50
DONDERDAG 13 MAART 1919.
De Voorzitter. Die woorden vallen dan natuurlijk uit het
voorstel, wanneer het voorstel van den heer de Lange wordt
aangenomen.
De heer Huurman. Ik had willen vragen, wat men bedoelt
met dat woord volkshuisvesting. Is dat in den zin der woning
wet, of behooren er nog andere menschen tot het volk?
De Voorzitter. Die formuleering van ons voorstel was noo-
dig, omdat, men dan geen overdracht van rechten heeft te
betalen. Wanneer de heeren zich dus nu bepalen tot-en het
voorstel van den heer de Lange wordt aangenomen, dan moet
uit de overige leden van ons voorstel overal het woord volks
huisvesting worden geschrapt.
Wanneer men land aankoopt met de bedoeling als in het
raadsbesluit wordt genoemd, dan zal men daarvoor geen
overdrachtskosten hebben te betalen aan het Rijk.
De heer Huurman. M. d. V. In de eerste plaats wil ik op
merken, dat het mijne aandacht heeft getrokken, dat erdoor
Burgemeester en Wethouders zoo weinig aandacht is ge
schonken aan het vrij zaakrijk en van een verzienden blik
blijk gevend rapport van den Directeur van Gemeentewerken.
Het heeft mij verwonderd, dat slechts met een enkel woord
van de meening van den Directeur wordt melding
gemaakt.
De Directeur zegt in zijn rapport o. a.tegen dit voornemen
heeft ondergeteekende ernstige bedenkingen, omdat het aspect
van dergelijken woningbouw in strijd is met de vormen en
afmetingen van het stratenplan op het Raamland, terwijl
doordoor op dit terrein met aansluitende omgeving met name
in Zuidelijke richting voor altijd een stempel van minder
waardigheid wordt gedrukt.
Deze stadswijk is één der weinige in onze gemeente, waar
fraaie bouwblokken, gelegen aan breede, aesthetisch omlijnde
wegen tot stand kunnen komen. De vestiging van eene
arbeidersbevolking bij het begin van den 40 M. breeden ring
boulevard, die bestemd is eenmaal een groote attractie van
toekomstig Leiden te vormen, zou m. i. een ernstige fout zijn.
Zeer terecht zegt de Directeur in zijn rapport, dat wanneer
de prijs te hoog wordt geacht, niets een aanzienlijke verlaging
in den weg staat.
Voor dezen prijs zal men den grond ook niet aan Stads-
tuinwijk kunnen verkoopen. Burgemeester en Wethouders
gaan van het eene uiterste in het andere over. Eerst heeft
men villa's willen bouwen, waarvoor te veel grond moest
worden gekocht en van veel te hooge huurwaarde. Nu stellen
Burgemeester en Wethouders voor den grond aan Stadstuin-
wijk te verkoopen voor den bouw van huizen van ƒ200.—
tot 250.huurwaarde.
De mislukking van de exploitatie is mede hieraan toe te
schrijven, dat de laan dood loopt. Ik zou Burgemeester en
Wethouders in overweging willen geven de wegen aan te
leggen en dan eens af te wachten of het dan met den ver
koop van den grond niet beter zal gaanmen krijgt dan eene
verbinding tusschen den Hoogen Rijndijk en den Zoeter-
woudschen Singel. Ik zou aan die laan niet slechts villa's
willen doen bouwen, maar ook heerenhuizen van eene huur
waarde van 500. - tot 600.—. Op deze wijze zal de exploi
tatie wel gaan. Dit blijkt trouwens aan het groot aantal
dergelijke woningen, die aan den Hoogen Rijndijk en de
Wasstraat gebouwd zijn. Waarom zouden dergelijke woningen
ook niet kunnen worden gezet aan een laan van 30 M. breedte,
die verbinding heeft met den Zoeterwoudschen Singel? Er is
voor Tuinstadwijk terrein genoeg beschikbaar, b.v. het terrein
thans door de militairen in gebruik aan de Heerenstraat.
Waarom stellen Burgemeester en Wethouders niet voor dit
terrein voor Stadstuinwijk te bestemmen. Ik zou den geachten
Wethouder willen vragen, op welk terrein hij huizen van
hooge huurwaarde zou willen doen bouwen. Er is op het
oogenblik niet slechts behoefte aan arbeiderswoningen, maar
evenzeer aan huizen van 400—600 huurwaarde. Nu is
het heel lofwaardig, dat men tracht zorg te dragen voor de
volkshuisvesting, maar het geheele volk heeft toch behoefte
aan huisvesting. Wanneer men dit terrein, dat zoo uitnemend
geschikt is voor duurdere woningen, gaat bestemmen voor
arbeiderswoningen, waar moeten die duurdere woningen dan
worden gebouwd? Ik ben het dan ook geheel eens met het
voorstel van den heer de Lange, dat punt moet worden
gewijzigd in den zin als door hem voorgesteld en dat dit
terrein niet moet worden gebruikt op de wijze, als door
Burgemeester en Wethouders wordt voorgesteld. Laten wij
eerst eens zien, of het niet mogelijk is andere woningen te
krijgen, dan arbeiderswoningen en soortgelijke.
De heer Reimeringer. M. d. V. Ik zou mij wel kunnen
aansluiten bij het amendement, dat is ingediend. Ik moet
zeggen, dat wij dikwijls betreuren voorstellen, vroeger door
den Raad aangenomen, maar wanneer nu deze Raad het aan
hangige voorstel aanneemt, doen wij iets, waarvan wij naar
mijne meening in de toekomst spijt zullen hebben.
ïk behoef niet te herhalen, wat door den heer de Lange
en den heer Huurman in het midden is gebracht, maar door
dat terrein te bestemmen voor den bouw van woningen door
Burgemeester en Wethouders bedoeld, ontneemt men alle
kans, dat wij in de gelegenheid zullen zijn om kleine koop
krachtige menschen naar Leiden te trekken. Wanneer dat
terrein bestemd wordt voor woningen als Burgemeester en
Wethouders bedoelen, is het uitgesloten, dat wij een ander
terrein zullen vinden voor de woningen, die de heer Huurman
daar zoo gaarne zag verrijzen. Men hoeft daar geen reusachtige
villa's te plaatsendie zullen er in Leiden wel niet komen,
maar misschien zouden daar opgericht kunnen worden aardige
woningen, zooals men die vindt in de omstreken van Haarlem,
Utrecht, Amersfoort en Arnhem. Daar heeft men aan aardige
parken staan woningen van ƒ400.tot ƒ600.die in het
groen aardig uitkomen. Aan den bouw van dergelijke woningen
moeten wij voor dit terrein vasthouden en dat uitzicht wordt
onherroepelijk bedorven wanneer die stadswijk wordt aan
gelegd op de wijze als Burgemeester en Wethouders zich op
het moment voorstellen.
Ik zou het dus zeer bejammeren, wanneer het voorstel van
Burgemeester en Wethouders werd aangenomen.
De heer Sijtsma. M. d. V. Ik kan mij niet zoo ineens met
het amendement en het idee daarin vervat vereenigen.
Wanneer het was, dat het geheele terrein van het Raam
land in beslag zal worden genomen door de woningen, die
de vereeniging Tuinstadwijk denkt te bouwen en wanneer
het absoluut onmogelijk was, dat er later andere huizen
konden staan, dan zou men kunnen zeggen, dat nu het heele
Raamland verloren was voor betere woningen en dan zou ik
ook iets kunnen voelen voor het idee van de voorstellers,
maar dat geloof ik niet.
Hoe komt men nu ook tot het idee, dat dit arbeiderswo
ningen zijn? Ik heb daarvan eens een plan gezien en het
geheel van den aanleg maakte werkelijk een mooien indruk,
zoodat iemand, die daar eene woning van ƒ500 of ƒ600 huur
wilde bouwen, zich door Tuinstadwijk heusch niet behoefde
te laten afschrikken.
Waarom moet men nu zoo'n scheiding gaan maken Omdat
daar nu zullen, komen woningen van een huur van ƒ300,
kunnen er daarom geene huizen naast staan, die 4, 5 of
ƒ600 zullen doen? Dat geloof ik volstrekt niet. En daarom
meen ik, dat wij aan het idee van de voorstellers niet moeten
vasthouden, en ik zou het betreuren, wanneer het voorstel
niet werd aangenomen.
Men kijke in dit verband maar eens naar Vreewijk. Daar
heeft men een straat met, arbeiderswoningen en daarnaast
ook woningen van 3 tot ƒ500. Het nu naar voren gebracht
bezwaar is daar dus niet gevoeld.
Wij hebben het Raamland nu al zoo lang in exploitatie en
men heeft al zoo lang daar gelegenheid gehad om grond te
koopen, maar er zijn geen gegadigden gekomen. Het is al
meer in den Raad gezegd, dat het streven van de menschen
veel meer is naar den kant van den Rijnsburgerweg te wonen
als dezen kant uit.
En wanneer wij nu weder deze gelegenheid laten voorbij
gaan en de vereeniging Tuinstadwijk niet in de gelegenheid
stellen om die woningen op dat terrein te plaatsen, dan ligt
dat land daar misschien weder een langen tijd braak en
renteloos, terwijl men per slot van rekening er dan toch toe
zal komen om het te bebouwen met arbeiderswoningen.
Bovendien herhaal ik nog eens, de huizen van Tuinstadwijk
zijn geen arbeiderswoningen.
De heer Pera. M. d. V. De heer Huurman heeft eene op
merking gemaakt, die mijne aandacht heeft getrokken en ik
heb mij afgevraagd, of het niet gewenscht zou zijn op het
oogenblik niet de beslissing te nemen, die door Burgemeester
en Wethouders wordt voorgesteld. Er is opgemerkt, dat de
oorzaak, dat dit terrein niet aantrekkelijk was om daar zich
te vestigen, gelegen was in het feit, dat de laan doodliep en
dat door de doortrekking van de laan naar den Zoeterwoud
schen Singel de waarde van dit terrein veel verbeterd zal
worden.
Nu zegt de heer Sijtsma: dit terrein ligt reeds zoo lang
braak en de gemeente heeft er nog zoo weinig succes mede
gehad; ik zou willen vragen: zou het niet goed zijn, nu de
ligging van dit terrein veel gunstiger zal worden, door de
doortrekking van die laan, de zaak nog eens een paar jaar
aan te zien. Wellicht dat wij dan meer succes zullen hebben.
Er is dan ook wel wat voor te zeggen om mede te gaan met
het voorstel, door de drie heeren gedaan.
De heer A. Mulder. M. d. V. Ik ga geheel mede met het
voorstel van Burgemeester en Wethouders. Er wordt gezegd,
dat op deze wijze het terrein geheel zal worden bedorven