336 DONDERDAG 19 DECEMBER 1918. «gewone school voor lager onderwijs, hetzij hier, hetzij «elders1000.— «na 4 jaar dienst1100. «na 6 jaar dienst1250.— «na 8 jaar dienst1400. «na 10 jaar dienst1550. «na 12 jaar dienst1700. «na 14 jaar dienst1850.— «na 16 jaar dienst2000.—" In de tweede plaats stellen ondergeteekenden een wijziging voor in de door B. en W. voorgestelde Verordeninghoudende wijziging van de verordening van i Februari 1917 (Gem. Blad No. 8) voor de buitengewone school voor Lager Onderwijs te Leiden, gewijzigd bij verordening van 25 Juli 1918 (Gem. Blad No. 26)." Zij wenschen het eerste gedeelte van art. 1 te lezen als volgt «Artikel 7 van bovengenoemde verordening wordt gelezen als volgt «De jaarwedde van het hoofd der school bedraagt: de jaarwedde als onderwijzer aan deze school volgens dienstjaren, den toeslag voor de hoofdacte, een toeslag als hoofd tot een bedrag van ƒ500.—verhoogd met ƒ450.'sjaars wegens vergoeding voor huishuur." «De aanvangsjaarwedde voor een onderwijzer of onderwij- «zeres, in het bezit der hoofdacte bedraagt 1600.en voor «onderwijzer of onderwijzeres zonder hoofdakte 1400. «De wedden dezer onderwijzers en onderwijzeressen worden «achtmaal verhoogd met 100.telkens na twee jaar dienst «aan eene openbare of bijzondere of buitengewone school voor «lager onderwijs, hetzij hier of elders. »l)e verhoogingen wegens dienstjaren worden aan de onder- «wijzers en onderwijzeressen in dit artikel bedoeldenz. «zooals het door B. en W. voorgestelde art. verder luidt. K. Sijtsma. D. van Gruting. Fokker. S. de Boer Azn. B. D. Eerdmans. L. Knappert. D. Jaeger." «Leiden, 16 December 1918. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Ondergeteekende stelt voor, de vóórlaatste zin van Art. 12 op de Verordening van 1 Februari 1917 (Gem. Blad No. 7) bepalende het getal der scholen enz. te lezen «Moet wegens het verkrijgen dier akte verhooging plaats hebben, dan treedt die verhooging in op den dag, waarop de akte verkregen is." S. de Boer Azn. Toelichting. Wanneer een onderwijzer zijne hoofdakte behaalt in het begin of midden eener maand en hij nog in die maand mocht komen te overlijden, zou dit voor zijne weduwe van groote beteekenis zijn, in zake haar pensioen." «Ondergeteekenden hebben de eer voor te stellen te laten vervallen in de verordening, bepalende het getal der scholen voor openbaar lager onderwijs te Leiden, den omvang van het onderwijs op elke school, den bijstand aan de hoofden der scholen te verleenen en de bezoldiging van het onderwijzend personeel in Art. 9 de laatste alinea te laten vervallen, in Art. 12 de vierde alinea te laten vervallen, régelende de toelagen voor hoofd en onderwijzers aan de leer school verbonden aan de Gemeentelijke Kweekschool, ad 100 gld. Leiden 17 December 1918. J. de Lange. P. Boot. Aan den Heer Voorzitter v/d Gemeenteraad van Leiden." «De ondergeteedende heelt de eer den Gemeenteraad voor te stellen het zevende lid van art. 12 van de verordening I (Ingek. St. Nr. 312) luidende: «Bij de vervulling eener vaca- «ture zal in den regel een onderwijzer of onderwijzeres op «de aanyangswedde worden aangesteld" te laten vervallen, aangezien deze bepaling toch niet kan worden nageleefd, daar het aanvangssalaris van de betrokkenen bij eene benoe ming bepaald wordt door de dienstjaren die zij bij hunne benoeming reeds hebben. Leiden, 17 December 1918. J. de Lange. Aan den Heer Voorzitter v/d Gemeenteraad van Leiden." 4°. Adres van de afdeeling Leiden van het Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap in zake het voorstel tot regeling van de jaarwedden van het onderwijzend personeel. Zullen worden behandeld bij de punten IX en vlg. der agenda. 5°. Verzoek van de Vereeniging van Onderwijzers en Artsen om de salarisverordening voor het personeel der Buitengewone school van toepassing te verklaren op dat der school van het gesticht «Voorgeest". Wordt gesteld in handen der Commissie ad hoe tot onder zoek der salarissen. 6°. Verzoek van het Bestuur der Christelijke Bewaarschool aan den Ouden Rijn om verhoo<*ing van de aan die school toegekende subsidié. 7°. Voorstel van de heeren de Lange, Wilmer en Pera in zake de wijziging van de subsidieregeling voor de bijzondere bewaarscholen. Worden gesteld in handen van Burgemeester eri Wethouders ten fine van praeadvies. 8°. Adres van de afdeeling Leiden van den Nederlandschen Bond van Werklieden in openbare diensten en bedrijven, houdende mededeeling van een motie in zake de verhooging der loonen, de invoering van den 8-urigen werkdag, respec tievelijk 45-urige werkweek en het georganiseerd overleg. Zal ter visie worden gelegd in de Leeskamer. De Voorzitter deelt nog mede: dat het aan N. van Ettinger eervol ontslagen gasstoker dei- Stedelijke Lichtlabrieken toegekende suppletiepensioen, met ingang van 1 November 1917, is verhoogd tot 285.per jaar, zoolang het hem bij Koninklijk Besluit toegekend pensioen bepaald blijft op 243.— dat het aan J. Tegelaar eervol ontslagen gasstoker der Stede lijke Lichtfabrieken toegekende suppletiepensioeri. met ingang van 1 November 1917, is verhoogd tot 260.per jaar, zoolang het hem bij Koninklijk Besluit toegekend pensioen bepaald blijft op 269. Ten slotte stelt de Voorzitter voor om de jaarwedde van den heer A. O. G. de Thouars, als leeraar in de Nederlandsche taal en letterkunde en in de Hoogduitsche taal aan de afdeeling A der Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen alhier, vast te stellen op 2720.en om den pensioensgrondslag van dien leeraar voorloopig te bepalen op betzelfde bedrag, een en ander ge rekend te zijn ingegaan op 1 November 1918. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt hier toe besloten. Aan de orde is alsnu: I. Benoeming van vijf leden der Commissie tot wering van schoolverzuim. (Zie lng. St. No. 315). De Voorzitter. Mag ik de heeren Briët. van. Romburgh, Eerdmans en Heemskerk verzoeken het stembureau te vormen? Worden achtereenvolgens benoemd de heer G. J. Bik, met 23 stemmen, de heer H. Pel verkreeg 1 stem; de heer H. Pel met 22 stemmen, de heeren L. A. Werner en J. H. Wattez verkregen ieder 1 stem; de heer Ph. Rank met algemeene (24) stemmen; de heer J. B. Meynen met 22 stemmen, de heer A. F. van der Pol en A. van der Meer verkregen ieder 1 stem; de heer A. van der Meer met algemeene (25) stemmen. De heer Hoogenboom was inmiddels ter vergadering gekomen. II. a. Voorstel in zake het geven van teekenonderwijs aan het Gymnasium; b. c. q. Benoeming van een tijdelijk leeraar in het teekenen aan het Gymnasium. (Zie lng. St. No. 316). Punt a. wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen b. Met algemeene (24) stemmen wordt tot tijdelijk leeraar in het teekenen benoemd de heer J. H. Wattez: een biljet was in blanco. A. VAN DER ELST. A. J. OoSTDAM.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1918 | | pagina 2