36
Art. 9.
Overtreding van de artikelen 2, 3, 4, 5 of 8, 2e lid, en
niet naleving van de voorwaarden, door Burgemeester en
Wethouders aan eene krachtens artikel 6 verleende ontheffing
verbonden, worden gestraft met hechtenis van ten hoogste
zes dagen of geldboete van ten hoogste 25.
Bij overtreding van eenige bepaling dezer verordening,
kunnen de voorwerpen of stollen, waarmede de overtreding
is gepleegd, verbeurd verklaard worden, voorzooverre zij den
veroordeelde toebehooren.
Art. 10.
Deze verordening treedt in werking op den dertigsten dag
na dien van hare afkondiging.
De Commissie voor de Strafverordeningen.
Aan den Gemeenteraad.
No. 54. Leiden, 5 Maart 1919.
Nevensgaand verzoek van de Commissie van Beheer over
het Openbaar Slachthuis, om aan die inrichting een bedrijfs
kapitaal te verschaffen, ontmoet bij ons College geen bezwaar
slechts dient de rente met het oog op den tegenwoordigen
rentestand op 5a bepaald te worden.
Wij geven U mitsdien in overweging
a. aan het Openbaar Slachthuis een bedrijfskapitaal van
.25.000.te verstrekken, onder bepaling, dat van het ver
strekte kapitaal jaarlijks 5a rente aan de gemeente zal
worden betaald;
b. in verband met de sub a bedoelde verstrekking over te
gaan tot vaststelling van den hierbij overgelegden supple-
toiren begrootingsstaat, groot 25.000.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth van Leiden.
Leiden, 21 Februari 1919.
Het is onze Commissie gebleken, dat het Openbaar Slacht
huis groot gebrek heeft aan kasmiddelen, waarvan het gevolg is,
dat de betalingen niet langer regelmatig kunnen plaats vinden.
Dit houdt verband met de geringe ontvangsten van het bedrijf
als gevolg van de vleeschrantsoeneering maar de oorzaak
daarvan is ook gelegen in de omstandigheid, dat de inrich
ting niet over bedrijfskapitaal beschikt.
In Juni 1918 werd door tJw college een bedrag van ƒ10000
bij wijze van voorschot op het eventueel tekort van genoemd
exploitatiejaar, ter beschikking van het Slachthuis gesteld,
terwijl in December d. a. v., eveneens met het oog op den
minder gunstigen financieelen toestand van de inrichting,
door Uw College werd goedgekeurd, dat de betaling van de
per 31 December 1918 verschuldigde renten en aflossingen
tot nader zou worden uitgesteld.
Afgezien van het feit, dat thans nog niet nauwkeurig valt
te zeggen, hoe groot het nadeelig saldo van het vorig exploi
tatiejaar zal zijn, (globaal geraamd zal dit 2500U a f 30000
bedragen), zou de kas van het Slachthuis, bij aanvulling van
dit bedrag uit de gemeentekas, thans weinig gebaat zijn.
Teneinde in het onmiddellijk tekort aan kasmiddelen te
voorzien, heeft de Directeur zich reeds tot Uw College ge
wend om een voorschot te mogen ontvangen op het voor
1919 geraamde tekort op de exploitatie, zijnde 15500, welk
bedrag op de begrooting is uitgetrokken. Maar met dit voor
schot zal niet kunnen worden volstaan, omdat nog verschillende
belangrijke kosten ten behoeve van de vriesinrichting moeten
worden betaald, die eerst later door het Rijk zullen worden
gerestitueerd.
Uit hoofde van deze overweging, geven wij Uw College
beleefd in overweging, den Raad voor te stellen aan het
Openbaar Slachthuis een bedrijfskapitaal van 25.000 te
verleenen onder dezelfde voorwaarde, als bij besluit van
25 Juli 1918 aan de Gestichten »Endegeest", «Voorgeest" en
«Rhijngeest" werd verstrekt.
De Commissie van Beheer over
het Openbaar Slachthuis.
J. C. van der Lip, Voorzitter.
Corporaal, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden.
N°. 55. Leiden, 5 Maart 1919.
Met nevensgaand voorstel van Commissarissen der Stedelijke
Fabrieken van Gas en Electriciteit tot aankoop van een per
ceel te Noordwijk/Binnen, teneinde dit ten behoeve van den
buitendienst der Electriciteitslabriek te kunnen inrichten tot
rrtonteurswoning, kantoor, werkplaats en magazijn, kan ons
College zich vereenigen.
Wij geven U mitsdien in overweging:
a. te besluiten tot den aankoop van het perceel Pickéstraat
No. 43, met erf, te Noordwijk/Binnen voor de som van ƒ4500;
b. te bepalen, dat deze aankoop zal geschieden ten behoeve
van de Electriciteitsfabriek en dat deze fabriek den koopprijs,
benevens de kosten van overdracht, aan de gemeente zal
terugbetalen
c. over te gaan tot vaststelling van den hierbij overgelegden
suppletoiren begrootingsstaat, groot ƒ4682.50.
Aanvulling van het kapitaal der Electriciteitsfabriek is met
het oog op dezen aankoop voorloopig nog niet noodig.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 20 Februari 1919.
Door de uitbreiding van de interlocale stroomvoorziening
is dd buitendienst der Electriciteitsfabriek zoodanig toege
nomen, dat de centrale bediening van uit Leiden op den
duur niet meer doelmatig blijkt te zijn.
Geruimen tijd werd er derhalve reeds uitgezien naar
geschikte perceelen in het centrum der diverse buitendistricten
om deze voor monteurswoning, werkplaats en magazijn te
kunnen inrichten en daar een monteur der Fabrieken te
posteeren.
Door de steeds stijgende bedragen voor loonen, reis- en
verblijfkosten, die de buitendienst bij centrale bediening van
uit Leiden vergt, zal de -voorgenomen decentralisatie tevens
financieel voordeel opleveren.
Te Noordwijk-Binnen, dat als centrale post voor de stroom-
levering in Noordwijk, Noord wij kerhout, Rijnsburg, Voorhout,
en waarschijnlijk spoedig ook in Katwijk, het meest in aan
merking komt is het thans gelukt een zeer geschikt perceel
in handen te krijgen, dat na eenige verbouwing aan de
gestelde eisehen voldoet en zeer gunstig is gelegen.
Het perceel, door ons bedoeld, Pickéstraat No. 43, is groot
circa 250 c.A. en bevat genoeg ruimte voor monteurswoning,
kantoor, werkplaats en magazijn; het heeft bovendien een
ruim erf met aparten toegang vanaf de straat. De prijs
bedraagt 4500 en wordt door ons aannemelijk geacht; voor
verbouwing en volledige inrichting zal nog 1500 a 2000
noodig zijn. öfl ibvo
De eigenaar van genoemd perceel, de Heer G. J. G. van
Parijs te Noordwijk is bereid gevonden zijn eigendom reeds
aanstonds te verkoopen, behoudens nadere goedkeuring van
den Raad.
Wij geven U beleefd in overweging den Raad voor te
stellen op bovenstaande gronden tot dezen koop te besluiten
en te willen bevorderen, dat de overdracht zoo spoedig
mogelijk plaats heelt, opdat de Fabrieken binnenkort over
het huis kunnen beschikken.
De Commissarissen der Stedelijke
Fabrieken van Gas en Electriciteit.
C. W. van der Pot Bz., Voorzitter.
Corporaal, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden.
N°. 56. Leiden, 5 Maart 1919.
Tot de werken, die bij de verbouwing en uitbreiding der
Lichtfabrieken moeten worden uitgevoerd, behoort, naar Com
missarissen ons in hun ter visie liggend schrijven mededeelen,
ook het oprichten van een centrale werkplaats ten behoeve
van den dienst der distributie van gas en electriciteit. Tot
nog toe is de werkplaats van de afdeeling gas ondergebracht
in een oud gebouwtje en een loods, uitkomende aan de Oost-
dwarsgracht, en in een vertrek van het laboratorium. De
werkplaats van de afdeeling electriciteit bevindt zich, voor-
zooveel de monteurswerkplaats betreft, in een voormalige
bouwkeet, terwijl de meterkamer in de machinekamer der
centrale een plaatsje heeft gevonden. Bij de eerstvolgende
uitbreiding der fabrieken moeten beide oude werkplaatsen
echter verdwijnen en vervangen worden door een centrale
werkplaats.
Na verschillende plannen voor dén bouw dier centrale
werkplaats onder oogen te hebben gezien, zijn Commissarissen
tot de conclusie gekomen, dat de meest bevredigende oplossing
kan worden verkregen door den grond, waarop de perceelen
aan de westzijde van de Speksteeg zich bevinden, benevens
die steeg zelf bij het fabrieksterrein te trekken. Op die wijze
wordt eveneens vergrooting van het administratiegebouw in
de toekomst mogelijk. Ook deze is volgens Commissarissen