50 Leiden, 17 Maart 1919. Onder terugzending van het adres van de Duurtecommissie uit de Leidsche arbeidersbeweging van 15 Februari, gericht aan den Raad en den gasprijs betreffend, hebben wij de eer U het navolgende te berichten. Het volgend overzicht van de gasprijzen elders schonk ons de overtuiging, dat de huidige prijzen te Leiden tegenover die in andere genieenten niet ongunstig afsteken. Plaats. Pr ij zen voor muntgas eerste verbruik verder verbruik 101 161 40 101 12 20 resp. 30 15 46 8 10—22—100 121 17! resp. 25 12 25 resp. 100 13 16 121 18! 20 20 18 18 10 18 resp. 26 Amsterdam 's Gravenhage. Schiedam Maastricht Arnhem. Amersfoort. Zwolle Haarlem. Delft 's Hertogenbosch, Gouda Leiden De opmerking van de Duurtecommissie, dat de arbeiders maandelijks 5, 6 en 7 gulden, soms meer, moeten bijpassen, laat niet na op het eerste gezicht diepen indruk te maken; gaat men echter na, hoe groot het gasverbruik moet zijn, opdat er dergelijke bedragen als toeslag moeten worden betaald, dan wijzigt zich die aanvankelijke indruk aanmerkelijk. In de eerste plaats dient wel in aanmerking te worden genomen, dat de muntmeters nog geïnstalleerd zijn op een gasprijs van 8 ets per M3. De groote kosten, verbonden aan verandering dezer meters, hebben er tot dusver van weer houden om hiertoe opnieuw over te gaan; het schijnt aange wezen daarmede te wachten, totdat over den in de toekomst als normaal te beschouwen gasprijs eenige meerdere zekerheid bestaat. Maar door deze omstandigheid is de zoogenaamde bijpassing niet alleen eene bijbetaling voor de M3s boven die, welke voor 10 ets worden geleverd, doch moet ook reeds voor dit eerste rantsoen, dat belangrijk beneden den kostprijs wordt geleverd, 2 ets per M3 worden bijbetaald. Niettemin is bij een verbruik van 60 M8 de bijbetaling nog slechts f 4,50, zoodat om 6,a 7,aan toeslag ver schuldigd te zijn, men 68 a 74 M3 gasper maand moet hebben verbruikt. Neemt men nu in aanmerking, dat het gemiddelde verbruik over een muntmeter, zooals arbeiders in den regel benutten, in normale tijden circa 40 M3 per maand bedroeg, dan mag vastgesteld worden, dat de door de tijdsomstan digheden en de duurte zelf teweeg gebrachte bezuiniging nog geheel buiten beschouwing gelaten een gasverbruik, hetwelk eene bijbetaling van f 5,— a 7,noodig maakt, voor een arbeidersgezin toch zeker eer uitzondering dan regel is. Bij een verbruik van 40 M3 komt de prijs van het gas thans op 13 ets per M3, hetgeen wel belangrijk meer is als voor den oorlog, maar daarnaast mag in aanmerking worden ge nomen, dat de loonen over het algemeen eveneens belangrijk gestegen zijn. Ook indien de koienaanvoeren wederom normaal zullen zijn, in welk geval waarschijnlijk weder een uniforme gasprijs zal kunnen worden ingevoerd, zal, met het oog op de nieuwe kolenprijzen, van een lageren gasprijs dan 12 a 13 ets, wel geen sprake kunnen zijn. De Duurtecommissie heeft bij het opstellen van haar request er- bovendien geen rekening mede gehouden, dat de ruimere koienaanvoeren in den laatsten tijd ons bedrijf in staat hebben gesteld tot eene verhooging van het warmtegevend vermogen van het gas met 10 a 15% over te gaan, hetgeen een over eenkomstig geringer verbruik en dus eene besparing op de gasrekening ten gevolge heeft. Verdere kwaliteitsverbetering van het gas schijnt in de naaste toekomst, als de toestand der kolenmarkt dit althans toelaat, niet uitgesloten. Bedenkt men hierbij nog, dat het voorjaarsseizoen gelegen heid geeft, langer het daglicht te benutten en dat ook de invoering van den zomertijd in die richting werkzaam zal zijn, dan volgt de conclusie, dat er weldra reeds zonder ver laging van gasprijs eene aanmerkelijke vermindering van de gasrekeningen zal intreden, van zelf. Tot eene progressieve gasprijsregeling, zooals in het adres wordt gevraagd, zouden wij trouwens in geen geval kunnen adviseeren, daar voor eene gemeente als de onze het verlies, dat men zoodoende aan de eene zijde kreeg te lijden, onmogelijk door meerdere winst aan de andere zijde valt goed te maken en het bedrijf derhalve, de gemeentefirianciën aanmerkelijk zou gaan bezwaren. In verband met het bovenstaande hebben wij de eer U in overweging te geven den Raad voor te stellen op het verzoek van de Duurtecommissie niet in te gaan. De Commissarissen van de Stedelijke Fabiieken van Gas en Electriciteit. C. W. van der Pot Bz., voorzitter. Corporaal. secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. Geeft beleefdelijk te kennen de Duurte-Commissie uit de Leidsche Arbeidersbeweging; dat het, vooral in verband met de groote werkloosheid, voor de massa der bevolking werkelijk ondoenlijk wordt om de hooge gasprijzen te blijven betalen; dat de maandelijksche bijpassing van bedragen van 5, 6 en 7 gulden en soms meer, voor de arbeiders op den duur niet te dragen valt en in elk geval een zeer schadelijken invloed uitoefent op de volksvoeding, daar deze gelden moeten ont trokken worden aan het bedrag dat voor de voeding beschik baar is; dat het hoogst ongewenscht is, dat de gemeente door de dure gasprijzen de economische nood der bevolking nog ver ergerd dat het de Duurte-Commissie wel bekend is. dat de productie prijzen van het gas gedurende den oorlog ontzaglijk zijn ge stegen, doch dat zulks in geen geval rechtvaardigt, dat die duurte zelfs maar voor een deel wordt verhaald op de massa, die reeds aan een tekort in inkomsten het hoofd moet bieden. Redenen waarom de Duur re-Commissie Uw College verzoekt door invoering van een progressieve gasprijsregeling den prijs van het gas voor de arbeiders en kleine burgers aanzienlijk te willen verlagen. 't Welk doende enz. de Duurte-Commissie D. A. van Eck, voorzitter. Leiden, 15 Februari 1919. J. P. de la Rie, secretaris. N°. 75. Leiden, 28 Maart 1919. Nevensgaand adres van de afdeeling Leiden van den Revolutionnairen Socialistischen Vrouwenbond geeft ons aan leiding het navolgende onder Uwe aandacht te brengen. I. Ondergoederen en Sajet. In de maand November van het afgeloopen jaar is met den verkoop van de z.g. Rijksboven- en ondergoederen een aanvang gemaakt. De gemeente heeft dezen verkoop zelf ter hand genomen en de goederen als het ware tegen inkoopsprijs verkocht. De omzet bleef echter zeer gering, niet ten gevolge van de te hooge prijzen, die voor de ondergoederen moesten worden betaald, doch door de weinige medewerking van de zijde van de winkeliers, die confectiegoederen plegen te verkoopen. Ondanks dit feit heelt de gemeente Leiden, voorzooverre ons bekend is, toch nog de grootste hoeveelheid rijkskleeding van alle gemeenten omgezet. Sajet kan van gemeentewege niet beschikbaar worden gesteld, aangezien van Rijkswege de voorraden zijn opgevorderd, om tot kousen en sokken te worden verwerkt. Deze kousen en sokken, welke volgens het monster van zeer goede kwaliteit zijn, zullen eerstdaags tegen zeer lage prijzen onder de bevolking worden gedistribueerd II. Aardappelen. Sedert 24 Maart j.l. worden aardappelen verstrekt in de verhouding 50 klei- en 50 zandaard- aardappelen. Op de kwaliteit der zandaardappelen kan de gemeente geen invloed uitoefenen, aangezien ook zij moet accepteeren, hetgeen haar van Regeeringswege wordt toe gezonden. III. Suiker. Het suikerrantsoen is door de Regeering vast gesteld. Ook ten deze heeft de gemeente geen stern. Trouwens, dit zou ook niet mogelijk zijn, aangezien slechts de Regeering kan beoordeelen, welk rantsoen in verband met de beschik bare voorraden kan worden verstrekt. IV. Melk. Het melkrantsoen is bereids verhoogd van 1/io Liter tot */io Liter per dag voor de niet-zieken en -zwakken. Vermoedelijk zal de geheele melkrantsoeneering tegen 1 Mei a.s. kunnen vervallen. V. Varkens. Tengevolge van gebrek aan een voldoende hoeveelheid geschikt voeder kon de proef met het mesten van varkens slechts met een gering aantal worden genomen. Aan uitbreiding van dit aantal viel niet te denken, aange zien niet alleen geen regeerings- of ander meel beschikbaar kon worden gesteld, doch ook zelfs de hoeveelheid schillen, waarover de gemeente kon beschikken, uiterst gering was.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 4