30 a. het perceel Nieuwsteeg no. 4 en 4a aan te koopen voor de som van 6000; b. over te gaan tot vaststelling van nevensgaanden supple- toiren begrootingsstaat, groot met inbegrip van de kosten van overdracht 6233. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 43. Leiden, 13 Februari 1919. In ons voorstel van 13 December j.I. (Ingek. Stukken No. 322) betreffende de verhooging van het erediet van het Steun comité Leiden, Oorlogstoestand 1914 over de maand November 1918 en het verleenen van een bijdrage over die maand ter dekking van het tekort van het Crisiscomité, deelden wij U mede, dat U in het begin van het jaar 1919 een voorstel van dezelfde strekking zou bereiken met betrekking tot de te verwachten tekorten over de maand December. Blijkens de opgave van het Steuncomité kap ook over die maand niet met een gemeentelijke bijdrage van 5000. worden volstaan, en moet alsnog een tekort van ƒ3983.92 worden gedekt, terwijl ten behoeve van het Crisiscomité over dezelfde maand een bedrag van 6250.aan de gemeente in rekening wordt gebracht. In overeenstemming met Uwe vroegere besluiten stellen wij U voor ook deze beide tekorten weder voor rekening van de gemeente te nemen. Intusschen is thans het oogenblik aangebroken om de uit gaven voor Steun- en Crisiscomité, voorzoover dit nog niet heeft plaats gehad, op de begrooting voor 1918 te regelen. Ingevolge raadsbesluit van 26 September 1918 (Ingek. Stuk ken No. 245) werd aan diet Steuncomité vanaf'1 Augustus 1918 een erediet van ten hoogste 5000.per maand in uitzicht gesteld of in totaal tot het einde van het jaar 1918 ten hoogste 25000.Bij raadsbesluiten van 21 November en 19 Decem ber 1918 (Ingek. Stukken nis 293 en 322) werd dit erediet resp. met 4712.39s en 3733.86 verhoogd, terwijl over de maand December nog een tekort ad 3983.92 moet worden gedekt. Tezamen moet dus aan het Steuncomité over het tijdvak 1 Augustus tot en met 31 December 1918 een bedrag van 37.430.175 worden uitgekeerd. Ten behoeve van het Crisiscomité is bij de raadsbesluiten van 21 November en 19 December 1918 een bijdrage van resp. 7005 en ƒ3150 toegezegd; bovendien is over de maand December een bedrag van 6250 gevraagd. In totaal moet derhalve boven de voor 1918 reeds uitgetrokken som van 27000.nog een bijdrage van 16405.worden verleend. Teneinde met het Steuncomité over het jaar 1918 te kunnen afrekenen, geven wij U alsnu in overweging door vaststelling van nevensgaanden suppletoiren begrootingsstaat, dienst 1918 alsnog een bedrag van ƒ53.835.179 beschikbaar te stellen ten behoeve van de nog niet gedekte tekorten over 1918 van het Steuncomité Leiden Oorlogstoestand 1914 ad f 37.430.179 en van het door dat comité gevormde Crisiscomité ad 16405. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 44. Leiden, 14 Februari 1919. Ten fine van praeadvies werden door U achtereenvolgens in handen van ons College gesteld a. een adres van de Centrale Commissie voor uitzending van Nederlandsche Kinderen naar Buiten, houdende verzoek om eene subsidie uit de gemeentekas ten bedrage van 0.25 per dag voor elk kind, dat uit onze gemeente door hare tusschenkomst naar buiten wordt gezonden; b. een adres van het bestuur van de afdeeling Leiden van het Centraal Genootschap voor Kinderherstellings- en Vacantie- kolonies, om aan die afdeeling eene subsidie van 1000. ineens te verleenen ten behoeve van de verpleging van Leidsche kinderen in een der koloniehuizen van het Genootschap. Na ingewonnen deskundig advies van de Gezondheidscom missie en het College van Stadsgeneesheeren over de beide, hierachter afgedrukte, verzoeken, komt het ons voor, dat er voor de gemeente in deze buitengewone tijdsomstandigheden wel aan leiding is om harerzijds op dit gebied eenigen steun te verleenen. Vermits echter beperking bij het toekennen van subsidiën een dringendeeisch is, kunnen wij geen vrijheid vinden U te advisee- ren op beide verzoeken gunstig te beschikken en geven U daarom in overweging alleen het verzoek van de afdeeling Leiden van het Centraal Genootschap in te willigen. Deze afdeeling heeft tot nog toe op eigen wieken gedreven, doch ook al weder tengevolge van de abnormale tijden is hare kas uitgeput en vraagt zij daarom voor haar nuttig werk eene subsidie ineens. In hare kolonie-huizen zijn de kinderen van eene goede sanitaire verzorging verzekerd, zoodat er, als de gemeente steun wil verleenen, alle aanleiding is die aan haar te geven. Daarbij zal dan echter o.i. uitdrukkelijk dienen te worden gestipuleerd, dat slechts eene subsidie voor eens wordt toe gekend. Tegen het geven van eene jaarüjksche subsidie zou den wij toch vooralsnog bezwaar hebben. Trouwens de afdeeling vraagt hier niet om. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging: o. afwijzend te beschikken op het verzoek van de Centrale Commissie voor Uitzending van Nederlandsche Kinderen naar Buiten om een bijdrage in de kosten van het zenden van Leidsche kinderen naar buiten; b. aan de afdeeling Leiden van het Centraal Genootschap voor Kinderherstellings- en Vacantiekolonies eene subsidie van 1000 voor eens te verleenen, ten behoeve van de ver pleging van Leidsche kinderen in de koloniehuizen van het Genootschap. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. 's Gravenhage, 12 November 1918. Namens de Centrale Commissie voor Uitzending van Neder landsche Kinderen naar Buiten hebben wij de eer, ons, onder mededeeling dat Burgemeester en Wethouders Uwer gemeente indertijd geen vrijheid konden vinden te voldoen aan het den 22en Mei '1918 tot hen gericht verzoek om aan onze commissie voor elk kind, dat uit Uw gemeente door haar tusschenkomst naar buiten zou worden gezonden, een bijdrage te verleenen van ƒ.0.25 per dag, tot U te wenden met het verzoek Uw bemiddeling te willen verleenen teneinde Burgemeester en Wethouders alsnog op hun beslissing te doen terugkomen. Wij voegen hieraan toe, dat tal van gemeenten, waarvan wij slechts noemen Amsterdam, 's-Gravenhage, Haarlem, Zaandam, Arnhem, Tilburg, gunstig op het desbetreffend verzoek hebben beschikt en verder, dat tot heden uit Uw gemeente 96 kinderen naar verschillende plaatsen op het platteland zijn gezonden met het gevolg dat in het algemeen hun lichaamstoestand belangrijk is verbeterd, zooals U bij navraag bij het plaatselijk comité voor de uitzending ten uwent, waarvan Dr. J. A. Schreuder voorzitter en de heer A. van der Meer secretaris zijn, nader zal kunnen blijken. Voor de voortzetting van onzen arbeid is de steun dei- gemeenten, die kinderen uitzenden, onmisbaar en om deze reden mcenen wij in het belang der arme kinderen in Uw gemeente een beroep te mogen doen op Uw medewerking, daar uit den aard der zaak bij de aanwijzing der uittezenden kinderen, wegens de onkosten, aan de uitzending verbonden, rekening moet worden gehouden met het al of niet verleenen van de gevraagde bijdrage vanwege de gemeenten. Roëll, Voorzitter. C. Dekker, Secretaris. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft eerbiedig te kennen het Bestuur der Afdeeling Leiden van het Centraal-Genootschap voor Kinderherstellings- en Vacantiekolonies, goedgekeurd bij K. B. B. van 23 Juli 1902 n°. 4 en 8 Augustus 1916 n*. 11; dat het Bestuur van dit Genootschap zijne Koloniehuizen ook gedurende de wintermaanden, tot Mei 1919, heeft open gesteld voor verpleging van kinderen, die tengevolge der voedselschaarschte verzwakt zijn; dat voor die verpleging in de eerste plaats in aanmerking komen kinderen, die door de Besturen der Afdeelingen van het Genootschap zijn aangewezen, terwijl het zoo goed als zeker is, dat de helft der verplegingskosten voor ieder uit te zenden kind uit eene aan het Genootschap toe te kennen bizondere Rijkssubsidie kan worden bestreden, en terwijl het Koninklijk Nationaal Steuncomité voorziet in de behoefte aan kleeding en schoeisel; dat de Afdeeling Leidende gelegenheid, om een aantal kinderen op zoodanige gunstige voorwaarden te doen verplegen niet mag laten voorbijgaan, aangezien ook in onzè Gemeente voor tal van kinderen door de voedselschaarschte der laatste jaren een verblijf in een Vacantie-koloniehuis een weldaad zal zijn; dat echter tengevolge der voor de gewone Zomerverpleging gedane uitgaven en de steeds verminderende extra-giften, de kas der Afdeeling is uitgeput; redenen, waarom het Afdeelingsbestuur zich tot Uw College wendt met het eerbiedig verzoek, aan de Afdeeling voornoemd een subsidie in eens van duizend guldpn toe te staari, voor

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 13