DONDERDAG 19
DECEMBER 1918.
353
maar voor den onderwijzer, die als hoofd wordt benoemd
tellen de dienstjaren niet. Wij hebben een sterk sprekend
voorbeeld gehad in den heer de Hondt, die reeds op leeftijd
was, toen hij werd benoemd tot hoofd der school. Hij kwam
daardoor een heel eind achter bij de andere schoolhoofden
waarom aan hem dan ook een persoonlijke toelage is toege
kend geworden. Het tegenwoordig hoofd Dirks zal eerst op
zijn 59ste jaar zijn maximum hebben bereikt. Door de Plaatse
lijke Schoolcommissie worden gevallen genoemd van sollici
tanten, die te zamen gestaan hebben op de benoemingslijst.
Een er van, die eerst niet benoemd was, werd 5 jaar later
benoemd en was in dien tusschentijd hoofd der school ge
weest in eene andere gemeente en nu ontvangt hij een hooger
salaris dan de andere sollicitant, die volgens het onderzoek
der autoriteiten als hoofd van meer waarde werd geacht. Al
die fouten in het tegenwoordige stelsel kunnen door ons amen
dement worden voorkomen. Nu heeft de Wethouder straks
gezegd: Uw amendement zal aan de gemeente 4800.- meer
kosten. Dit bedrag zal nu heel wat minder zijn, door dat ons
vorig amendement verworpen is geworden. Óm geldelijke
overwegingen behoeft men dus niet tegen ons amendement
te stemmen. Het eenige, dat men tegen ons amendement zou
kunnen aanvoeren is, dat wij niet gelet hebben op de bestaande
verhoudingen in de salarieering. Mag men daarom een beter
stelsel afwijzen? Wij hebben slechts gevraagd wat een hoofd
der school toekomt èn als onderwijzer èn als hoofd. Maar
behoudens een enkele uitzondering, zal ons stelsel niet veel
verandering in de salarieering brengen. Nemen wij een hoofd
3e klasse met 16 dienstjaren; zoo zal hij dan ontvangen
ƒ1700.— als klasseonderwijzer, 200.voor de hoofdakte en
ƒ500.— als hoofd. Hij zal dan krijgen een salaris van 2400.
wat zoo ongeveer overeenkomt met het salaris, dat tot heden
wordt genoten.
De Voorzitter. Wenscht U ook periodieke verhoogingen?
De heer Sijtsma. Dat zou ik niet willen. De Schoolcommissie
wil na 16 jarigen dienst nog weer periodieke verhoogingen,
maar dat willen wij niet. Het staat ook niet in ons amen
dement. Wil men verandering in de getallen door ons ge
noemd, het is ons goed. Het gaat hier om het systeem. Wil
men aan het hoofd als hoofd een toelage geven van ƒ600.
in plaats van ƒ500.laat men dan een subamendement
indienen. Het systeem achten wij evenwel het juiste, omdat
het de beteekenis van bet' hoofd der school naar een juiste
maatstaf waardeert. Wanneer U mij kunt overtuigen, dat ik
het daarin mis heb, dan eerst wil ik mijn amendement in
trekken. Ik geloof evenwel niet, dat U dit zal gelukken. Bij
het begin van de beraadslaging over dit onderwerp heb ik
gezegd, dat Burgemeester en Wethouders langzamerhand
gekomen zijn in het vaarwater, waarin ik reeds 18 jaren heb
gevaren. Zoo durf ik thans als mijne overtuiging uitspreken,
dat de Raad eenmaal dit stelsel zal aanvaarden, zij het nu
niet dan later.
De heer de Lange. M. d. V. Ik heb eenige bezwaren
tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders be
treffende artikel 9.
Ik heb evenwel ook bezwaar tegen het amendement-Sijtsma,
dat mijne bezwaren tegen het voorstel van Burgemeester en
Wethouders niet wegneemt.
Het komt mij in de eerste plaats wat dit voorstel betreft
ten eenenmale zonderling voor, dat Burgemeester en Wet
houders een onderscheid maken in de bezoldiging van de
hoofden der eerste en tweedeklasse scholen en die van de
hoofden der gemengde tweedeklasse scholen. De eersten
krijgen ƒ200. meer dan de laatsten.
Mijn bezwaar is daarop gegrond. In onze eerste en tweede-
klassescholen treffen wij ook aan de rubriek meer uitgebreid
lager onderwijs- en uitgebreid lager onderwijsscholen. De
eerste klassescholen zijn uitsluitend uitgebreid lager onderwijs
scholen en de tweede klassescholen zijn gedeeltelijk meer uit
gebreid lager onderwijs- gedeeltelijk uitgebreid lager onderwijs
scholen. En nu had ik het rationeel gevonden, wanneer-
Burgemeester en Wethouders een onderscheid in de salarissen
van de hoofden willen maken, dat zij dan het hoogste salaris
hadden voorgesteld voor de hoofden van de meer uitgebreid
lager onderwijsscholen. Ik had het billijk gevonden, wanneer
de hoofden der uitgebreid lager onderwijsscholen 200.
minder salaris zouden hebben gekregen, dan de hoofden aan
de meer uitgebreid lager onderwijsscholen verbonden, hetzij
aan eerste hetzij tweede klassescholen. Gaarne zou ik van
Burgemeester en Wethouders vernemen waarom niet aldus is
gehandeld, en waarom in de bezoldiging van de hoofden der
uitgebreid lager onderwijsscholen een onderscheid gemaakt
wordt, door den een 200.meer te geven dan den ander.
Dat is mijn bezwaar tegen het voorstel van Burgemeester
en Wethouders.
In het algemeen juich ik toe de gedachte ten grondslag
liggende aan het amendement van den heer Sijtsma. Ik geloof
dat die salarisregeling principieel beter is dan die van Burge
meester en Wethouders. Ik kan echter met het amendement
van den 'heer Sijtsma niet medegaan, want het is op dit
oogenblik onuitvoerbaar. Ik heb de reden vanmiddag al met
enkele woorden genoemd.
De beeren Sijtsma c. s. zeggen in hun amendement, dat de
hoofden van de scholen zullen genieten een jaarwedde als onder
wijzer volgens dienstjaren, en een toeslag voor de hoofdakte, een
toeslag voor de vereischte bijakten en tenslotte een toeslag
als hoofd. En nu is in onze heele verordening nergens te
vinden een voorschrift, waarbij- voor de hoofden der uitgebreid
lager onderwijs- en meer uitgebreid lager onderwijsscholen
vereischte acten zijn voorgeschreven. Ergo zou in deze sala
risregeling volgens dat amendement vervallen het hoogere
salaris voor de hoofden van de meer uitgebreid lager onder
wijs- en. uitgebreid lager onderwijsscholen.
Natuurlijk moeten de hoofden van de meer uitgebreid lager
onderwijs- en uitgebreid lager onderwijsscholen bevoegdheid
hebben voor het onderwijs in het Fransch en dergelijke vak
ken. Die bezoldiging zal dus een deel uit moeten maken van
hun salaris en die bezoldiging kent onze verordening niet.
Daarom zou eone wijziging van artikel 9 volgens het amen
dement onvoldoende zijn en gepaard moeten gaan met eene
wijziging in de artikelen 4 en 5, of met veel groote wijzi
gingen in artikel 9. Maar zooals het amendement hier ligt is
het mijns inziens onaannemelijk, omdat de bezoldiging van de
hoofden der meer uitgebreid lager onderwijs- en uitgebreid
lager onderwijsscholen niet voldoende geregeld is.
Ik vind niet gemotiveerd, waarom het verschil tusschen
hoofd en onderwijzer in salaris is vergroot.
De heer Fokker. Ik zou aan den heer de Lange, die prak
tische bezwaren heeft tegen het amendement van den heer
Sijtsma, willen zeggen, dat die bezwaren wel zijn te onder
vangen. Het is hier slechts de kwestie van het principe. Wan
neer dit is aangenomen, zal eene praktische uitvoering daar
van wel mogelijk blijken.
De heer de Lange. Dat moet vooruit bekend zijn.
De heer Fokker. M. d. V. Ik ben dit met den beer de
Lange niet eens. Wat het amendement betreft, zou ik nog
willen opmerken, dat, waar volgens de wettelijke bepalingen
aan het hoofd eene vergoeding moet worden gegeven voor
huishuur, ik het moeilijk vind in het bedrag, dat men als
hoofd zal ontvangen, uit te drukken de waardeering, die men
voor dien dienst gevoelt. Ik vind een bedrag van 590 dan
ook eigenlijk te hoog. De afstand tusschen het hoofd en de
onderwijzer is mijns inziens te groot. Ik zou de voorstellers
van het amendement dan ook willen vragen dat bedrag te
verlagen. In dat geval zal ik met meer liefde voor het amen
dement stemmen, dan ik anders zal doen.
De heer van der Lip. M. d. V. Ik zou willen beginnen
met iets te zeggen over de redactie van het amendement.
Het komt mij voor,, dat de heeren voorstellers eenvoudig
hebben overgeschreven de woorden uit het rapport der School
commissie die ook een voorstandster is van dit systeem. Men
heeft echter niet in het oog gehouden, dat de" Schoolcom
missie slechts hare ideeën in het kort heeft weergegeven. De
heeren hebben zich blijkbaar bij de indiening van hun amen
dement niet de moeite getroost om aan die gedachte een
juisten vorm te geven.
Het amendement luidt: De hoofden der scholen genieten
een jaarwedde gelijk aan de jaarwedde als onderwijzer vol
gens dienstjaren, enz. Hieraan moet echter worden toegevoegd
de jaren als hoofd doorgebracht, of liever er moet in uitko
men, dat de dienstjaren „als onderwijzer" doorloopen, al is
men hoofd geworden. Dit is toch ook de bedoeling geweest
van de Schoolcommissie, maar in het amendement wordt dit
niet uitgedrukt. Verder zou ik willen ondersteunen, wat
door den heer de Lange is gezegd omtrent den toeslag voor
de bijakten. Terecht heeft deze spreker opgemerkt dat voor
het hoofd der school geen vereischte bijakten zijn. De bedoe
ling is natuurlijk, dat men geeft een toelage voor de bijakten,
die in het leerplan van de school zijn opgenomen.
De heer de Lange. Dat is niet noodig. Men kan in de
verordening zetten, dat bijakten noodig zijn.
De heer van der Lip. M. d. V. De heer de Lange vindt dit
niet noodig, omdat in de verordening bepaald zou kunnen wor
den, welke bijakten voor het hoofd vereischt zijn. Ik durf dit niet
dadelijk toe te geven, omdat ik het aan twijfel onderhevig
acht of de verordening de bij de wet gestelde eischen voor
het hoofdschap mag uitbreiden.
Maar hoe dit nu ook zij, het is juist, dat nergens, ook
niet in de wet, is voorgeschreven, welke bijakten een hoofd