39
in den verkoopprijs van den grond moet worden teruggevonden.
Het bovenstaande samenvattende geven wij U mitsdien in
overweging
a. te besluiten tot den aankoop ten behoeve van de volks
huisvesting van het perceel Sectie M No. 853 met bijbe-
hoorende schuur, kad. bekend No. 854, ter grootte van
1.4315 H.A. en voorzoover het-perceel op de teekening door
eene groene randarceering is omgeven, tegen den prijs van
ƒ2.50 per M2., doch verminderd met een bedrag van 5000,
door de gemeente aan den huurder uit te keeren wegens
afkoop van de huur over 5 optiejaren
b. te besluiten tot den aankoop ten behoeve van de volks
huisvesting van het op de situatie met eene roode randar
ceering aangeduide perceelsgedeelte ter grootte van 30 Al2,
en deel uitmakende van Sectie M No. 2102 tegen den prijs
van 2.50 per M2.
c. zonder betaling van koopprijs ten behoeve van de volks
huisvesting in eigendom en onderhoud bij de gemeente over
te nemen perceel Sectie M. No. 788, groot 434 M2. en op
de situatie met een blauwe randarceering aangeduid, onder
voorwaarde, dat door de gemeente over perceel Sectie M No.
853 een behoorlijke toegangsweg in zuidelijke richting van de
nieuw te maken straat naar het den verkooper mede toebe-
hoorende perceel Sectie M No. 1811 wordt aangelegd en over
de grenssloot eene brug wordt geslagen, de juiste plaats van
weg en brug nader in onderling overleg vast te stellen;
d. te besluiten tot den aankoop ten behoeve van de volks
huisvesting van een gedeelte van perceel Sectie M No. 798,
ter grootte van 400 M2. en op de situatie met eene gele
randarceering aangeduid, tegen den prijs van ƒ3500.—, onder
voorwaarde, dat aan de zuidzijde van het verkleinde perceel
langs de te graven grenssloot van gemeentewege een ijzeren
hek op steenen voet wordt geplaatst;
e. het sub a bedoelde perceel in te brengen in het ge
meentelijk grondbedrijt voor de koopsom, vermeerderd met de
op den-aankoop gevallen kosten;
goed te keuren, dat in afwijking van Uw besluit van 18
December 1913 (Ingek. Stukken No. 330) in zake de wijze van
bebouwing van het Raamland, een gedeelte van dit land
eventueel aan de woningbouwvereeniging »de Tuinstad wijk"
wordt verkocht voor den bouw van woningen voor kleine
ambtenaren en met hen gelijk te stellen personen, indien met
genoemde vereeniging overigens overeenstemming wordt ver
kregen omtrent de door haar uit te voeren bouwplannen en
den voor den grond te betalen koopprijs;
g. vast te stellen nevensgaanden suppletoiren begrootingsstaat,
groot f 212.609.—, waarvan een bedrag ad f 39.609.
ten behoeve van de sub a, b en d bedoelde aankoopen met
inbegrip van de kosten van overdracht en een bedrag ad
173.000.ten behoeve van den verderen aanleg c.a. van
de Burggravenlaan over het z.g. Raamland aan den Hoogen
Rijndijk over een lengte van 145 M. met een zijtak naar
den Zoeterwoudschen Singel en den aanleg van de 15 M.
breede zijstraten, een en ander overeenkomstig het op de
teekening nader aangeduide plan, echter met dien verstande,
dat bij aanneming van het sub f bedoelde voorstel in zake
de gewijzigde bestemming van het Raamland, het verlengde
der Burggravenlaan slechts een breedte van 30 M. zal krijgen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 59. Leiden, 6 Maart 1919.
Blijkens zijn ter visie liggend schrijven wenscht J. van
Weeren Hzn. het op de situatie in rood aangegeven open
terrein, groot 80 M2. en behoorende tot het complex ge
bouwen Garenmarkt-hoek Levendaal van de gemeente te
huren als opslagplaats voor oud ijzer. Hij is bereid een huur
prijs van f 6.per maand te betalen.
Noch bij de Commissie voor Fabricage noch bij ons College
bestaat er bezwaar tegen, om, zoolang de eindbestemming
dezer gebouwen nog niet is vastgesteld, den open grond, die
van het Levendaal door een afzonderlijken ingang is te be
reiken en met de stalgebouwen in geene verbinding staat,
voor het beoogde doel en tegen een prijs van f 6.per
maand te verhuren, mits de opzeggingstermijn slechts kort is.
Wij geven U mitsdien in overweging het op de situatie
in rood aangegeven open terrein aan het Levendaal tot
wederopzeggens te verhuren aan J. van Weeren Hzn. voor
den prijs van 6.per maand, bij vooruitbetaling te voldoen,
en verder onder de navolgende voorwaarden:
1°. dat het terrein uitsluitend mag worden gebruikt als
opslagplaats voor oud ijzer;
2°. dat de gemeente te allen tijde het recht heeft de huur
met een week opzeggens te doen eindigen
3°. dat alle schade, tengevolge van het gebruik van het
gehuurde terrein aan de belendende gebouwen en eigendommen
toegebracht, door den huurder wordt vergoed;
4°. dat alle onderhoud van het terrein met afsluiting ten
laste van den huurder is.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 60. Leiden, 6'Maart 1919.
In ons voorstel van 22 Januari j.l. (Ingek. Stukken no. 22)
in zake uitgifte van gemeentetuintjes gaven wij U o. a. in
overweging ook een gedeelte van het Raamland, ter grootte
van 0.80 H.A. en deel uitmakende van het kadastrale
perceel Sectie M no. 866 gedurende het jaar 1919 voor ge
meentetuintjes te bestemmen, onder opmerking, dat wij zoo
spoedig mogelijk een voorstel bij U aanhangig zouden maken,
om dé overige perceelen van het Raamland, kad. bekend
Sectie M nis 862, 863, 865, 867 en 868, voorzoover niet be-
noodigd voor de in voorbereiding zijnde doortrekking van de
Burggravenlaan, gedurende het jaar 1919 eveneens ten be
hoeve van de teelt van voedingsgewassen te bestemmen en
wel door in gebruik geving aan vereenigingen, die daarvoor
in aanmerking konden komen.
Aanvankelijk was het overeenkomstig het advies van de
Commissie voor de Teelt van Voedingsgewassen de bedoeling
de perceelen 862, 863 en 865 aan de vereeniging tot aanleg
gen en onderhouden van volkstuintjes „Ons Belang" uit te
geven en de perceelen 867 en 868 aan een vereeniging, door
bewoners van de Heerenstraat en omgeving gevormd. »Ons
Belang" zou dan de beschikking krijgen over een stuk land
ter grootte van j^2 H.A. en laatstgenoemde vereeniging over
een stuk land ter grootte van Ö.8 H.A.
Bij nader deskundig onderzoek blijken de perceelen 862,
863 en 865 echter tengevolge van het aanzienlijke gehalte
aan puin en steenen voor beteling ongeschikt, weshalve het
ons thans billijk voorkomt aan de vereeniging »Ons Belang",
die de meeste leden telt, hét grootste van de beide overblij
vende perceelen, n.l. no. 868 met eene oppervlakte van
1.1760 H.A., uit te geven en het perceel no. 867, groot
0.4390 H.A., aan de andere vereeniging. Volgens opgave van
den Directeur van Gemeentewerken kan dan elk der beide
vereenigingen over 100 M2. per lid beschikken.
Opdat de gemeente eenige zekerheid heeft, dat de uitge
geven grond werkelijk wordt gebruikt in den dezerzijds be
doelden geest, overeenkomende met de wenschen, in de desbe
treffende ter visie liggende circulaire van den Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel geuit, en misbruik, als b.v.
speculatie of winstbejag, wordt uitgesloten, acht de zooeven-
genoemde commissie het wenschelijk, dat onder de voorwaarden,
waaronder de uitgifte van het land plaats heeft, wordt bepaald,
dat de vereenigingen zelve voor de omwerking van het land
moeten zorgen, dat het land moet worden verdeeld in tuintjes,
die slechts aan leden der vereeniging, inwoners van Leiden,
mogen worden toegewezen, terwijl aan een lid geen grooter
stuk zal mogen worden toegewezen, dan voor de behoefte van
zijn gezin noodig is, een en ander ter beoordeeling van ons
College.
Verder dient te worden voorgeschreven, dat met de geteelde
gewassen geen handel mag worden gedreven en dat een
reglement op de uitgifte, de teelt enz. moet worden vastge
steld en aan de goedkeuring van ons College onderworpen.
Rekening houdende met de toezegging van den Minister,
dat de Regeering bereid is voor den aanleg van volkstuintjes
op nog te scheuren grasland voor het jaar 1919 aan de ge
meentebesturen eene subsidie te verleenen van f 250 per
H.A., kan de door de vereenigingen aan de gemeente te be
talen vergoeding, ook volgens de Teeltcommissie, op ƒ400.
per H.A. worden vastgesteld. De gemeente ontvangt dan per
H.A. f 650.een naar het oordeel der commissie voldoende
bedrag, wanneer men in aanmerking neemt, dat aan de Rijks
subsidie de voorwaarde verbonden is, dat de gemeenten harer
zijds ten minste f 100.per H A. beschikbaar stellen.
Behalve de beide genoemde vereenigingen hebben nog een
drietal andere vereenigingen zich aangemeld tot het verkrijgen
van grond voor den aanleg van volkstuintjes. Van dit drietal
trok de Leidsche Tuiniers- en Bloemisten vereeniging »Door
Eendracht Verbonden" zich terug, aangezien zij tegen het
voor haar bestemde weiland aan de Zijl bezuiden de bagger-
stalen bezwaar had met het oog op den moeilijken toegang
tot het terrein. Met de vereeniging «Burgerkring" kon geen
overeenstemming worden verkregen omtrent de wijze van
bewerking der tuintjes, terwijl het eerst onlangs ingekomen
verzoek van de vereeniging «Helpt Elkander", niet voor in
williging vatbaar was, aangezien zij haar oog geslagen had
op het aanvankelijk aan »Ons Belang" toegewezen, doch later
ongeschikt bevonden terrein en voor haar ook geen ander
terrein meer beschikbaar was.