DONDERDAG 30 JANUARI 1919. 27 de afdeeling Leiden van den Nederlandschen Christelijken Bond van personeel in Publieken dienst, in zake de invoering van een loonregeling voor de gemeentewerklieden, den 8- urigen arbeidsdag met vrijen Zaterdagmiddag, zooveel mogelijk Zondagsrust, herziening van het werkliedenreglement en het georganiseerd overleg. De Voorzitter. Dit stuk is aanzienlijk van omvang en het lijkt mij te groot om het geheel te doen voorlezen. Boven dien heb ik het eerst kwart voor een ontvangenBurgemeester en Wethouders hebben er derhalve geen kennis van kunnen nemen. Het lijkt mij het best het aan te houden tot de vol gende vergadering, dan zullen Burgemeester en Wethouders van den inhoud kennis hebben kunnen nemen. Ik heb reeds zoo dikwijls verzocht ik hoop, dat het eens in de dag bladen zal worden opgenomen dat men geen adressen aan den Raad zal insturen een enkel uur voor den aanvang der raadszitting. Wanneer men een adres wil inzenden bij den Raad dan kan dit evengoed een dag vóór de zitting geschieden inplaats dat men het laatste oogenblik daarvoor uitkiest. Burgemeester en Wethouders kunnen dan ook omtrent dit adres geen voorstel doen aan den Raad. De heer van der Elst. M. d. V. Zou het niet wenschelijk zijn in het reglement van orde eene bepaling op te nemen, dat adressen, die inkomen na een bepaald uur voor de vergadering van den Raad geacht worden te zijn ingekomen na de vergadering. Dan hebben Burgemeester en Wethouders tijd de adressen te overwegen. Het is van U niet te vergen, dat U een adres, dat op het laatste moment inkomt, nog bestudeert. De Voorzitter. Ik ben het geheel met U eens en daarom zou ik aan de Commissie voor de Huishoudelijke verorde ningen willen vragen het initiatief te nemen om in het reglement van orde eene dergelijke bepaling op te nemen voor zoover dit in verband met de Gemeentewet mogelijk is. Dan zal een adres, dat inkomt na een bepaald uur voor de vergadering, niet in behandeling worden genomen vóór in de volgende vergadering. De beer de Lange. M. d. V. Ik geloof niet, dat eene dergelijke bepaling in het reglement van orde behoeft te worden opgenomen. Wanneer er vandaag een adres inkomt, dan wordt het door de ambtenaren op het register van ingekomen stukken geplaatst. Burgemeester en Wethouders zijn nooit verplicht om aan te toonen, dat het vóór de Raads vergadering is ingekomen. Een adres kan evengoed 's middags om 3 uur zijn ingekomen als om 9 uur 's morgens. Wanneer het adres maar geplaatst wordt op den indicateur op den dag waarop het inkomt, dan behoeft het mijns inziens dienzelfden dag niet beslist in de vergadering te worden gebracht. De Voorzitter. Ik geloof toch, dat zulk een adres direct in den Raad moet worden gebracht. Er zouden moeilijkheden komen, wanneer Uw voorstel werd gevolgd, omdat men dan zou gaan zeggen: dan en dan is het adres bezorgd, het is dus door Burgemeester en Wethouders achtergehouden. Ik acht het dan ook beter te doen, wat de heer van der Eist voor stelt. Wij zullen derhalve aan de Commissie voor de Huishoude lijke verordeningen verzoeken, het voorstel van den heer van der Eist in overweging te nemen. De behandeling van het adres wordt aangehouden tot eene volgende vergadering. De Voorzitter deelt vervolgens nog mede: 1°. dat aan C. Holswilder, eervol ontslagen fitter aan de Stedelijke Lichtfabrieken met ingang van 4 Maart a.s. een suppletiepensioen is toegekend van 70.per jaar, zoolang het hem bij Koninklijk Besluit toegekend pensioen blijft be paald op f 236.per jaar; 2°. dat aan G. Kok, eervol ontslagen gasstoker der Stede lijke Lichtfabrieken, met ingang van 1 Januari 1919, een pensioen is toegekend van f 446.— per jaar; 3°. dat op 31 December j.l. ambtelijke bezoeken zijn ge bracht aan het Academisch Ziekenhuis, de Stedelijke Werk inrichting, de Gemeentelijke Bank van Leening, het Heilige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis en het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. Nu stelt de Voorzitter nog voor: om de wedden van Me$. C. B. Kok, als leerares in de gymnastiek aan het Gymnasium en aan de Hoogere Burger school van Meisjes, wegens het geven van meer lesuren aan die inrichtingen, vast te stellen respectievelijk op 244. en f 535 en de pensioensgrondslagen voorloopig te bepalen op dezelfde bedragen, een en ander gerekend te zijn inge gaan op '1 September 1918. Hiertoe wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stem ming besloten. Thans is aan de orde: I. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de natuurkunde aan het gymnasium. (Zie Ing. St. No. 21). De Voorzitter. Mag ik de heeren Wilmer, Eerdmans, de Lange en Jaeger verzoeken het stembureau uit te maken? Wordt wederom voor den tijd van één jaar, gerekend te zijn ingegaan op 5 December 1918, benoemd met 25 (algemeene) stemmen de heer Dr. T. van Lohuizen. De Voorzitter. Mag ik de heeren leden van het stem bureau bedanken voor de genomen moeite? II. Voorstel tot openbaren verkoop van de op de Stads- timmerwerf aanwezige, buiten gebruik gestelde voorwerpen en materialen. (Zie Ing. St. No. 25.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. III. Voorstel tot verhuring van verschillende perceelen. (Zie Ing. St. No. 33.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. IV. Voorstel om den eigenaren van een gedeelte sloot bezuiden en bewesten de Anna Paulownastraat te gelasten die sloot over een lengte van 25 M. te dempen. (Zie Ing. St. No. 26.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. V. Voorstel inzake de beschikbaarstelling van' gelden tot dekking van het tekort op de exploitatie der z.g. gemeentelijke volkstuintjes over 1918 en de uitgifte van die tuintjes ook in 1919. (Zie Ing. St. No. 22.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. VI. Voorstel tot kostelooze overname in eigendom en onder- ho'ud bij de gemeente van eenige strookjes grond, gelegen aan den Hoogen Rijndijk, vóór de perceelen Nis 68, 70, 72, 74, 76 en 78.. (Zie Ing. St. No. 27.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. VII. Voorstel: a. tot aankoop van de ten zuiden van den spoorweg LeidenHoofddorp aan de Zijl gelegen perceelen, Sectie A Nis 3457, 84, 85, 360 en 3700; b. tot beschikbaarstelling van de door dien verkoop benoodigde gelden; c. tot inbreng van de sub a bedoelde perceelen in het gemeentelijk grondbedrijf. (Zie Ing. St. No. 28). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. De heer Fokker komt thans ter vergadering. VIII. Voorstel tot aankoop van het perceel Binnenvestgracht (Geeregracht) No. 56 en tot beschikbaarstelling van de voor dien aankoop benoodigde gelden. (Zie Ing. St. No. 29). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 7