210 N°. 317. Leiden, 12 December 1918. Wij hebben de eer U hierbij ter vaststelling aan te bieden het le Suppletoir Kohier der plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dienst 1918/19. Bij onveranderde vaststelling zal het belastbaar inkomen bedragen ƒ411790 De proefdrukken van dit kohier zijn aan de Raadsleden toegezonden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 318. Leiden, 12 December 1918. Wij hebben de eer U hierbij ter vaststelling aan te bieden het Forensenkohier der plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dienst 1918/19, met een belastbaar inkomen van 1.414.770. De proefdrukken van dit kohier zijn aan de Raadsleden toegezonden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 319. Leiden, '12 December 1918. Het in handen van ons College ten line van praeadvies gestelde adres van de Naamlooze Vennootschap Leidsche Handelsvereeniging alhier betreffende het onderzoek van een door den Gemeentelijken Keuringsdienst van Eet- en Drink waren ter keuring medegenomen partij specerijen geeft ons aanleiding het volgende onder Uwe aandacht te brengen. Op20Julij.l. hebben eenige keurmeesters van den Gemeen telijken Keuringsdienst van Eet- en Drinkwaren op last van den Directeur van dien tak van dienst en krachtens het be paalde bij artikel 6 der verordening op de keuring van eet- en drinkwaren, huishoudelijke artikelen en andere waren een aan de Leidsche Handelsvereeniging toebehoorende aanzien lijke partij verpakte gemalen specerijen, bestaande uit peper, kruidnagelen, foelie, kaneel en nootmuskaat, ter keuring medegenomen. Deze handelwijze was een gevolg van het feit, dat hier ter stede verpakte, gemalen specerijen van ondeugdelijke samen stelling waren aangetroffen, geleverd door de Leidsche Han delsvereeniging. Toen derhalve den keurmeesters bij hun be zoek bleek, dat de voorraad specerijen der Leidsche Handels vereeniging, wat de verpakking betrof, overeenkwam met die van de in onze gemeente aangetroffen ondeugdelijke specerijen, was er voldoende reden om aan de deugdelijkheid der partij te twijfelen. Zij werd dus ter keuring medegenomen. Een voorloopig onderzoek van de partij specerijen toonde reeds aan, dat zij zéér waarschijnlijk voor een groot deel on deugdelijk was, terwijl bovendien bleek, dat de inhoud van de diverse pakken, in het bijzonder voor zooveel de peper betrof, niet gelijksoortig was. Tengevolge hiervan kon met een onderzoek van een betrekkelijk klein aantal monsters niet worden volstaan, zooals het geval zou zijn geweest, indien aannemelijk was geweest, dat alle pakken een gelijken inhoud hadden of uiterlijke verschillen op een verschillenden inhoud hadden gewezen. Een groot aantal monsters moest nu worden onderzocht, om een juist inzicht te kunnen krijgen in de hoe danigheid van de geheele partij. Dit aantal onderzoekingen moest bovendien nog sterk worden uitgebreid, toen het den keuringsdienst bleek, dat zelfs niet met één monster uit elk pak (bestaande uit 100 kleine pakjes) kon worden volstaan, omdat in meerdere gevallen ook de verschillende pakjes, die tot eenzelfde groot pak behoorden, van ongelijksoortigen inhoud bleken te zijn. Nadat men bij het artikel peper deze ervaring had opgedaan, was natuurlijk bij de overige soorten specerijen een even uit gebreid onderzoek noodig. Nu toch de partij peper gebleken was een mixtum van verschillende kwaliteiten te zijn, kon dit even goed bij de overige soorten specerijen het geval wezen. Van de uit 126.000 pakjes bestaande partij specerijen moesten zoodoende eenige honderden monsters worden onder zocht, hetgeen niet anders dan zéér tijdroovend kon zijn, aangezien het onderzoek zoowel langs chemischen als langs microscopischen weg moest geschieden. Bovendien vergete men niet, dat ook de overige bij den keuringsdienst aanhangige zaken, geregeld moesten worden afgedaan. De geheele voedingsmiddelen-controle kon toch be zwaarlijk grootendeels worden stopgezet ter wille van het onderzoek van één partij specerijen, die naar het zich liet aanzien voor het grootste deel ondeugdelijk was. Te minder was dit geoorloofd, aangezien juist in de tweede helft van dit jaar een aanzienlijke toeneming van knoeierijen met levens middelen tengevolge van schaarschte aan voedingsmiddelen, in het bijzonder aan melk, geconstateerd werd. Ten bewijze hiervan kunnen wij U mededeelen, dat tusschen 10 Juli (den datum van het ter keuring medenemen van de specerijen) en 21 November (den datum, waarop het request is ingekomen) niet minder dan 16 maal proces-verbaal door den keuringsdienst is opgemaakt, het proces-verbaal, dat waar schijnlijk naar aanleiding van de bewuste partij specerijen tegen de Leidsche Handelsvereeniging zelve zal worden op gemaakt, buiten rekening gelaten. In normale omstandigheden bedraagt het aantal processen-verbaal daarentegen niet meer dan een vijf of zestal per jaar. Indien de keuringsdienst uitsluitend aan de bewuste partij specerijen zijn aandacht had moeten wijden, zouden die 16 geverbaiiseerden vrij zijn uitgegaan als gevolg van het leit, dat men de Leidsche Handelsvereeniging ter wille had willen zijn. Dat hiervan geen sprake kon zijn, zal niemand verwonderen. Van den stand van het onderzoek is aan adressante op hare vragen geen mededeeling gedaan, omdat de praktijk heeft geleerd, dat het zeer ongewenscht is van een onderzoek iets mede te deelen, voordat het resultaat daarvan definitief vast staat. Ook omtrent een of meer onderdeelen van de partij kon de uitslag van het onderzoek niet tusschentijds worden mede gedeeld, aangezien bij een dergelijk onderzoek niet eerst één artikel en vervolgens een tweede artikel wordt nagegaan, maar het onderzoek van de verschillende artikelen als 't ware door elkaar heenloopt. Doch hoe dit zij, de Leidsche Handelsver eeniging kon weten, dat de medegenomen waren van zéér ver dachte herkomst waren, aangezien monsters van dezelfde herkomst kort te voren waren afgekeurd. Zij had dus vooruit hare maatregelen kunnen nemen, indien zij niet de risico wilde loopen, die aan het koopen van waren van verdachte herkomst verbonden is. Op hetgeen verder nog in het adres wordt opgemerkt, meenen wij hier niet nader in den breede te moeten ingaan. Zeer zeker is het voor de vennootschap te betreuren, indien de goederen tijdens het onderzoek in prijs zijn gedaald. Doch dit is dan een gevolg van het speculatieve van den handel in artikelen als specerijen en vooral peper in den oorlogstijd, waar de keuringsdienst natuurlijk buiten staat. Ook het om gekeerde had het geval kunnen zijn. Niet bevreesd behoeft adressante ten slotte te zijn, dat thans niet meer kan worden uitgemaakt, in welken toestand de goederen zich bevonden ten tijde van het ter keuring mede- nemen. Hare veronderstelling ten deze achten wij door niets gewettigd. Uit het bovenstaande zal Uwe Vergadering, naar wij ver trouwen, duidelijk zijn geworden, dat het onderzoek tengevolge van de bijzondere samenstelling van de partij specerijen en den grooten omvang der partij noodzakelijker wijze zeer veel tijd in beslag moest nemen en den Gemeentelijken Keurings dienst van Eet- en Drinkwaren derhalve in deze geen blaam kan treffen. In geen geval is er uit den aard der zaak sprake van een zoodanige nalatigheid, dat een schadeloosstelling door de ge meente ook maar eenigszins gewettigd zou wezen. Bij een onderhoud, dat eene commissie uit ons College met den rechtsgeleerden raadsman van de Leidsche Handelsvereeniging op diens verzoek had, bleek het ook meer de bedoeling van die vereeniging, om een klacht te uiten over eene vermeende onachtzame behandeling van de zijde van den Directeur van den Gemeentelijken Keuringsdienst, dan wel eene vordering aanhangig te maken wegens geleden schade, die eventueel een gevolg is van bijkomende omstandigheden, zoodat de gemeente, optredende ter behartiging van de haar toever trouwde publieke belangen,daarvoor nimmer aansprakelijk kan worden geacht. Wij geven U mitsdien in overweging het adres voor ken nisgeving aan te nemen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen De Naamlooze Vennootschap Leidsche Handelsvereeniging, gevestigd en kantoor houdende te Leiden, ten deze domicilie kiezende ten kantore van hare advocaten Mrs. Hermans en Bolsius te Leiden dat op 20 Juli 1918 door eenige ambtenaren van de gemeente Leiden in hunne hoedanigheid van ambtenaar van den keurings dienst van eet- en drinkwaren, ter keuring is medegenomen de navolgende partij specerijen 328 pakken a 100 pakjes en 1 pak a 97 pakjes Kaneel. 451 pakken a 100 pakjes en 1 pak a 92 pakjes en 129 pakken a 50 pakjes gemalen Nootmuscaat. 196 pakken a 100 pakjes en 1 pak a 76 pakjes en 23 pakken a 50 pakjes Peper. 171 pakken a 100 pakjes en 1 pak a 78 pakjes gemalen Foelie. 43 pakken a 100 pakjes en 1 pak a 17 pakjes, gemalen Nagelen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1918 | | pagina 2