71 Art. 4. Het bedrag van rente en aflossing wordt jaarlijks op de begrooting der gemeente in uitgaaf gebracht en uit de gewone inkomsten der gemeente bestreden. Art. 5. De leening zal worden uitgeschreven tegen een door Bur gemeester en Wethouders nader te bepalen dag en koers. Wanneer de inschrijvingen bet uit te geven bedrag over treffen. zal de toewijzing der obligatiën ponds pondsgewijze geschieden. Art. 6. De kosten van de levering der obligatiën, waaronder begrepen de zegelkosten, komen voor rekening van de gemeente Leiden. Art. 7. De nadere regeling van de wijze an uitgifte, de betaalbaar stelling der aflosbaar gestelde obligatiën en der coupons, geschiedt door Burgemeester en Wethouders. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 4