No. 110.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con
form het praeadvies besloten.
XII. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve
van de meerdere kosten van al koop van de huur van het
onlangs aangekocht perceel Sectie M No. 853 bewesten het
Raamland.
(Zie Ing. St. No. 111.)
Wordt zonder beraadslaging ol hoofdelijke stemming con
form het praeadvies besloten.
XIII. Voorstel tot wijziging van de begrooting, dienst 1919,
in verband met de bedenkingen van Gedeputeerde Staten ten
opzichte van volgn. 60 der ontvangsten: «Bijzondere voorzie
ning in de kosten, voortvloeiende uit de buitengewone tijds
omstandigheden."
(Zie Ing. St. No. 106.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con
form het praeadvies besloten.
XIV. Voorstel:
a. tot wijziging van het Raadsbesluit van 16 Maart 1916
inzake het aanvragen en aanvaarden van Rijksvoorschot
ten en bijdragen ten behoeve van de uitvoering van de
beide bouwplannen der Vereeniging tot bevordering van
den bouw van Werkmanswoningen op het z.g. Kooiterrein
en ten noorden en ten zuiden van het aan te leggen
Volkspark;
b. tot vaststelling van de desbetreffende begrootingsregeling;
c. tot het aanvragen van hoogere voorschotten en bijdragen
in de kosten van uitvoering dér sub. a bedoelde bouw
plannen, dan reeds bij Kon. Besluiten van 20 Juli 1918,
Nis 72 en 74 zijn verleend.
(Zie Ing. St. No. 107).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con
form het praeadvies besloten.
XV. Voorstel tot tijdelijke sluiting van de Centrale Keuken.
(Zie Ing. St. No. 113.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con
form het praeadvies besloten.
XVI. Verordening, houdende wijziging van de verordening
van 25 October 1917 (Gem. blad No. 34), op de heffing eener
plaatselijke directe belasting naar het inkomen te Leiden.
(Zie Ing. St. No. 1Ó0).
De algemeene beschouwingen worden geopend.
De heer Reimeringer. M. d. V. Het rapport van de Com
missie van Financiën luidt ongunstig op het aannemen van
het voorstel van Burgemeester en Wethouders in deze.
De Commissie heelt het in de eerste plaats betreurd, dat
het gewone overleg, dat vroeger steeds heeft plaats gehad,
dezen keer achterwege is gebleven; niet dat de geachte
Wethouder ons niet al die inlichtingen, die daarvoor noodig
waren, heeft willen verschaffen, maar het was vroeger de
gewoonte, dat weet de heer van der Pot ook wel als gewezen lid
van de Commissie van Financiën, dat vóór dat deze zaken in den
Raad kwamen, er eene vergadering van de Commissie van
Financiën plaats had met den betrokken Wethouder of den
Burgemeester, of met den Controleur van de belastingen,
waarin dan dei gelijke onderwerpen werden besproken en ge
tracht werd in onderling overleg tot een resultaat te komen,
waarna dan pas de voorstellen in den Raad werden ingediend.
Dat is nu niet gebeurd. Dat is inderdaad te bejammeren.
Bovendien meent de Commissie van Financiën, dat het niet
aanbevelenswaardig is om eene verordening, die zoo kort
geleden een jaar ongeveer gewijzigd is, weder te gaan
veranderen, zooals Burgemeester en Wethouders ons voor
stellen, vooral omdat de Commissie deze veranderingen voor
Leiden zeer noodlottig acht.
Het is waar, dat door bijzondere omstandigheden, en daar
moet de nadruk op gelegd worden, de inkomens in Leiden
in het laatste jaar hooger zijn geworden dan vroeger.
Ik herinner mij, dat er voor den oorlog in 1914, 160 aan
slagen waren van meer dan ƒ10000.—. Dat is nu veranderd.
Maar het komt mij toch houdt mij dat ten goede licht
vaardig voor om op de aanslagen van de laatste twee jaren
een nieuw belastingstelsel, dat zeer ingrijpt in de penningen
van de burgers, te gaan opbouwen.
Men zal het met mij eens zijn, dat de hoogere inkomsten
der laatste twee jaren het.gevolg zijn van de tijdsomstandig
heden. Nu neemt de geachte Wethouder de gelegenheid waar
om de progressie zoo zeer te verhoogen als thans wordt voor
gesteld, eene progressie, die overtreft wat men daaromtrent
vindt in andere plaatsen. In Amsterdam waar een maand
geleden deze belasting gewijzigd is geworden, daar is uitdruk
kelijk op den voorgrond geplaatst de idee, dat men in de
progressie niet hooger zou mogen gaan dan 10°/o, terwijl de
progressie hier voor de hoogste inkomens zal bedragen 13,55 °/0.
Reeds bij een inkomen van 4000 stijgt de progressie zeer.
De toepassing van deze regeling zal m. i. tengevolge hebben
groote ontevredenheid en ontstemming. Degenen, die meenden
door deze regeling van hun druk te zullen worden ontheven,
zullen daarin teleurgesteld worden, omdat de vermindering