DONDERDAG 3 APRIL 1919. 65 aan Burgemeester en Wethouders wordt verzocht te overwegen. Wanneer de motie verschillende stemmen op zich zal ver werven, zullen Burgemeester en Wethouders bij hunne over weging hierin een steunpunt vinden. De geachte Wethouder kan zich vereenigen met de bedoeling van de motie, die is, dat er met de grootte van een gezin rekening zal worden gehouden. Nu kan ik mijne motie wel intrekken en er mij tevreden mede stellen, dat Burgemeester en Wethouders over weging toezeggen. Burgemeester en Wethouders zullen mijns inziens evenwel veel sterker staan, wanneer zij zien, dat een aantal leden van den Raad zich schaart aan hunne zijde. Ik geloof dan ook, dat iedereen zich met mijne motie zal kunnen vereenigen, waar de bedoeling is, dat Burgemeester en Wet houders deze zaak eens zullen overwegen. Burgemeester en Wethouders zullen dan naar gelang van de omstandigheden kunnen handelen. De heer Briët. M. d. V. Ik zou eerst wat willen toevoegen aan den heer Sijtsma waar hij den heer Pera en degenen, die het standpunt van den heer Pera innemen, in de schoenen schuift de meening alsof zij conservatieven of slaapmutsen zijn. De heer Sijtsma. Ik heb niet gezegd, dat de heer Pera een slaapmuts was; ik heb gesproken van een slaapliedje. De heer Briët. Ik kan mij dat verwijt ook niet aantrekken, maar in dezen tijd juist van de verkiezingen is een dergelijk argument vooral tegenover den heer Pera zeer handig, maar ik acht het niet juist. Het gaat hier niet om conservatisme maar om het beleid betreflende de levensmiddelen voorziening in het algemeen en het beleid wat betreft den gasprijs hier in Leiden in het bijzonder. Wat betreft de motie van den heer Wilmer, zou ik hem toch in overweging willen geven om die in te trekken na de belofte van den heer van der Pot, dat hij indien eene nieuwe regeling mocht tot stand komen daaraan zal deuken. Dan heeft hij toch volkomen zijn doel bereikt. Ik ben het met de strekking van de motie volkomen eens. Indertijd-was ik den heer Wilmer dan ook van steun bijzijn poging om voor de grootere gezinnen wat meer bij Burge meester en Wethouders gedaan te krijgen, maar aangezien hij nu misschien de kans loopt dat die motie wordt verworpen, zou ik het na de belofte van den heer van der Pot verstandiger vinden, indien de heer Wilmer genoegen neemt met de toe zegging van den heer van der Pot, dat hij die zaak zal over wegen, want dan heeft de heer Wilmer toch zijn doel bereikt. De heer Sijtsma. Toen ik zeide, dat de heer Pera een slaap liedje zong, sloeg dat niet op de verkiezingen, maar ik wilde daarmede te kennen geven, dat hij niet zich uitspreekt hoe hij er over denkt en zegt: we moeten dit of dat doen, maar eenvoudig zegt: laten wij de zaak nu nog maar laten rusten en dat maakte werkelijk op mij den indruk, dien een slaap liedje op ons, of liever gezegd op kinderen maakt. Dus ik zou den heer Briët willen toevoegen, dat ik hoegenaamd daarbij niet aan de verkiezingen heb gedacht. Maar er zijn menschen, die zooals het spreekwoord zegt: plannen in hun eigen hart opgebouwd, bij een ander zien. De heer Briët. Wat mij zelf betreft, sta ik daar zooals de heer Sijtsma weet, op het oogenblik buiten, maar ten opzichte van den heer Pera heb ik daartegen op willen komen. De heer Sijtsma. Ik heb méér opgemerkt, dat dergelijke aanmerkingen, altijd van dien kant komen en er bij gedacht, of hier misschien een soort politiek eigenbelang voor zit De heer Pera. Ge moest nu met je hatelijkheden eens uit scheiden, kerel De heer SijtsmaWelke heeren zelf in hun hart ge dachten voelen, dat veronderstellen ze dan ook bij een ander. Mijnerzijds constateer ik dat ik aan geen verkiezingstruc heb gedacht. De heer Wilmer. Ik zou den heer Briët, over wiens steun ik mij zeer verheug, toch even willen zeggen, dat Burgemeester en Wethouders sterker tot dergelijke overwegingen zullen zijn geneigd, wanneer zij weten, dat mijne motie veel stemmen heeft gekregen en daarom wil ik die motie gaarne in stemming brengen. De motie Wilmer daarop in stemming gebracht, wordt ver worpen met 21 tegen 5 stemmen. Tegen stemmen de heeren J. P. Mulder, Planjer, van Gruting, Fokker, Pera, Huurman, Zwiers, Bots, van Romburgh, de Boer, Boot, Knappert, van der Lip, van der Pot, Eerdmans, Reime- ringer, van der Eist, Briët, Hoogenboom, Sijtsma en van Hamel. Vóór stemmen de heeren Oostdam, Timp, van Tol, Heems kerk en Wilmer. (De heer Huurman is inmiddels ter vergadering gekomen). Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt aan genomen met 23 tegen 3 stemmen. Vóór stemmen de heeren J. P. Mulder, Planjer, van Gruting, Fokker, Pera, Huurman, Zwiers, Bots, van Romburgh, de Boer, Boot, Knappert, van der Lip, van der Pot, Eerdmans, Reime- ringer, van der Eist, Briët, Hoogenboom, van Hamel, Oostdam, Timp en Wilmer. Tegen stemmen de heeren van Tol, Heemskerk en Sijtsma. XI. Praeadvies op het verzoek van de afdeeling Leiden van den Revolutionairen Socialistischen Vrouwenbond, in zake ver laging van den gasprijs en goedkoopere beschikbaarstelling van distributieartikelen. (Zie Ing. St. No. 75.) De beraadslaging wordt geopend. De heer Heemskerk. M. d. V. Waar het vorig agendapunt ook behelsde wat in dit adres is verzocht, daar zou het wel licht eenen vreemden indruk maken, wanneer ik thans mede- ging met het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Waar in dit adres niet alleen wordt gesproken over verlaging van den gasprijs, maar ook over andere artikelen en ik medega met de argumenten door Burgemeester en Wethou ders genoemd ten aanzien van de andere artikelen, althans, voor een groot gedeelte, daar is het voor mij moeilijk om te beslissen, hoe ik moet stemmen. Waar ik gezien heb den uitslag van de stemming over het voorstel van Burgemeester en Wethouders onder punt 9, daar zal ik over dit punt thans geene stemming aanvragen, maar mij tevreden stellen deze verklaring te hebben afgelegd. De heer van der Elst. M. d. V. Ik kan mij wel vereenigen met het praeadvies van Burgemeester en Wethouders, maar ik zou toch nog wel een enkele opmerking willen maken namelijk, dat het te bejammeren is, dat het publiek ten aan zien van de varkensmesterij niet meer ingelicht is geworden. Er zijn destijds hooge boomen hierover opgezet, maar van dat alles is niets gekomen. Ik kan mij begrijpen, dat het publiek heeft verwacht, dat er heel wat varkens zouden worden ge slacht. Nu hebben Burgemeester en Wethouders het nooit noodig gevonden hieromtrent inlichtingen te geven. Het ge volg daarvan is de opmerking in het adres: waar nu de varkens blijven? Het is dan ook beter, voortaan tijdig bekend te maken hoe het met de zaak staat, zoodat men niet te groote verwachtingen kan koesteren. Het eenige wat ver kregen is, is, dat er nu en dan wat varkensvleesch aan de Centrale Keuken wordt geleverd; van eene distributie van varkensvleesch is evenwel geen sprake. De Voorzitter. Er is naar ik meen door middel van advertentie's, wel eens een enkele maal medegedeeld, dat er op kleine schaal proeven werden genomen. Wanneer overigens de resultaten van de varkensmesterij niet aan de verwachtingen hebben voldaan, mag dit niet aan Burge meester en Wethouders worden geweten. De heer Sijtsma. M. d. V. Naar aanleiding van het prae advies en ook naar aanleiding van hetgeen de heer van der Eist heeft opgemerkt, wil ik nog even een vraag doen. Indertijd zijn de Raadsleden uitgenoodigd om die vriesin- richting eens te gaan bekijken. Dat was in November. Daar van heb ik ook gebruik gemaakt en toen had ik al mijn notitieboekje bij mij voor een ander doel, want het was eigenaardig hoeveel bevroren varkensvleesch daar was en ik dacht, wat zullen wij daar straks van kunnen profiteeren. En nu hebben wij van dit vleesch nog niets vernomen. Is dat er nog? üf wordt dat straks gedistribueerd? Het vleesch is tegenwoordig zoo moeilijk te krijgen,' dat wanneer er nu vleesch was om te distribueeren. ik dat zeer zou toejuichen ook op dezen grond, dat door den Directeur van het Slacht huis werd medegedeeld, dat het bevroren vleesch het best te gebruiken was, wanneer het niet te warm was; het moest niet onmiddellijk ontdooien. Wanneer dat vleesch er dus is, zou ik het wenschelijk achten, dat het er toe zou komen, dat dat vleesch zou wor den gedistribueerd. De Voorzitter. Het paardenvleesch is reeds gedistribueerd; de distributie van het andere vleesch wacht op de beslissing van de Regeering, die daarin moet bewilligen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 7