13
bedrag van ten hoogste 460.500.bestemd voor den
woningbouw, mag dat voorschot in geen geval meer bedragen
dan 05% der gezamenlijke kosten van uitvoering, terwijl
sub h. dier voorwaarden aan het bestuur der vereeniging
de verplichting is opgelegd ten genoegen van ons College
aan te toonen, dat de vereeniging over tenminste 5 der
gezamenlijke kosten van uitvoering de beschikking heeft.
Tot haar leedwezen is het aan de vereeniging echter niet
mogen gelukken die 5 van het thans in ronde som op
616.200.te ramen benoodigd kapitaal bijeen te krijgen.
Ondanks alle moeite heelt zij slechts over een bedrag van
f 4600.de beschikking kunnen krijgen, weshalve zij
verzoekt in plaats van een voorschot van ten hoogste 95
van het kapitaal, een voorschot tot de totale kosten van uit
voering, verminderd met genoemd bedrag van f 4600.van
de gemeente te mogen ontvangen.
Gelet op den grooten woningnood hier ter stede en erken
nende, dat het in den tegenwoordigen tijd voor de vereeni
ging niet wel mogelijk is op een bedrag van ruim ƒ30.000 de
hand te leggen, hebben wij gemeend den bouw der 118
woningen niet stop te moeten zetten wegens het niet nakomen
harer verplichtingen door de vereeniging, doch U te moeten
voorstellen om met het beschikbare geringe aandeel van
ƒ4600.genoegen te nemen en het Rijk een hooger voor
schot aan te vragen. Ook de Minister van Binnenlandsche
Zaken verzocht ons bij schrijven van 1 Mei 1918 te bevor
deren, dat op die wijze de voor de vereeniging gerezen moei
lijkheden, waarvan de Minister buiten ons College om had
kennis gekregen, uit den weg zouden worden geruimd.
Evenals ten opzichte van de vereeniging »Ons Belang" bij
raadsbesluit van 2 Mei 1918 (Ingek. Stukken n°. Ill) is
bedongen, zal dan echter de gemeente het recht dienen te
verkrijgen in haar dienst zijnd personeel als huurders voor een
aantal woningen, in casu o. i. op 8 te bepalen, aan te wijzen,
De vereeniging is bereid dit 8 tal woningen voor dat doel
te bestemmen, doch zoude, in verband met door het bestuur
gedane beloften aan toekomstige huurders, gaarne zien, dat
voorloopig slechts 6 woningen door ons College werden aan
gewezen, terwijl dan de twee overige woningen eerst be
schikbaar zouden worden gesteld, zoodra 2 woningen leeg
kwamen. Ons C.ollege wenscht echter met het oog op de
behoefte reeds dadelijk de beschikking te hebben over al de
8 woningen en kan zulks ook, gelet op de geringe bijdrage
in het kapitaal vanwege de vereeniging en het aanzienlijke
voorschot en de hooge bijdrage in het tekort, niet anders dan
een billijke eisch noemen.
Behalve om de genoemde reden zal het voorschot ook uit
anderen hoofde verhoogd moeten worden. Werd toch volgens
de begrooting, opgemaakt na de gehouden aanbesteding van
den bouw der woningen, het benoodigd kapitaal geraamd op
581.215, thans blijkt volgens achterstaande raming een kapi
taal van in ronde som 616.200 noodig.
In de eerste plaats is deze hoogere raming een gevolg van
de hoogere kosten van de bestrating, rioleering enz. Deze
werken veroorzaken eene overschrijding van ruim 20.000,
hetgeen intusschen in de tegenwoordige tijdsomstandigheden,
nu ook maar eenigszins juiste begrootingen feitelijk niet te
maken zijn, geen verwondering behoeft te baren.
Ook de bouwkosten zullen de raming met ruim 16.000
te boven gaan, terwijl verder een renteverlies van 1200
is geleden, aangezien weliswaar vóór de officieele verleening
van het Rijksvoorschot met machtiging van den Minister van
Binnenlandsche Zaken met het werk mocht worden begonnen,
doch het Rijk achteraf niet genegen bleek de benoodigde ter
mijnen van het voorschot te verstrekken, vóórdat bet desbe
treffende Koninklijk besluit in de Staatscourant was verschenen.
Tengevolge van de geringere bijdrage van de vereeniging,
de hoogere kosten van uitvoering en de bepaling in het
Koninklijk besluit, dat de bouwkosten in plaats van in 65
jaren in 55 gelijke annuïteiten moeten worden afgelost, dient
uit den aard der zaak op een hoogere annuïteit en mitsdien
ook op een hooger jaarlijksch tekort te worden gerekend. Naar
schatting zal dit tekort, hetwelk laatstelijk werd begroot op
ƒ11373.80, stijgen tot 13.822.06, waarvan bij de tegenwoordige
wijze van toekenning van Rijksbijdragen ongeveer ten laste
van de gemeente pleegt te komen. De gemeente zal dus ver
moedelijk ruim 600 's jaars meer moeten bijpassen, dan
waarop in Juli 1917 werd gerekend.
Uit het bovenstaande zal U duidelijk zijn, dat ons College
van oordeel is, dat ook dit grootere offer in de gegeven
omstandigheden door de gemeente moet worden gedragen
en wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging Uw besluit
van 1 Maart 1917 (Ingek. Stukken no. 48), gewijzigd bij be
sluit van 26 Juli d. a. v. (Ingek. Stukken no. 175) andermaal
te wijzigen en wel in dien zin, dat:
1°. in plaats van een voorschot van ten hoogste 552.200
nader uit 's Rijks kas een voorschot van ten hoogste ƒ611.600
door de gemeente zal worden aangevraagd en aanvaard,
teneinde haar in staat te stellen een voorschot van gelijk
bedrag te verleenen aan de woningbouwvereeniging «Eensge
zindheid" alhier ten behoeve van den aankoop van grond
aan den Zijlsingel voor den bouw van 118 woningen, waar
onder 3 winkels, een en ander tegen een rente en aflossing
in 75 gelijke annuïteiten, voorzooveel betreft een bedrag van
ten hoogste 117.100.bestemd voor den grond en den
straataanleg c. a. en in 55 gelijke annuïteiten, voorzooveel
betreft een bedrag van ten hoogste 494.500.bestemd
voor den woningbouw;
2°. dat het slot van de voorwaarde c., waaronder het onder
1° bedoelde voorschot aan de vereeniging «Eensgezindheid"
is verstrekt, wordt gelezen: «met dien verstande, dat het
voorschot in geen geval meer zal bedragen dan de gezamen
lijke kosten van uitvoering, verminderd met 4600;", terwijl
in voorwaarde h. de woorden «ten minste 5% der gezamen
lijke kosten van uitvoering" worden vervangen door: «een
bedrag van ten minste 4600;".
3°. dat aan de voorwaarden, waaronder het onder 1° be
doelde voorschot is verstrekt achter voorwaarde h een nieuwe
voorwaarde wordt toegevoegd, luidende:
f>h. bis de gemeente heeft het recht op door Burgemeester
en Wethouders te bepalen wijze in haar dienst zijnd perso
neel als huurders voor ten hoogste 8 woningen aan te wijzen,
met dien verstande, dat deze huurders verplicht zijn zelf de
huur aan de vereeniging te betalen en ook overigens de
regelen, welke voor de huur en de wijze van bewoning bij
den aanvang der bewoning of later gesteld zijn, na te komen
4°. in verband met het hoogere jaarlijksche tekort ook een
hoogere Rijksbijdrage zal worden gevraagd in de betaling van de
ter zake van bet onder 1° bedoelde voorschot aan het Rijk ver
schuldigde annuïteit, op den van Rijkswege vastgestelden voet.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Nader gewijzigde Begrooting van Kosten.
JToningbouwvereeniging y>Eensgezindheids te Leiden.
Aankoop grondf 47862.61f
Overdrachtskosten773.62
Bestrating en rioleering raming f 49000. -
Meerdere kosten en meerder werk 19806.
Nog eventueel te verrichten werk
zaamheden500.
69306
Bouwkosten (aannemingssom) 465000.—
Meerdere kosten en meerder werk 15863.90
Nog eventueel te verrichten werk
zaamheden500.
481363.90
Renteverlies tijdens den bouw 2500.
Renteverlies tengevolge van het
met machtiging van den Minis
ter van Binnenlandsche Zaken
beginnen met het werk, terwijl
het voorschot nog niet was ver
strekt 1199.46
3699.46
Honorarium architect en opzich
ters f 12268.
Administratieve uitgaven van de
vereeniging tijdens den bouw. 274.47|
12542.47A
615548.07
Te betalen een tiende procent van hetgeheele
voorschot ingevolge K. B. van 9 Januari 1918
no. 36611.
Totaal f 616159.07
Benoodigd kapitaal (Stichtingskosten) in ronde som 616200.
Jaarlij ksche Uitgaven.
Annuïteit a 4.446% van 117942.23-J2). f 5243.71
Annuïteit a 4.729% van 498216.83-i3)23560.67
Grondbelasting 1064.
Onderhoud per jaar 16.per woning 1888.
Brandassurantie 0.5 p/m van 481363.90 240.68
Waterleiding gem. 13.per jaar per woning 1534.
Administratie201.40
V f 33732.46
Huuropbrengst19910.40
Jaarlijksch te kort 13822.06
Na aftrek bjjdrage vereeniging in ronde som, f 611.600.—
2) U7.100.-.
3)»i) n J!»»» 494.500.