GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 209 INGEKOMEN STEKKEN. No. 313. Leiden, 10 December 1918. Zooals U bekend is, heeft ons College zich in de maand October van dit jaar, met het oog op het veelvuldig voor komen van gevallen van z.g. Spaansche griep in deze gemeente en ter voorkoming van verdere verspreiding dier ziekte, op advies van het College van Schoolartsen, genoodzaakt gezien, om de verschillende scholen voor openbaar onderwijs tijdelijk te sluiten, terwijl aan de besturen der bijzondere scholen een verzoek werd gericht, om, ten aanzien dier inrichtingen, een besluit van gelijke strekking te nemen. Van heropening der scholen kon tot nu toe geen sprake zijn, aangezien de ziekte, die in deze gemeente een zeer kwaadaardig karakter draagt, nog steeds blijft heerschen Alleen heelt ons College, na raadpleging van het College van Schoolartsen en gelet op de examenbelangen der desbe treffende leerlingen, in het laatst der vorige maand bestoten tot hervatting der lessen aan de hoogste klasse (de examen klasse) van het Gymnasium, van de Hoogere Burgerschool voor Jongens, van de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen en van de openbare Jongensschool 2e klasse (school voor meer uitgebreid lager onderwijs), onder voor waarde, dat de leerlingen in ruime lokalen ondergebracht en ver uit elkander geplaatst werden. De lessen op de verschillende onderwijsinrichtingen hebben alzoo reeds geruimen tijd moeten stilstaan, terwijl hervatting, behoudens bovengenoemde uitzondering, ook thans nog niet heeft kunnen plaats hebben. Mocht dit evenwel, naar wij hopen, nog vóór of in den loop der aanstaande Kerstvacantie kunnen geschieden, dan komt het ons gewenscht voor, om die vacantie eenigszins te verkorten, teneinde de schade, die van de gedwongen vacantie het gevolg is, eenigermate in te halen. Voor zoover het Gymnasium, de beide Hoogere Burger scholen, de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen en de openbare herhalingsscholen betreft is de duur dier vacantie door Uwe Vergadering bij verordening geregeld, terwijl de regeling, wat de openbare lagere scholen betreft, geschiedt overeenkomstig het daaromtrent bepaalde bij artikel 21 der wet op het Lager Onderwijs en wat de openbare bewaarscholen aangaat door ons College, na de Commissie voor de Bewaarscholen te hebben gehoord. Voor alle inrichtingen is de duur der Kerstvacantie vast gesteld op ongeveer veertien dagen. Wij zouden nu die vacantie op de verschillende scholen, behoudens het eventueel nog gesloten houden dier inrich tingen wegens het blijven heerschen der Spaansche griep, dit jaar willen doen aanvangen op Dinsdag, den 24en December, na afloop van den ochtendschooltijd en willen doen voort duren tot en met Donderdag, den 2en Januari 1919, zoodat de lessen dan weder beginnen op Vrijdag den 3en Januari a. s. In verband met het bovenstaande geven wij U mitsdien in overweging te besluiten, dat, in afwijking van het daar omtrent bepaalde bij de desbetreffende verordeningen en be houdens het eventueel nog gesloten houden der scholen wegens het blijven heerschen der Spaansche griep, de Kerstvacantie op het Gymnasium, de beide Hoogere Burgerscholen, de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen en de openbare herhalingsscholen dit jaar zal aanvangen op Dinsdag, den 24en December, na afloop van den ochtendschooltijd en zal voortduren tot en met Donderdag, den 2en Januari 1919. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 314. Leiden, 12 December 1918. De door Burgemeester en Wethouders voorgestelde aankoop van de in hunne voordracht onder Ingek. Stukken n°. 305 genoemde perceelen, ten behoeve van de Stedelijke Gasfabriek, ontmoet bij de Commissie van Financiën geen bedenking; evenmin de bij die voordracht gevoegde begrootingsregeling. Ook tegen de begrootingsregeling ten behoeve van de kosten van aankoop van het perceel Vischmarkt No. 12-13 (Ingek. Stukken n°. 303) heeft de Commissie geen bezwaar. Zij geeft U derhalve in overweging conform beide voor drachten te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 315. Leiden, 12 December 1918. Ter voorziening in de vacatures van lid der Commissie tot wering van schoolverzuim in deze gemeente, welke den 31en Januari a. s. zullen ontstaan tengevolge van de periodieke aftreding van de heeren G. J. Bik, H. Pel, Ph. Rank, J. B. Meijnen en A. van der Meer, hebben wij de eer U, overeen komstig het bepaalde bij artikel 2 van het Koninklijk besluit van 16 November 1900 (Staatsblad No. 200), de volgende aanbevelingen van twee benoembaren aan te bieden: Voor de vacature Bik: 10. G. J. BIK, 2°. H. J. VAN KERKHOFF. Voor de vacature Pel: -1° H PFT 2°! L." A. WERNER. Voor de vacature Rank: lo. Pii. RANK, 2°. W. A. KRIEST. Voor de vacature Meijnen: 1°. J. B. MEIJNEN, 2°. A. F. VAN DER POL. Voor de vacature van der Meer: lo. A. VAN DER MEER, 2°. D. G. VAN DER HORST. Wij verzoeken U thans tot de benoemingen over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 316. Leiden, 12 December 1918. In verband met eene circulaire van den Minister van Bin- nenlandsche Zaken, waarin deze als zijn oordeel uitspreekt, dat het aanbeveling verdient, om, in navolging van sommige openbare gymnasia, ook op de overige gymnasia het teekenen te doen onderwijzen, ofschoon dit vak niet opgenomen is onder de verplichte vakken, genoemd in artikel 5 der Hooger- Onderwijswet, wendden wij ons in het afgeloopen jaar tot Curatoren van het Gymnasium, met het verzoek ons te dezer zake hun gevoelen mede te deelen. Curatoren bleken het instellen van het teekenonderwijs aan het Gymnasium wel gewenscht te vinden, mits slechts aan het bezwaar, dat geen lokaal voor dat onderwijs in het school gebouw aanwezig is, werd tegemoet gekomen. Ofschoon het aanvankelijk niet gemakkelijk was dit bezwaar te ondervangen, is ten slotte toch een oplossing gevonden, waarmede Curatoren zich volkomen kunnen vereenigen, n.l., door de teekenlessen aan de leerlingen van het Gymnasium te doen geven in de teekenlokalen der Hoogere Burgerschool voor Jongens. Bij den Directeur dier inrichting bestaat hier tegen geen bezwaar. Curatoren stellen verder, na ingewonnen advies van den Inspecteur der Gymnasia voor, den heer J. H. Wattez, leeraar in het teekenen aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens alhier, tijdelijk met dat onderwijs, hetwelk voorloopig gedurende 4 uren per week aan de leerlingen van de le en 2e klasse gegeven zal worden, te belasten, tegen eene bezoldiging, be rekend naar f 75.— 'sjaars per wekelijksch lesuur, zijnde ongeveer dezelfde bezoldiging die de heer Wattez thans aan de Hoogere Burgerschool geniet. Blijkens de circulaire van den Minister is deze bereid, om, evenals ten opzichte van de overige uitgaven van het Gym nasium het geval is, ook in de jaarwedde van den leeraar in het teekenen en in de kosten der leermiddelen een Rijks subsidie van 50 te verleunen. Ons College kan zich geheel vereenigen met het advies van Curatoren, doch zou het teekenonderwijs voorloopig alleen bij ■wijze van proef aan het Gymnasium willen zien ingevoerd. In verband met het bovenstaande geven wij Uwe Ver gadering mitsdien in overweging: 1°. te besluiten, dat, voorloopig bij wijze van proef, aan het Gymnasium onderwijs in het teekenen zal gegeven worden; 2°. te benoemen tot tijdelijk leeraar in het teekenen aan het Gymnasium, om onderwijs te geven voorloopig gedurende 4 uren per week, den heer J. H. Wattez, leeraar in het teekenen aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens alhier, en zulks voor den verderen duur van den loopenden cursus, tegen eene bezoldiging, berekend naar 75.—'sjaars per wekelijksch lesuur. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1918 | | pagina 1