DONDERDAG 20
FEBRUARI 1919.
41
doordat er gegronde hoop is, dat de grens, waar beneden het
gas voor 18 cent beschikbaar gesteld wordt, over eenigen tijd
zal kunnen worden verruimd.
De heer Heemskerk. M. d. V. Bij de behandeling van de
laatste begrooting is er doör den heer Briët en door mij op
aangedrongen, dat men zou toepassen de circulaire van den
Minister van Landbouw, Handel en Nijverheid in zake het wach
ten in distributielocalen en nu heeft het mij zoo verwonderd,
dat in de afgeloopen koude weken, ik telkens moest consta-
teeren, dat vooral voor den gemeentelijken vischwinkel op de
Vischmarkt en het broodbureau op den Nieuwen Rijn telkens
files van menschen stonden te wachten in sneeuwbuien, en
daarom zou ik aan Burgemeester en Wethouders in overwe
ging willen geven, dat zij trachten aan dien wantoestand een
einde te maken.
Dat kan gemakkelijk gevonden worden, wanneer een aantal
van die menschen van die drukke plaats aan den Nieuwen Rijn
aan het broodkantoor worden ondergebracht bij de posten
op de Sint Jacobsgracht en Tweelingstraat, waar het minder
druk is, of desnoods doordat men er nog een vierde bureau
aan toevoegde, terwijl men bijv. voorden vischverkooplangere
uren zou kunnen vaststellen, waarop de visch kan worden
afgehaald. Wanneer die uren verlengd werden en desnoods
des middags van twaalven tot halfdrie geen onderbreking zou
geschieden, dan zou mij dat beter lijken.
De Voorzitter. Wilt U zoo goed zijn mij deze vragen
schriftelijk te doen toekomen?
De heer Heemskerk. Zeker Mijnheer de Voorzitter. Ik zou
U nog eene vraag willen doen betreffende de afschaffing van
den bakkersnachtarbeid. Door U is op de vraag door den
heer Eerdmans gedaan, gezegd dat de schuld is gelegen bij
de bakkersgezellenorganisatie, dat er nog geene verordening
is voorgesteld.
De Voorzitter. Ik heb gesproken van de belanghebbenden.
De heer Heemskerk. U heeft gezegd, dat het de schuld
was van de belanghebbenden, omdat zij nog geen antwoord
hadden ingezonden op Uw vraag betreffende hunne inzichten.
Wanneer ik goed ben ingelicht, dan zijn in het begin van
Januari de laatste besprekingen gevoerd met de Commissie
voor de Strafverordeningen. Ik heb tot heden over de zaak
niets meer vernomen. Is het onbescheiden om te vragen of
wij binnenkort van Burgemeester en Wethouders een voor
stel zullen mogen verwachten tot afschaffing van den bakkers
nachtarbeid
De Voorzitter. Als Voorzitter van de Commissie voor de
Strafverordeningen kan ik U mededeelen, dat de Leden
binnenkort een voorstel tot afschaffing van den bakkers
nachtarbeid zullen ontvangen.
Ik zal thans de deuren doen sluiten, daar er nog eene ge
heime zitting moet worden gehouden.
De Voorzitter doet thans de deuren sluiten.
De openbare vergadering wordt na eenigen tijd hervat. De
Voorzitter en Secretaris hebben de vergadering inmiddels
verlaten en de oudste Wethouder, de heer van Hamel, heeft
het voorzitterschap overgenomen, terwijl het secretariaat wordt
waargenomen door Mr. K. H. Corporaal, referendaris ter
Secretarie.
De Voorzitter. Ik heb de eer mede te deelen, dat is inge
komen een brief van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
van 4/14 Februari No. 44li, luidende als volgt:
»In verband met eene algemeene herziening der jaarwedden
van de Burgemeesters, Secretarissen en Ontvangers der
gemeenten in deze provincie, ligt het aanvankelijk in ons
voornemen om, met terugwerkende kracht tot 1 Januari j.l.,
de jaarwedden van genoemde functionarissen zulks ten aan
zien van de ontvangers met afwijking van 's Raads voorstel ons
bij Uw schrijven d.d. 17 December j.l. No. 12/1 47 B ter
kennis gebracht voor Uwe gemeente nader vast te stellen
op respectievelijk: /80Ü0; ƒ5500ƒ6500 en ƒ45005500.
De bovengenoemde cijfers geven, voor zooveel den Secretaris
en den Ontvanger betreft. liet minimum en het maximum,
terwijl het in onze bedoeling ligt het maximum te doen
bereiken door vier driejaarlijkscbe gelijke periodieke ver
hoogingen, ingaande telkens op den len Januari van het
jaar, volgende op dat, waarin een 3-, 6-, 9- of 12-jarige
diensttijd in de gemeente en in hetzelfde ambt is volbracht.
Wij hebben de eer U te verzoeken om vóór 28 Februari
a.s. het gevoelen van den Raad hieromtrent te doen kennen.
De Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Holland.
Sweerts, Voorzitter.
de Monchy, Griffier.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
der gemeente Leiden."
Mag ik vragen of een van de leden naar aanleiding van
dien brief iets in het midden wenscht te brengen? Mag ik
uit het stilzwijgen van den Raad afleiden, dat de Raad zich
vereenigt met het voorstel van Gedeputeerde Staten? Zoo ja,
dan zal aan Gedeputeerde Staten hiervan mededeeling worden
gedaan.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming besloten
Gedep. Staten mede te deelen, dat de Gemeenteraad zich met
hun voornemen kan vereenigen.
Niemand het woord meer verlangende wordt de vergadering
gesloten.
Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.