DONDERDAG 13 MAART 1919. maatregelen in overweging gegeven om aan dien toestand een einde te maken. Naar aanleiding daarvan heb ik het advies van deskundigen ingewonnen; de resultaten van dat overleg zal ik U thans even mededeelen. De broodkaarten, bonboekjes, melk-, vet-, koffie-, en thee- kaarten worden in vier posten uitgegeven, te weten het Bureau Nieuwe Rijn en de posten Gasfabriek (Tweelingstraat), St. Jacobsgracht en Stadswerf; de eerste van'die posten, het Bureau Nieuwe Rijn, is een dubbelpost, gesplitst naar even err oneven nummers en aan alle posten komt ongeveer een gelijk aantal personen hunne kaarten halen. De voornaamste oorzaak, dat aan het Bureau Nieuwe Rijn nu en dan moet worden gewacht, is gelegen in de omstandigheid, dat zeer velen zich hoegenaamd niet storen aan de in de bladen aan gegeven nummerverdeeling en niet op de voor hen aangewezen dag gelieven te komen. Dat dit oponthoud geeft, spreekt vanzelf; wijst men die personen af, dan volgen er krachtige protesten. Overigens vindt wachten van eenigen duur alleen plaats als meerdere soorten kaarten tegelijk worden afgegeven, hetgeen opzettelijk geschiedde, om bet publiek een gang naar het bureau te besparen. De heer Heemskerk stelde mij voor, een gedeelte der aan den post Nieuwe Rijn ingeschrevenen over te schrijven op andere posten; daar de inschrijving destijds naar eigen ver kiezing der betrokkenen is geschied, zal gedwongen over schrijving ongetwijfeld tot protesten aanleiding geven. Een 5en post in te stellen, zooals de heer Heemskerk subsidiair voorstelde, lijkt mij overbodig, aangezien de distributie wel spoedig tot het verleden zal behooren en de thee- en koffie- kaarten reeds verdwenen zijn. Ik kan den Heeren nog mede deelen, dat er Dinsdagmorgen slechts 10 minuten gewacht moet worden, dit na aansporing tot vlugheid tot 1\ minuut werd teruggebracht en na verloop van een half uur alles glad verliep; Woensdagmorgen behoefde niemand te wachten. Het komt mij derhalve voor, dat geen maatregelen genomen behoeven te worden. Wat de Gemeentelijke vischverkoop betreft, heb ik het volgende mede te deelen. Het wachten kan hier onmogelijk worden voorkomen, daar het verband houdt met den aanvoer van visch, die zeer ongelijk is. Er zijn dagen, dat er 20 manden, ook dat er 50 a 80 manden worden aangevoerd. Is de aanvoer groot, dan moet een daarmede overeenkomstig aantal nummers visch- kaarten worden geldig verklaard omdat men anders het gevaar loopt, dat de visch bederft Eene regeling om de beschikbare visch over de geheele week gelijkelijk te verdeelen moet, afgezien van het optredende bederf, afstuiten op de onmoge lijkheid om van te voren vast te stellen hoe groot iederen dag de aanvoer zal zijn; op herhaalde verzoeken aan het Centraal Bureau tot den afzet van visscherijproducten te Amsterdam om de visch regelmatiger toe te zenden, moest steeds een weigerend antwoord gegeven worden, aangezien de levering afhankelijk is van de vischontvangst en het binnen komen der schepen. De menschen, die om visch komen, zijn vrij in de keuze van den vischwinkel; zij worden in beide lokaliteiten even vlug geholpen, aangezien in beide evenveel personeel aanwezig is. Indien men niet verkiest aan den Gemeentelijken winkel op de Vischmarkt te koopen, kan men gerust naar het lokaal aan de Pieterskerkgracht gaan; zooveel mogelijk in het laatste lokaal te doen verkoopen, zooals de heer Heemskerk voorstelt, komt mij dan ook nadeelig voor het publiek voor. Ten slotte deed de heer Heemskerk mij het voorstel aan de hand om voor den vischwinkel aan de Vischmarkt slechts enkele letters, waaronder minder namen vallen, geldig te verklaren. Hier getuigt de heer Heemskerk van een geheel verkeerde voorstelling van den verkoop van regeeringsvisch op kaarten. De serieletters immers houden geen verband met de namen der houders van de kaarten, terwijl alle serieletters 1000 nummers tellen. De serieletters komen in volgorde aan de beurt, terwijl zooveel nummers worden geldig verklaard als met de hoeveelheid aangevoerde visch overeenkomt. Ouk ten aanzien hiervan schijnt mij dus geen voorziening noodig. Ik hoop den heer Heemskerk en de andere heeren hiermede voldoende te hebben ingelicht. Ik heb dit alles op schrift gezet, omdat het eene vrij ge compliceerde quaestie is, die men moeilijk a l'impioviste kan mededeelen. Zooals men heeft gehoord, is het publiek dikwijls zelf de oorzaak van de moeilijkheden. De heer Heemskerk. Md. V. Ik dank U zeer voor Uwe mededeeling. Ik ben het evenwel niet met U eens, dat men protesten zou mogen verwachten van de zijde van het publiek, wanneer het in het belang van de menschen zelf zou zijn, dat zij naar een anderen post worden overgeplaatst. Burge meester en Wethouders moeten hiervoor evenwel niet terug deinzen, wanneer het in het belang der bevolking zelve is, dat men naar een anderen post wordt verplaatst. De Voorzitter. Wanneer de menschen er om vragen, ge beurt het, maar de menschen vragen er niet om. Nu lijkt het of het aan den post Nieuwe Rijn veel drukker is dan aan andere posten, maar dat komt, omdat men daar te maken heeft met een dubbelpost. Het zijn daar twee posten in één etablissement vereenigd. Wat de vischdistributie betreft, daar mag iedereen komen. Zooals ik zeg, heb ik de kwestie nauwkeurig laten nagaan en wanneer wij zien hoe men in andere plaatsen moet wachten, is het hier nog niet zoo erg. Niemand meer het woord verlangende wordt de vergadering gesloten. Beiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 15