7
Aan de leerares of den leeraar in de plant- en dierkunde
kan bovendien het geven van onderwijs aan de Kweekschool
voor onderwijs en onderwijzeressen en aan de hoogste klassen
der Meisjesschool 2e klasse worden opgedragen.
Art. 10.
Met uitzondering van de leerares in de handwerken en
van de leeraressen of leeraren in het schoonschrijven en de
staatswetenschappen, mogen de leeraressen of leeraren, wier
bezoldiging bij deze verordening geregeld is, zonde'- toestem
ming van den Gemeenteraad geene bezoldigde betrekking,
buiten de in het vorige artikel bedoelde, aannemen.
Art. 11.
Aan de leeraressen of leeraren, wier bezoldiging bij deze
verordening geregeld is, wordt met het einde van den cursus,
waarin zij den leeftijd van 65, respectievelijk 70 jaar hebben
bereikt, ontslag uit hunne betrekking verleend.
Art. 12.
Overgangsbepaling.
De leeraressen of leeraren, die door het in werking treden
dezer verordening eene lagere wedde zouden erlangen, dan
vóór die inwerking treding door hen werd genoten behouden
de door hen genoten wedde, benevens de daaraan krachtens
de verordening van 11 November 1880 (Gem.blad No. 2 van
1881) verbonden aanspraken op verhooging, onverminderd
hunne aanspraken op eventueele verhooging, ingevolge de
bepaling dezer verordening.
Art. 13.
Deze verordening treedt in werking op 1 October 1915.
Op dien datum vervalt de verordening van 11 November 1880
(Gem.blad No. 2 van 1881), gelijk die laatstelijk gewijzigd is
bij verordening van 4 Februari 1915 (Gem.blad No. 3).
Aan de leerares of den leeraar in de plant- en dierkunde
kan bovendien het geven van onderwijs aan de Kweekschool
voor onderwijzers en onderwijzeressen en aan de hoogste
klassen der Meisjesschool 2e klasse worden opgedragen.
Art. 10.
Met uitzondering van de leerares in de handwerken en
van de leeraressen of leeraren in het schoonschrijven en de
staatswetenschappen, mogen de leeraressen of leeraren, wier
bezoldiging bij deze verordening geregeld is, zonder toestemming
van den Gemeenteraad geene bezoldigde betrekking, buiten
de in het vorige artikel bedoelde, aannemen.
Art. 11.
Aan de leeraressen of leeraren, wier bezoldiging bij deze
verordening geregeld is, wordt met het einde van den cursus,
waarin zij den leeftijd van 65, respectievelijk 70 jaar hebben
bereikt, ontslag uit hunne betrekking verleend.
Art. 12.
Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden
op 1 Januari 1919. Op dien datum vervalt de verordening
van 23 September 1915 (Gem.blad No. 17).
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.
4