DONDERDAG 17 APRIL 1919. 91 VII. Praeadvies op het verzoek van de afdeeling Leiden en omstreken van de Koninklijke Nationale Vereeniging tot steun aan Miliciens om toekenning van een verhoogd subsidie. (Zie Ing. St. No. 93). Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt overeen komstig het praeadvies besloten. V1IJ. Voorstel tot wijziging van het Raadsbesluit van 2 Mei 1918 in zake de aanvaarding van het Rijksvoorschot ten behoeve van de uitvoering van het bouwplan der Woningbouw- vereeniging »Ons Belang" benoorden den Maresingel en tot vaststelling van den desbetreffenden begrootingsstaat. (Zie Ing. St. No. 85.) De beraadslaging wordt geopend. De heer Reimeringer. M. d. V. Naar aanleiding van dit punt en andere punten, waarover de Commissie van Financiën gehoord moet worden, zou ik een dringend verzoek willen doen. Wij hebben, om niet den goeden gang van zaken te verstoren en een uitstel in het leven te roepen, dat misschien in het nadeel van de gemeente kon zijn, nu een rappoit uit gebracht, maar ik wilde het verzoek doen, dat dergelijke zaken wat vroeger in handen van de Commissie werden ge steld. Zooals het nu gaat, is het onmogelijk, dat wij de zaken goed onder de oogen kunnen zien. Wanneer deleden van den Raad Zaterdagavond de stukken krijgen en de leden van de Commissie pas Maandagmorgen, dan zult U wel begrijpen, Mijnheer de Voorzitter, dat wij in dien tijd geen rapport kunnen uitbrengen. Ik zou dus vriendelijk willen verzoeken, dat wij in de gelegenheid worden gesteld op Zaterdag of liever nog vroeger, de stukken in te zien. De heer Eerdmans. M. d. V. Ik zou dat verzoek willen ondersteunen. Ik krijg de stukken gebracht door iemand, die vraagt, of hij er niet op wachten kan. Het is lastig, wanneer aan dat verzoek niet wordt voldaan, maar op deze wijze heeft men maar een minuut of vijf tijd om de stukken in te zien en dat is veel te weinig. De heer van der Pot. M. d. V. Als ik een opmerking mag maken, dan is het deze, dat ik geloof, dat de.heer Eerdmans de zaak toch wel wat te formeel beschouwt. Er gaat formeel een stuk rond bij de leden van de Commissie, maarzij krijgen evengoed als de andere leden van den Raad reeds op Zaterdag de stukken. Als op Woensdag hun advies wordt gevraagd, hebben zij de zaak dus reeds eenige dagen kunnen overwegen en niet vijf minuten, zooals de heer Eerdmans het voorstelt. De heer Eerdmans. Ja, maar het advies is toch slechts vijf minuten in mijn hadden. Ik geloof wel, dat het volkomen in orde is, maar ik meen dat het toch beter zou zijn, als wij de stukken wat langer in handen hadden. De Voorzitter. Wij zullen zooveel mogelijk aan het ver langen van de heeren tegemoetkomen, maar, zooals de Wet houder reeds zei, dergelijke kwestie's zijn vaak louter formeel. In dit geval komt het slechts hierop neer, dat de Regeering gezegd heeft, dat zij geen annuïteit wil geven van 55 jaar, maar wel van 50 jaar. De heer Reimeringer. M. d. V. Wij mogen toch wel eischen, dat wij de stukken even gauw krijgen als de gewone leden. Op Maandagmorgen komt er een bode met het verzoek om de stukken weer te mogen meenemen. Dan ben ik aan mijn werk en komt bet mij niet steeds goed uit, de stukkeu in te zien. Ik heb het nu gedaan, maar onder protest. De Voorzitter. Wij zullen de leden van de Commissie vau Financiën zooveel mogelijk ter wille zijn. De beraadslaging wordt gesloten. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het praeadvies besloten. IX. Voorstel tot wijziging der begrootingen, dienst 1918 en 1919, ten behoeve van de meerdere kosten van aanschaffing en plaatsing der noodwoningen en tot regeling van de exploi tatie dier noodwoningen. (Zie Ing. St. no. 86). De beraadslaging wordt geopend. De heer J. P. Mulder. M. d. V. Hier wordt niet minder dan f 12000.meer aangevraagd voor de 10 woningen. Dat is wanneer de woning f 2100.— kost, meer dan een halve woning. Ik zou daarom willen vragenis in 't begin wel rekening gehouden met de eischen van het Staatstoezicht, want dat lijkt mij een reusachtig bedrag. De heer van der Pot. Die vraag kan ik ontkennend be antwoorden. Toen wij het voorstel deden, waren wij met de eischen van het Staatstoezicht niet bekend. De Inspecteur van de Volksgezondheid, die speciaal met het toezicht over de noodwoningen belast is, was toen nog niet benoemd, of zijn benoeming was toen nog niet bekend; dus waren wij omtrent zijn eischen nog volslagen onkundig. Het begrip noodwoningen bestond wel, toen het besluit hier werd genomen. Zij waren al in verschillende plaatsen gebouwd. Maar van recenten datum was op dat oogenblik de Rijksregeling en de bepaling, dat het Rijk in de kosten een belangrijke bijdrage zou geven. En toen hebben wij zoo spoe dig mogelijk van de voordeelen van de Rijksregeling gebruik willen maken en zijn op een oogenblik, dat men nog niet bekend was met de eischen van het Staatstoezicht, met een voorstel gekomen om in een zich toen juist openbarende dringende behoefte te voorzien door het bouwen van wonin gen met steun van het Rijk. Toen is daarna de Inspecteur benoemd en die heeft het type noodwoningen, dat wij op het oog hadden gehad, onvol doende gevonden voor Rijkssteun. Wanneer wij subsidie wilden hebben, moesten die noodwo ningen duurder zijn en grooter. Men stond toen dus voor de vraag of men zou bouwen zonder die subsidie, of dat men aan die eischen zou tegemoet komen, maar dan ook 90% van het Rijk zou genieten. En nu was het vanzelf voor de gemeente veel goedkooper om die noodwoningen dan maar grooter te maken dan het oude type, daargelaten dat die woningen natuurlijk dan ook beter waren. Zij hebben nu drie slaapkamers en voldoen aan be hoorlijke eischen. Ik geloof dus, dat dit voldoende verklaart, dat de kosten hooger zijn geworden, en dat den technischen dienst van de gemeente iri dit verband derhalve geen schuld treft. De beraadslaging wordt gesloten en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het praeadvies besloten. X. Voorstel tot wijziging van de begrooting, dienst 1918, ten behoeve van de kosten van uitbreiding der Centrale Keuken. (Zie Ing. St. No. 87). De beraadslaging wordt geopend. De heer Eerdmans. M. d. V. Er is eene zonderlinge tegen stelling tusschen het Ingezonden Stuk No. 87 en de stukken, die op dit voorstel betrekking hebben en inde Leeskamer ter visie zijn gelegd aan den eenen kant en tusschen de discussiën in den Raad gehouden, toen het besluit tot uitbreiding van de Centrale Keuken werd genomen, aan den anderen kant. Wanneer wij nu die discussiën nagaan, vinden wij, dat het voorstel om de Centrale Keuken uit te breiden, als spoed- eischend aan de orde werd gesteld, zonder dat de Commissie van Fabricage daarin was gehoord. De heer A. Mulder heeft toen zijne bezorgdheid geuit, dat het niet goed was om deze zaak als spoedeischend te behandelen zonder dat de Commissie van Fabricage was gehoord. Er is toen gezegd, dat dit geen kwaad kon, want het was maar een crediet, waarvan men met de meest mogelijke zuinigheid gebruik zou maken en de discussiën, door mij bedoeld zijn dan ook geëindigd met de toezegging van den kant van Burgemeester en Wethouders, dat daarmede eene volstrekte zuinigheid zou worden betracht en dat men niet verder zou gaan als door de omstandigheden geboden was. ledereen, die toen aanwezig was, kreeg den indruk, dat dit het maximum bedrag was, dat daarvoor zou worden uitgegeven. Wanneer wij evenwel zien wat er gebeurd is, lezen wij, dat de uitbreiding, die ons toen werd voorgesteld met drie ketels, heeft plaats gehad met vier ketels. Als men nu vraagt, hoeveel dat al op de geheele som inwerkte, dan ziet men uit de stukken, dat die vier ketels gekost hebben een groote 11.000.zoodat één daarvan dus een kleine f 3000.kost. Bovendien vernemen wij,- dat men niet had gelet op het feit, dat men een electrische afzuig- inrichting moest maken, die blijkens den overgelegden staat van kosten f 2500.gekost heeft. Waarom is die vierde ketel erbij geplaatst? Omdat de Commissie voor de Volksvoeding het wenschte. Een van de leden van de Commissie van Fabricage deelde mij mede, dat deze Commissie er nooit iets van gehoord heeft; de zaak is tot stand gekomen, zonder dat zij erin is gekend. Ik vind wel een groot contrast tusschen de stellige ver zekering, die gegeven was nadat de Commissie van Fabricage bezwaren had ingebracht tegen het geven van een blanco crediet, dat met de grootst mogelijke zuinigheid de zaak zou worden ter hand genomen en de eenigszins laconieke manier, waarop in de stukken wordt medegedeeld, dat men wat verder is gegaan, omdat de Commissie voor de Volksvoeding het beter vond, dat er vier ketels waren in plaats van drie. Ik

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 5