2 DONDERDAG 10 JANUARI 1919. komen, verlichting intreden, alhoewel ik niet geloof, dat we alle rantsoeneering zoo spoedig zullen kwijt raken. In verband met de levensmiddelenvoorziening een enkel woord over de volksgezondheid. De toestand van de volksgezondheid is in het afgeloopen jaar, behoudens de in 't najaar uitgebroken Spaansche griep niet slecht geweest. Gaan we de cijfers van de geboorten en de sterfte na en vergelijken wij die met de cijfers van 1917, zoo blijkt, dat de geboorten afgenomen zijn met iets rneer dan 1 per mille. Dit is wat den gezondheidstoestand, betreft geen ongunstig ver schijnsel, want zooals gij allen weet, dalen in geheel Westelijk Europa de geboorte-cijters een weinig van jaar op jaar. De sterfte gedurende de eerste 7 maanden, dus vóór de gtïep-épidemie, was vrij wat lager, dan in het jaar 1917. In dat jaar bedroeg het sterfte-cijfer j; Pei' mille, in 1918 zoude het vermoedelijk H hebben bedragen, zoo niet de zoo gevreesde ziekte in Augustus hare slachtoffers had beginnen op te eischen, waardoor dat lage cijfer steeg tot 14i per mille. Vergeleken met andere plaatsen is in dit épidemie-jaar 14| per mille toch nog geen groot getal. In alle gevallen meen ik hier te mogen vast stellen, dat eenigen invloed van de levensmiddelen-rantsoeneering op het aantal sterfgevallen niet valt te constateeren. De nood aan grondstoffen en kolen heeft, evenals in oris geheele land, zoo ook hier ter stede een zeer ongunstigen invloed uitgeoefend op industr ie,bedrijven en bandelen daardoor eene alhier ongekende werkloosheid teweeggebracht. Doordat de onmisbare invoer van grondstoffen voor onze nijverheid en van artikelen voor den handel meer en meer was afgesneden, werden de middelen van bestaan op ernstige wijze ondermijnd. Daarmede ging» gepaard een nagenoeg'alge- meene stijging van de prijzen van wat nog aanwezig was en wel tot eene fabelachtige hoogte. Of deze reusachtige stijging altijd gemotiveerd was, mag betwijfeld worden; waar noodig, werd zoo mogelijk strengen onverbiddelijk tegen kettinghandel opgetreden. Gelukkig begint in dit opzicht thans ook eene kentering te komen; het index-cijfer over December is gelukkig weer ge daald tot het peil van Juni, helaas nog een geringe daling, maar dan toch eindelijk eene verandering in de goede richting. Enkele fabrieken hier ter stede stonden bij het begin van het jaar reeds stil, terwijl andere in den loop des jaars geheel of gedeeltelijk moesten sluiten, daar de materialen ter ver werking ontbraken. Gedurende een groot deel van het jaar is echter de gang van zaken voor verschillende kooplieden en winkeliers nog niet zoo heel ongunstig geweest, omdat nog over allerlei artikelen beschikt kon worden, die tegen goede prijzen van de hand konden worden gezet. Zooals ik zooeven reeds memoreerde, spreekt het van zelf, dat de omstandigheden er in het afgeloopen jaar niet naar waren, om een gunstigen invloed uit te oefenen op de werk- 4oosheid. Deze bleef dan ook in verschillende vakken van beteekenis, ja van eene beteekenis als bijna nooit te voren. In de bouwvakken was de toestand nog steeds niet gun stig, alleen voor de timmerlieden was nog al werk. In de metaalnijverheid heerschte een uitgebreide gedeelte lijke werkloosheid. Wat de textiel-nijverheid betreft, bestond er bij de katoenindustrie groote slapte. Gebrek aan grond stoffen veroorzaakte ook groote geheele of gedeeltelijke werk loosheid bij de wol- en andere industrieën. Voor de sigarenmakers en slagers was de toestand zeer ongunstig. Langs verschillende wegen is getracht leniging in den nood te brengen. Ik herinner hier aan de met Uwe medewerking tot stand gekomen wachtgeldregelingen der fabrikanten en der bakkers, waardoor aan vele wei kliedert tijdens hun werk loosheid een zekere uitkeering gewaarborgd bleef. Daarnaast staat de werkeloosheidsverzekering, die, zooals U bekend is, in den loop van dit jaar in een définitieve sub sidieregeling met medewerking van het Rijk werd omgezet. De taak van het Gemeentebestuur is hierdoor weêr aanmerkelijk uitgebreid. üp het einde van 1918 waren 36 Leidsche vakvereenigingen bij de nieuwe regeling aangesloten tezamen tellende 3000 leden, terwijl nog steeas nieuwe werkloozenkassen worden toegelaten. De werkloosheidverzekering, hoe krachtig hare ontwikkeling ook moge zijn en hoe veelomvattender hare werkkring zich ook ontplooie, kan echter aan hare bestemming slechts naar behooren beantwoorden in min of meer normale tijden. Vandaar, dat in tijden, als wij nu nog beleven, het Steun comité, meer in 't bijzonder ook het Crisiscomité, zich beijvert nm aan hen, die nog niet of niet meer voor uitkeering uit de werkloozenkas in aanmerking komen en toch nog steun be hoeven, den noodigen bijstand verder te verleenen. Ook verleent dit Comilé bijdragen aan hen, voor wie de werkloosheidsuit- keering in deze tijden onvoldoende mocht zijn. Dank zij ook Uwe medewerking kon de bovengeschetste drieledige steun geregeld worden voortgezet. Ik mag slechts hopen, dat weldra de tijden zich zoo wijzigen, dat voor wachtgeldregelingen Steun- en Crisiscomités geen plaats meer zij, en de werkloosheidsverzekering alléén op .afdoende wijze de financieele gevolgen van onvrijwillige werk loosheid kan beheerschen. Gok de volkshuisvesting vergde in 1918 alle aandacht. Ik herinner hierbij aan de tot standkoming van het Arbeiders kwartier van »de Eensgezindheid" aan den Zijlsingel, aan den bouw van «Werkmanswoningen" op het Kooitei rein, aan den bouw varr eenige noodwoningen en aan Uw besluit be treffende de vereenigirig »Ons Belang", dat reeds een begin van uitvoering heeft gekregen. Deze aanbouwen werden tevens bevorderd met het neven-doel van werkverschaffing. Met hetzelfde doel voor oogen werd door U besloten tot doortrekking van de Burggravenlaan, tot ophooging en rio- leering vau het bouwterrein benoorden den Maresingel en andere openbare werken. In den loop dezes jaars hopen wij aan Uwe Vergadering voor te leggen bouwplannen van de bouwvereenigingen «de Eendracht", «Tuinstadwijk" en «Rustig wonen", wellicht ook van de Vereenigirig «de Goede Woning". Tot de gewichtigste besluiten, die Gij in het vorige jaar naarnt, reken ik ook dat, waar bij ge in principe hebt beslist, dat in deze gemeente een Burgerlijk Armbestuur zal komen. Ook wil ik nog even aanstippen, dat in 1918 het «Grond bedrijf in werking kwam en dat verschillende onroerende goederen werden aangekocht, zoomede, dat door Uwe Ver gadering besloten werd tot het huren van ruim 100 H.A. land voor boonencultuur en tot het verleenen van bijslag op den prijs der brandstoffen. Niet onvermeld mag ik bij het opmaken der jaarbalans ook laten de vorstelijke giften van Mr. Pape, waardoor Lei den weldra een der fraaiste en best-ingerichte stedelijke musea in den lande zal bezitten en waardoor ook binnenkort geheel buiten bezwaar van de gemeentelijke schatkist, een omvangrijk werk zal worden uitgevoerd, dat zonder twijfel de werkverschaffing ten goede zal komen. Overigens bewoog Uwe Vergadering zich het meest op het gebied van salarisregelingen en duurtetoeslagen en die aan gelegenheden vergden ook veel van onzen werktijd. Als nu binnenkort de Commissie ad hoc met haren nieu wen arbeid gereed zal zijn en de laatste hand aan alle rege lingen der traktementen, salarissen en loonen zal zijn gelegd, hoop ik van harte, dat een billijke en ieder bevredigende eindoplossing zal zijn gevonden, opdat Gemeentebestuur en Raad zich geheel zullen kunnen wijden aan den arbeid ten bate van de gemeente zelf en hare ingezetenen. Ik zal het toejuichen als ieder dienaar der gemeente een behoorlijk loon zal hebben verkregen; wil men goed werk, dan moet men niet op dat loon beknibbelen; is eenmaal ech ter het billijke bereikt, dan zullen de hoogere belangen der gemeenschap moeten prévaleeren. Mij persoonlijk komt het wenschelijk voor, dat alsdan voor de gemeentebureau een werktijd worde vastgesteld van den zelfden duur, als waartoe door de Regeering besloten is voor de verschillende Ministerieele bureaux. De werkkracht der ambtenaren zal dan tevens meer pro ductief kunnen gemaakt worden, door niet gedurende al die uren de bureaux voor het publiek open te stellen. Slechts schetsmatig, zooals ik tevoren aangaf, heb ik hier enkele, meest sociale aangelegenheden uit het afgeloopen jaar naar voren gebracht. Alle hebben echter dit gevolg gehad, dat groote lasten aan de gemeentekas werden opgelegd en niettegenstaande eenige door U nieuw ingevoerde belastingen zullen de ingezetenen nog jaren lang een vrij zware gemeentelijke inkomstenbe lasting moeten dragen. De financiën staan er dan ook niet schitterend voor, doch in welke stedelijke gemeente is dit thans wel het geval Er is maar één middel om dien druk te verminderen, en dat is werken en nogmaals werken Arbeiden om te produ- ceeren, arbeiden ook otn die productie te administreeren, arbeiden dus om ook goed te regeeren. Wanneer de geschokte wereld zich gaat herstellen en wij besteden dan alle onze krachten om mede te werken in een dracht en met welgezindheid tegenover elkaar, dan alleen zullen we de gevolgen van de ramp des oorlogs te boven kunnen komen. Maar dan moeten onvoorziene gebeurlijkheden en ondoor dachte avonturen niet in den weg komen. Verhindering van den geregelden arbeid en van geregelde productieve werk zaamheid, kan slechts geven armoede, ellende, ontbering en hongersnood voor allen Het ideaal van president Wilson, het ideaalr>een bond der vIkeren'mogen we hier in kleineren kring omzetten in

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 2