DONDERDAG 12
DECEMBER 1918.
327
een eereambt en andere waar het geheel en al een beroeps
ambt is.
Wat Burgemeester en Wethouders heett bewogen eene be
langrijke verhooging voor te stellen, is, dat zij meenden dat
het gewicht van deze betrekking op zichzelf een vergoeding
van f 1800.wettigt, en dat de belangrijkheid van het ambt
aan den anderen kant medebrengt, dat men er niet op moet
rekenen, dat er iemand bereid wordt gevonden om het geheel
of teh deele als een eereambt te vervullen. Men moet steeds
in de gelegenheid zijn om voor dat ambt een geschikt per
soon te kunnen krijgen. En nu zijn er eigenschappen, die
men in ieder ambtenaar vergt, maar er zijn ook voor de
positie van den Commandant van de brandweer zeer bijzon
dere eigenschappen noodig; ik noem persoonlijken moed,
de gave om snel te kunnen besluiten, om het vertrouwen
te winnen van het ondergeschikt personeel die men in
den persoon van dezen functionaris moet wenschen aan
te treffen.
De heer Sijtsma zegtdie moet zoo'n man maar bezitten,
zeker, maar daarom stellen wij ook een behoorlijk salaris
voor eene dergelijke positie voor, om daaraan eischen te kun
nen verbinden en om steeds iemand te kunnen krijgen aan
wien wij die eischen kunnen stellen. Men zou deze betrek
king in verband met de eischen, die men aan den waarne
mer daarvan moet stellen, eenigszins kunnen vergelijken bijv.
met die van Commissaris van Politie, al is er natuurlijk dit
groote verschil dat deze permanent in functie is. Burge
meester en Wethouders hebben gemeend dat een salaris van
1800.— hier niet te veel was en dat eene vrij belangrijke
verhooging van de wedde gemotiveerd was om voor deze
betrekking altijd de hand te kunnen leggen op iemand bij
wie de genoemde eigenschappen in voldoende mate aanwe
zig zijn.
De heer Fokker. M. d. V. Na de motiveering van den geachten
Wethouder voor deze belangrijke salarisverhooging, waarop
ik niet al te diep in zal gaan er is straks gezegd: wij
moeten niet persoonlijk zijn zou ik willen zeggen, dat
wanneer men die eischen stelt voor het voorgesteld salaris
men meteen dergelijk salaris voorstel eerst moet komen, wanneer
er in deze eene vacature is te vervullen.
De Voorzitter. U wordt persoonlijk!
De heer Fokker. Ik ben zoo zacht mogelijk persoonlijk en
ik volg hier geheel de argumentatie van den geachten Wet
houder. En ik moet hei halen wanneer men eischen wil stellen,
die de heer van der Pot heeft aangegeven en daarnaar sala-
rieeren, een systeem waarvoor veel is te zeggen, dan moet
men het*traktement van f 1800.eerst vaststellen, wanneer
men komt voor de moeielijkheid den tegenwóordigen titularis
te moeten vervangen.
De heer Huurman. M. d. V. Ik stel er prijs op te verklaren,
dat ik niet persoonlijk ben geweest en het ook niet zal worden,
het spijt mij, dat de geachte Wethouder misschien onbewust,
maar zelf wel wat persoonlijk is geweest al is het dan eene
zachte persoonlijkheid, zooals de heer Fokker het heeft genoemd.
Wij hebben het hier niet over den persoon, maar over de
betrekking. Het spijt mij te moeten verklaren, dat ik den
heer van der Pot wel eens beter een voorstel heb hooren ver
dedigen, dan hij nu gedaan heeft.
Hij begint te zeggen: wat is de aanleiding geweest? Alle
gemeenteambtenaren zijn in hun salaris verhoogd, dus het
was ook gewenscht om dezen ambtenaar te verhoogen. Maar
waarom dan niet de stadsgeneesheeren Ik erken de juistheid
van het zooeven door den Voorzitter gesprokene dat een salaris
van f 1000.in 1897 voor den stadsgeneesheer eigenlijk veel
te veel was en dat het nu een matig salaris is. Dit is met
den Commandant der brandweer niet het geval. In 1902 is dit
traktement gebracht op 1000.in 1907 van f 1000.op
f 1400.Daar heeft de heer van der Pot niet op geantwoord.
Dit salaris is in betrekkelijk korten tijd herhaaldelijk gewijzigd.
Dan heeft de heer van der Pot nog gewezen op het feit,
dat ik eene vergelijking heb gemaakt met Dordrecht. Hij legt
er in dat venband den nadruk op, dat het aldaar een eereambt
is. Ik wil even opmerken, dat Dordrecht dan met zijn eere
ambt goedkoop at is, en wij met onze f 1400.duur uit zijn,
ook lettende op het feit dat in geen enkele gemeente van
gelijke grootte als Leiden een dergelijk bedrag wordt betaald.
Het blijft mij onnoodig voorkomen, daar nog f 400.op te
leggen.
Wat Groningen, Tilburg, Nijmegen, Delft en andere ge
meenten betreft, de heer van der Pot heeft het niet de moeite
waard geacht te zeggen, dat het salaris daar te laag is. alleen
heeft hij zich bepaald te zeggen: U kunt deze gesalarieerde
betrekking niet vergelijken met een elders niet gesalarieerde
betrekking.
De heer van der Pot deelde voorts mede, dat het wensche-
lijk is, dat de gemeente die 1800.— toestaat, omdat het
niet altijd even gemakkelijk is dergelijke functies te doen
bekleeden door menschen, die daarvoor een gedeelte van hun
vrijen tijd disponibel willen stellen.
De heer van der Pot heeft verzocht niet persoonlijk te worden,
ik zal ook niet persoonlijk worden, maar ik geloof, hoewel
de Commandant een uitstekend man is, dat, wanneer er eens
een vacature zou komen, wij die lunctie dan door een minstens
even geschikt persoon als den tegenwoordigen Commandant
kunnen doen vervullen voor een salaris van 1409.—
De heer van der Pot zeide voorts, dat het wenschelijk is,
dat het publiek en de werklieden den Commandant moeten
vertrouwen, dat er een goede verhouding en samenwerking
met het kader moet bestaan. Dat laatste, dat weet de Voor
zitter ook buitengewoon goed, heeft dikwijls heel veel te
wenschen overgelaten.
Dan heeft de heer van der Pot gezegd, dat wij iemand voor
die functie moeten hebben, die snel besluiten kan. Ja, Mijnheer
de Voorzitter, dat ben ik geheel met den heer van der Pot
eens, maar het kan ook wel eens voorkomen, wanneer men
snel besluiten moet, dat men dan verkeerd besluit. Daarom
had de heer van der Pot moeten zeggen: wij moeten iomand
hebben, die snel en goed besluit. Ik zou dan willen vragen,
of de tegenwoordige functionaris niet alleen snel, maar ook
altijd goed besloten heeft
Ik blijf bij mijne bewering, dat ik het jammer vind, afgezien
dus van den persoon, maar met de staten voor mij, dat er
zoo met geld gesmeten wordt, wat naar mijne meening ge
schieden zal, wanneer dit traktement verhoogd wordt.
De Voorzitter. Ik zou ook nog een enkel woord willen
zeggen.
Het verwijt, dat een der heeren zooeven richtte tot den
Wethouder, die juist vroeg niet persoonlijk te zijn, is volgens
mijne meening ongegrond. Ik geloof dat de wil van sommige
heeren, om niet persoonlijk te zijn, beter was dan de daad.
Een der heeren zeide de kosten van de beide traktementen
zullen nu worden f 2700.
Ik zou den Raad eens willen aanraden om te zien naar de
verschillende begrootingen, rekeningen, uitgavenze zullen
dan constateeren, dat de kosten van de brandweer in de
laatste jaren verminderd zijn.
Ik heb eens ergens gelezen, dat men in China de doktoren
niet betaalt naar het aantal ziekebezoeken, maar naar den
tijd, dat de menschen hunner praktijk gezond zijn gebleven;
als men een jaar niet ziek geweest is, betaalt men. Zoo is
ook de gelukkigste positie waarin de brandweer kan verkeeren
deze, dat men zoo weinig mogelijk behoeft uit te geven, dat
er dus geen brand is.
Er zullen binnenkort maatregelen genomen moeten worden,
om te zorgen, dat de brandweer op een geheel anderen voet
ingericht wordt. Wij zullen binnenkort als de annexatie in
werking is getreden in de gemeente groote alstanden ki ijgen.
Men kan nu wel gemakkelijk vertellen, dat men in sommige
plaatsen voor de betrekking van Commandant liefhebbers heeft,
dien men eens in het jaar een diner geeft, maar zoo'n v-iij-
willige Commandant zal den Burgemeester of den Gemeente
raad niet kunnen voorlichten bij den aankoop van allerlei
materialen. Dat is lang zoo'n gemakkelijke zaak niet. Men
kan nu wel zeggen, dat die functie door iemand in zijn
vrijen tijd vervuld wordt, dat het een eere-titel is, dat de
gemeente met het geven van een diner van hare verplichtingen
af is, maar het is van meer belang, dat men iemand als
Commandant heeft, die in staat is een brand goed te blusschen.
Ik wil den heeren in overweging geven, eens te letten op
de geringe kosten, die voor dezen tak van dienst gemaakt
worden. Het is een van de weinige takken, die in den tijd,
dat ik hier ben, dalende onkostencijfers toont. Daarom geloof
ik, dat het van het grootste belang is, dat men hier iemand,
als Commandant heeft, die verstand bezit van al die zaken
en dat het er niet zoozeer op aan komt of hij populair is.
Ik geloof dat men, afgezien van den persoon goed zal doen
dit voorstel aan te nemen. Want wanneer wij vergelijken
een salaris van f 1800.met f 1400.van een jaar of tien
geleden, dan geloof ik dat die verhooging alleszins gemoti
veerd is. Ik vermoed uit hetgeen ik gehoord heb, dat de
heeren stemming zullen verlangen en dan komt het mij het
verstandigst voor, dat ik het gesplitste amendement van de
zeven heeren in stemming breng. Wordt dat verworpen, dan
is het voorstel van Burgemeester en Wethouders aangenomen.
Het amendement van den heeren de Lange c. s. wordt in
stemming gebracht en aangenomen met 18 tegen 9 stemmen.
Vóór stemmen de heeren: Eerdmans, Timp, Huurman,
Oostdam, Fokker, van Gruting, Pera, Sijtsma, van Tol, A.
Mulder, de Boer, de Lange, van Romburgh, Heemskerk,
Wilmer, Zwiers, J. P. Mulder en Boot.
Tegen stemmen de heerenBots, van Hamel van der Pot,