BESTAANDE VERORDENINGEN. I. VERORDENING van 15 Juli 1915 (Gem.Blad No. 8), houdende regeling van de jaarwedden der leeraren aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens te Leiden, gelijk deze gewijzigd is hij verordening van 23 Mei 1918 (Gem.Blad No. 18). Art. 1. De jaarwedde van den Directeur bedraagt ƒ3500. Zij wordt, wanneer de Directeur, hetzij te Leiden hetzij elders 2, 4, 6, 8 en 10 jaren als zoodanig is werkzaam geweest, telkens met ƒ200.— verhoogd, zoodat het maximum zijner wedde 4500.— bedraagt. Art. 2. De leeraren, behalve die in teekenen, gymnastiek en schoon schrijven, worden verdeeld in: a. leeraren, die 18 of meer lesuren 's weeks hebben b. leeraren, die minder dan 18 lesuren 's weeks hebben. Art. 3. De leeraren, in artikel 2 sub a bedoeld, genieten, indien zij 18 tot en met 24 lesuren 's weeks hebben, een jaarwedde van 2200.—. Deze wedde wordt, wanneer de leeraar aan een Gymnasium of Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus, hetzij hier, hetzij elders, of aan daarmede door Burgemeester en Wet houders gelijk te stellen inrichtingen van Hooger of Middel baar Onderwijs, 3, 6, 9, 12 en 15 jaren is werkzaam geweest, telkens met ƒ200.verhoogd, zoodat het maximum der jaar wedde ƒ3200— bedraagt. Voor elk wekelijksch lesuur boven 24 uur per week geniet de leeraar eene bezoldiging van ƒ100.per jaar. Buiten toestemming van den leeraar kunnen hem niet meer dan 30 lesuren per week worden opgedragen. Art. 4. De leeraren in artikel 2 sub b bedoeld, genieten eene be zoldiging van 100.— 'sjaars per wekelijksch lesuur. Deze bezoldiging wordt, wanneer de leeraar aan een Gym nasium of HoogéVe Burgerschool met vijfjarigen cursus, hetzij hier, hetzij elders, of aan daarmede door Burgemeester en Wethouders gelijk te stellen inrichtingen van Hooger of Middelbaar Onder wijs 3, 6, 9, 12 en 15 jaren is werkzaam geweest, telkens met 10.per wekelijksch lesuur verhoogd, zoodat de maxi mum-bezoldiging 150.'sjaars per wekelijksch lesuur bedraagt. Art. 5. Bij de berekening van de jaarwedden der leeraren in de natuur- en scheikunde wordt voor 4 tot en met 7 weke- lijksche lesuren 1 uur, voor 8 tot en met 15 wekelijksche les uren 2 uur en voor '16 of meer wekelijksche lesuren 3 uur bij geteld; eveneens wordt voor den leeraar in de natuurlijke historie voor 8 of meer wekelijksche lesuren 1 uur meer berekend. Art. 6. Alvorens de leeraar in het genot wordt gesteld van eenige periodieke verhooging van wedde, in deze verordening be doeld, winnen Burgemeester en Wethouders omtrent de ge schiktheid en plichtsbetrachting van den betrokken leeraar het advies in van den Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs. Diens advies wordt door Burgemeester en Wethouders aan den Gemeenteraad overgelegd. Art. 7. De leeraar in het schoonschrijven geniet eene bezoldiging van 50.per wekelijksch lesuur. Art. 8. De bezoldiging der leeraren in het teekenen en de gym nastiek wordt bij afzonderlijke verordening geregeld. NIEUWE VERORDENINGEN. I. VERORDENING, houdende regeling van de jaarwedden der leeraren aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens te Leiden. Art. 1. De jaarwedde van den Directeur bedraagt 4500. Zij wordt, wanneer de Directeur, hetzij te Leiden hetzij elders 2, 4, 6, 8 en 10 jaren als zoodanig is werkzaam ge weest, telkens met f 200.verhoogd, zoodat het maximum zijner wedde 5500.bedraagt. Art. 2. De leeraren, behalve die in teekenen, gymnastiek en schoonschrijven, worden verdeeld in: a. leeraren, die 18 of meer lesuren 's weeks hebben b. leeraren, die 12 of meer, doch minder dan 18 lesuren 's weeks hebben; c. leeraren, die minder dan 12 lesuren 's weeks hebben. Art. 3. De leeraren, in artikel 2 sub a bedoeld, genieten, indien zij 18 tot en met 26 lesuren 's weeks hebben, een aanvangs- wedde van 2900.'s jaars, na het volbrengen van 2, 4, 6, 8, 10, 12 en 14 dienstjaren telkens te verhoogen met 200.zoodat het maximum der jaarwedde 4300.— be draagt. Voor elk wekelijksch lesuur boven 26 uur per week geniet de leeraar eene bezoldiging van 120.per jaar. Buiten toestemming van den leeraar kunnen hem niet meer dan 30 lesuren per week worden opgedragen. De leeraren, in artikel 2 sub b bedoeld, genieten een aanvangs- wedde van 160.die sub c van 140.'s jaars per wekelijksch lesuur, na het volbrengen van 2, 4, 6, 8, 10 en 12 dienstjaren telkens te verhoogen met f 10.per weke lijksch lesuur, zoodat de maximum bezoldiging voor de leeraren in artikel 2 sub b bedoeld f 220.en voor die sub c f 200.'s jaars per wekelijksch lesuur bedraagt. Art. 4. Als diensttijd telt mede de tijd doorgebracht als leeraar of leerares aan gymnasia, hoogere burgerscholen, lycea, middel bare handelscholen, zeevaartscholen, handelsdagscholen, middel baar technische scholen en middelbare scholen voor meisjes en als onderwijzer(es) aan een kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen. Diensttijd aan lagere scholen telt voor de helft mede, tot een maximum van 6 jaren. Voor een doctor, gepromoveerd aan eene Nederlandsche Universiteit of Hoogeschool, wordt twee jaren meer dan de werkelijke diensttijd vergolden. Art. 5. Bij de berekening van de jaarwedden der leeraren in de natuur- en scheikunde wordt voor 4 tot en met 7 wekelijksche lesuren 1 uur, voor 8 tot en met 15 wekelijksche lesuren 2 uur en voor 16 of meer wekelijksche lesuren 3 uur bijge teld; eveneens wordt voor den leeraar in de natuurlijke historie voor 8 of meer wekelijksche lesuren 1 uur meer berekend. Art. 6. Alvorens de leeraar in het genot wordt gesteld van eenige periodieke verhooging van wedde, in deze verordening be doeld, winnen Burgemeester en Wethouders omtrent de geschiktheid en plichtsbetrachting van den betrokken leeraar het advies in van den Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs. Diens advies wordt door Burgemeester en Wethouders aan den Gemeenteraad overgelegd. Art. 7. De leeraar in het schoonschrijven geniet eene aanvangs- wedde van 100.— 's jaars per wekelijksch lesuur, na 2, 4, 6, 8, 10 en 12 dienstjaren telkens te verhoogen met 5. per wekelijksch lesuur, zoodat de maximum-bezoldiging ƒ130. 's jaars per wekelijksch lesuur bedraagt. Art. 8. De bezoldiging der leeraren in het teekenen en de gymnastiek wordt bij afzonderlijke verordening geregeld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 2