GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
57
lKGEEOtlEII STUKKEN.
N°. 81. Leiden, 2 April 1919.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat zij geene bedenkingen heeft tegen het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders tot verhooging van den post «Tijde-
lijke geldleening ter voorziening in de behoefte van kasgeld"
met f 1000000.(zie lng. Stukken no. 71).
Evenmin heeft zij bezwaar om, indien de Raad besluit aan
de Vereeniging sSchoolkindervoeding" een verhoogd subsidie
over 1919 van f 5000.te verleenen (zie lng. Stukken no.
78) deze gelden te vinden uit den post «Onvoorziene Uit
gaven".
Zij stelt U derhalve voor de desbetreffende begrootingsstaten
goed te keuren.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 82. Leiden, 5 April 1919.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geeft eerbiedig te kennen:
Het bestuur der Vereeniging »ae Ambachtsschool" te Leiden;
dat door het periodiek aftreden van het bestuurslid van
hare vereeniging, den Heer J. C. Binnendijk, eene vacature
is ontstaan in haar bestuur;
dat verzoeker de eer heeft aan Uwen Raad de navolgende
voordracht ter voorziening in de vacature te doen toekomen
1. De Heer G. VAN DRIEL.
2. De Heer R. VAN AMMERS.
Met eerbiedig verzoek om uit deze voordracht een bestuurslid
te willen benoemen ter voorziening in de vacature.
't Welk doende enz.
A. M. Touw, Voorzitter.
W. de Clercq, Secretaris.
N°. 88. Leiden, 5 April 1919.
Ter vervulling van de vacature van leeraar in het schoon
schrijven aan de afdeeling A der Kweekschool voor onderwijzers
en onderwijzeressen alhier, welke den 1 en Mei a.s. zal ontstaan,
tengevolge van het met ingang van dien datum verleend
eervol ontslag aan den heer J. G. Enders, hebben wij de eer
U de volgende voordracht aan te bieden, welke Voordracht,
ingevolge artikel 4 der verordening van den 21en Maart 1912
voor de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen
te Leiden, door ons is opgemaakt, na overleg met den Directeur
dier inrichting.
1°. W. KOOPS, hoofd der O. L. school 2e klasse voor jongens
en meisjes, No. 3, en leeraar in paedagogiek aan de Kweek
school voor onderwijzers en onderwijzeressen te Leiden
2°. W. VAN DER LAAN, hoofd der O. L. school 3e klasse,
No. 4, te Leiden.
Onder mededeeling, dat het ter zake door den Directeur
der Kweekschool uitgebracht advies in de Leeskamer ter
inzage is nedergelegd, verzoeken wij U alsnu tot de benoeming
over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N*. 84. Leiden, 5 April 1919.
Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van N. van
der Klugt om vergunning tot het maken van een houten
gebouw, met asphalt gedekt en bestemd tot het uitoefenen
van het bedrijf van plaatsnijder, in den tuin van het perceel
Zijlsingel No. 38, bestaat bij ons College geenerlei bezwaar.
Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging aan
N. van der Klugt voornoemd vergunning te verleenen om de
in den tuin van het perceel Zijlsingel No. 38, kad. bekend
Sectie K No. 1382, te bouwen werkplaats van bout te doen
maken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Gemeenteraad der stad Leiden
Vraagt ondergetekende door dezen UEd beleefd om hem
vergunning te verleenen om te moge bouwen agter zijn huis
in zijne tuin gelegen aan den Zijlsingel No 38 en Kadastraal
bekend in sektie K No 1382 een Werkplaats groot 500 X
3,65 M van Hout gebouwd en met Aspalt gedekt om daarin
uitteoefenen het bedrijf van Plaatsnijder mij overtuigd houdende
dat UEd hiertegen wel geen bezwaar zal hebben om hem
deze vergunning te verleenen hoopt hij deze van UEd spoedig
te zullen vernemen en zegt UEd bij voorbaat hiervoor beleefd
zijn dank: bijgaand heeft UEd twee tekeningen en een Situatie
Hoogachtend,
UEd. Dw. dienaar
N. v. d. Klugt.
Leiden, 13 Maart 1919.
N°. 85. Leiden, 7 April 1919.
In verband met Uw besluit van 2 Mei 1918 (Ingek. Stuk
ken No. 111) zijn hij Koninklijk Besluit van 24 October d.a.v.
de gevraagde voorschotten verleend ten behoeve van den
bouw van 108 woningen en den aankoop van den daarvoor
benoodigden grond, gelegen aan en nabij de Bronkhorststraat,
de Verlengde Mauritsstraat, de Gasstraat en verder zich aldaar
onder de gemeente Leiderdorp bevindende straten, door de
woningbouwvereniging »Ons Belang".
Ook ditmaal wijkt het Koninklijk Besluit in een enkel
opzicht af van het raadsbesluit. Terwijl toch het voorschot
ad 57.900.voor den aankoop van den grond, de ophoo
ging van het terrein, den straataanleg met rioleering enz.,
overeenkomstig de aanvrage in 75 jaren kan worden afge
lost, moet het voorschot ad 529.900.— ten behoeve van den
bouw reeds in 50 jaar, in plaats van in 55 jaar, zooals ver
zocht was, worden afgelost. Dientengevolge stijgt het tekort
met 700.zoodat ook de gemeentelijke bijdrage van
i 4200.'sjaars met een klein bedrag zal toenemen.
Behalve eene hiermede verband houdende wijziging van
Uw besluit van 2 Mei 1918 kan tevens de begrootingsrege-
ling, welke verband houdt met de verkrijging van de Rijks-
voos schotten en de verleening van die voorschotten en den
verkoop van den grond aan de vereeniging »Ons Belang",
worden vastgesteld.
Wij geven U derhalve in overweging:
a. Uw besluit van 2 Mei 1918 in zake het aanvragen en
aanvaarden van een voorschot met bijdrage ten behoeve van
den bouw van 108 woningen op een terrein, gelegen aan en
nabij de Bronkhorststraat, de Verlengde Mauritsstraat, de
Gasstraat en verder zich aldaar onder de gemeente Leider
dorp bevindende straten, door de woningbouw-vereeniging
»Ons Belang" alsnog in dien zin te wijzigen, dat ons College
gemachtigd wordt het voorschot van ten hoogste 529.900.
voor den woningbouw te aanvaarden met de verplichting om
gedurende 50 jaren voor rente en aflossing daarvan eene
annuïteit groot 4,856 ten honderd van het werkelijk verleende
voorschot te voldoen;
b. over te gaan tot vaststelling van den hierbij gaanden
suppletoiren begrootingsstaat, waarop de verkrijging en ver
leening van het voorschot ter uitvoering van het sub a
bedoelde bouwplan en den verkoop van den daarvoor benoo
digden grond aan de vereeniging «Ons Belang" is geregeld.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 86. Leiden, 7 April 1919.
De kosten van het stichten van 10 noodwoningen op een
terrein aan de Magdalena Moonsstraat, waarvoor in Uwe
Vergadering van 12 Augustus 1918 een bedrag van ƒ21000.
werd beschikbaar gesteld, bedragen ten gevolge van hoogere
eischen, door het Staatstoezicht aan de noodwoningen gesteld,
nadat met de plaatsing een aanvang was gemaakt, ƒ32913,44*
en overtreffen derhalve het beschikbaar gestelde bedrag met
f 11913.44».
Ook in deze hoogere kosten draagt het Rijk voor 9/io ge
deelte of 10722.50 bij; het restant ad f 1191.34® moet de
gemeente echter voor haar rekening nemen. Aangezien het
stichten der noodwoningen een gevolg is te. noemen van de
buitengewone tijdsomstandigheden, komt het ons bij nader
inzien rationeel voor de ten laste van de gemeente komende
kosten niet te vinden door afschrijving van den post voor
«Onvoorziene Uitgaven", zooals bij raadsbesluit van 12 Augus-