358 DONDERDAG 19 DECEMBER 1918. schappen, die iemand moet hebben om daar doelmatig werkzaam te zijn, zijn alleszins redenen om eene extra belooning toe te kennen. Ik heb dat kort geleden ook opgemerkt, toen er een voorstel tot verhooging van salaris was, maar ik zou bepaald aan willen raden in dit opzicht met het voorstel van Burgemeester en Wethouders mede te gaan. Ik moet aannemen, dat de heer Eerdmans dat onderwijs in bijzonderheden nog niet heelt leeren kennen, want ik meen wanneer hij daarvan eenigszins op de hoogte was, hij zou toegeven, dat hier eene extra belooning op haar plaats was. De heer van der Lip. M. d. V. Ik kan mij geheel aanslui ten bij hetgeen de heeren Zwiers en Pera hebben gezegd. Ook naar mijne rneening is het onderwijs aan deze school zeer moeilijk en vereischt zooveel tact, dat hier een goed sa laris op zijn plaats is. Wat betreft het voorstel van den heer Eerdmans, zou ik willen vragen, of hij er wel aan gedacht heeft dat deze onder wijzers geen toeslag krijgen volgens de wet-Ketelaar en Heems kerk en ook geen betaling krijgen voor bijacten. Ik gelool, dat de heer Eerdmans dit uit het oog heeft ver loren. Hij stelt voor het minimumsalaris van het hoofd van de zwakzinnigenschool te bepalen op ƒ2300.—. Het hoofd eener 3de of 4de klasse school begint met ƒ2100.Hierbij komt dan nog de toeslag van de z.g. wet-Ketelaar ad ƒ100 en die van de wet-Heemskerk ad ƒ50. - zoodat zijn minimum wordt ƒ2250.Er zal dus haast geen verschil bestaan tusschen het aanvangssalaris van het hoofd van een gewone lagere school en van de zwakzinnigenschool. Volgens het amendement zal verder het maximum van het hoofd bedragen ƒ2700.Volgens ons nu aangenomen voorstel is het maximum van het hoofd 3de of 4de klasse-school ƒ2500.—, waarbij den weer komen de beide toeslagen, zoodat het maximum ongeveer gelijk zal zijn. Wat nu betreft den onderwijzer met hoofdakte stelt de heer Eerdmans voor het traktement te bepalen op ƒ1500.tot ƒ2300.Een gewoon onderwijzer met hoofd akte krijgt ƒ1100.tot ƒ1900. Daar komen dan weer de toeslagen bij, zoodat het wordt ƒ1250.— tot ƒ2050.Het verschil is dus slechts ƒ250.Voor een onderwijzeres zonder- hoofdakte stelt de heer Eerdmans voor een traktement van ƒ1200.tot ƒ2000.terwijl een onderwijzer(es) zonder hoofd akte aan een gewone school krijgt ƒ1050.tot 1850..Het verschil zou dus veel te gering zijn. Ik wil ten allen overvloede den Raad er nog aan herinneren, dat er zich in September voor twee vacatures aan deze school slechts één sollicitant heeft aangemeld. Daarna is eene nieuwe oproeping gedaan en toen hebben zich 5 sollicitanten aan gemeld, waarvan echter twee de vereischte bevoegdheden misten. Slechts één sollicitant was werkzaam bij het gewoon lager onderwijs. Dit is dus wel een bewijs, dat het salaris van de onderwijzers aan deze school te laag is. Ik raad den Raad dan ook ten zeerste aan het amendement van den heer Eerdmans niet aan te riemen. Het verschil tusschen de jaar wedden van de onderwijzers aan deze school en die aan de gewone lagere scholen moet eenigszins belangrijk zijn, wil men op den duur geschikt personeel aan deze school kunnen behouden en krijgen. De heer Eerdmans. M. d V. Nu ik bemerk, dat het denk beeld door mij geuit, wordt weersproken, stel ik er geen prijs op het amendement, dat ik heb ingediend aan eene stemming te onderwerpen. Ik zie wel in, dat ik er geene meerderheid voor zal verkrijgen. Ik wensch in deze zaak niet tegen te werken en daarom trek ik mijn amendement in. De beslaging wordt gesloten. Art. 1 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Art. 2 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. De geheele verordening daarop zonder hoofdelijke stemming. B. De artt. 1 tot en met 12 en de geheele herziene ver ordening worden zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. XI. Verordening, regelende de bezoldiging van de onder wijzers en onderwijzeressen, belast met het geven van open baar herhalingsonderwijs. (Zie Ing. St. No. 312). Algemeene beschouwingen worden niet gevoerd. De artt. 1 tot en met (I en vervolgens de geheele veror dening worden zonder beraadslaging oi hoofdelijke stemming aangenomen. XII. Verordening, regelende de bezoldiging van het onder wijzend personeel van de openbare bewaarscholen te Leiden. (Zie Ing. St. No. 312). Algemeene beschouwingen worden niet gevoerd. De artt. 1 tot en met 5 en vervolgens de geheele verorde ning worden zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. XIII. Verordening, houdende wijziging van de verordening van 13 Mei 1869 (Gem. Blad No. 7), bepalende het personeel aan de openbare bewaarscholen te Leiden verbonden. (Zie Ing. St. No. 312). Algemeene beschouwingen worden niet gevoerd. De artt. 1 en 2 en vervolgens de geheele verordening worden zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. De Voorzitter. Mijne Heeren. Wij zijn thans genaderd aan het einde van onze onderwijsvoorsteilen en ik meen namens ons allen een woord van oprechten dank te kunnen spreken tot den heer van der Lip, die zich met de voorbereiding van deze belangrijkë voorstellen heeft belast, daar de Wethouder van Onderwijs wegens een vrij gevaarlijke ziekte dat niet'kon doen. Gelukkig zien wij den heer van Hamel hier weder in gezondheid bij ons zitten. Ik geloof, dat het ons aller meening is, dat de heer van der Lip geheel op de hoogte van de door hem verdedigde voor stellen was en ik dank hem nogmaals voor de uitstekende wijze waarop hij zich heden van zijn taak heeft gekweten. Teekenen van instemming). De heer van Hamel. M. d. V. Ik kan mij gaarne aansluiten bij de woorden door U gesproken en ik breng ook hartelijken dank aan den heer van der Lip voor hetgeen hij gedurende den tijd, dat ik verhinderd was, in het belang van het onder wijs heeft gedaan en niet minder voor de uitstekende .wijze waarop hij heden deze verordening heeft verdedigd. De heer van der Lip. M. d. V. Mag ik U en den heer van Hamel wel bedanken voor de vriendelijke woorden en den Raad voor zijne instemming? XV. Vaststelling van het eerste suppletoir kohier der plaatse lijke directe belasting, dienst 1918. (Zie Ing. St. No. 317.) Zonder .beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig het praeadvies besloten. XVI. Vaststelling van het Forensenkohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1918. (Zie Ing. St. No. 318.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig het praeadvies besloten. XVII. Voorstel tot het verleenen van een crediet ten behoeve van de distrubutie van goedkoope boven- en onderkleeding. (Zie Ing. St. No. 325). De beraadslaging wordt geopend. De heer van Romburgh. M. d. V. Ik zou gaarne van Bur gemeester en Wethouders vernemen, waarom de verkoop van boven- en onderkleeding nu geschiedt vanwege de gemeente en dat met die distributie niet zijn belast de winkeliers. Ik breng dit hier ter sprake, omdat verschillende winkeliers mij daaromtrent hebben gesproken. Aan den eenen kant zegt men, dat die goederen veel te duur zijn en aan den anderen kant, dat de winkeliers den verkoop tegenwerken, omdat zij liever hun eigen goederen verkoopen, die zij nog in voorraad hebben. Ik kan daaromtrent geen oordeel vellen. Misschien kan de Voorzitter mij daaromtrent het een en ander mededeelen. De heer Fokker. M. d. V. Ik heb met groote belangstelling kennis genomen van het voorstel van Burgemeester en Wet houders. Ik zou evenwel nog eene vraag willen doen. Moet ik uit het voorstel van Burgemeester en Wethouders begrijpen, dat reeds voor een waarde van 100.000.— aan kleederen is gekocht, zoodat de goedkeuring voor dien aankoop door den Raad slechts pro forma geschiedt, of wordt werkelijk door Burgemeester en Wethouders een crediet van zooveel duizend gulden gevraagd om straks te kunnen overgaan tot aankoop van kleederen De Voorzitter. Het is pro forma. De heer Fokker. Dan moet ik ernstig protesteeren tegen f

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1918 | | pagina 24