314
DONDERDAG 21
NOVEMBER 1918
de Centrale Keuken stellen op een zeker bedrag. Waarom zou
daarvoor dan ook geen begrooting gemaakt moeten worden
En waarom ook niet voor kosten van de warmwatervoorzie
ning, bijdragen aan het Steuncomité enz. De Raad heeft de
zaak zeer verstandig ingezien door van al die uitgaven geen
begrooting te vragen. Ik zou wel eens willen hooren of de
hei-ren, die zaken hebben, het anders doen. Die maken een
balans op. Maar is het ooit gebeurd, dat een van die zaken-
menschen eene begrooting opmaakt Bankiers maken ook eene
rekening op, maar geen begrooting.
Eene begrooting maakt eene gemeente op om tenslotte te
komen tot de oplossing van de vraag: hoeveel hoofdelijkén
omslag moeten wij hebben en ook om Burgemeester en Wet
houders aan een limiet voor hunne uitgaven te binden;
dat is de bedoeling. En nu wordt vermoed, dat het tijdelijk
Levensmiddelen bedrijf de gemeente 2 ton zal kosten. Dat be
drag moeten wij vinden uit den hoofdelijken omslag, dat is alles.
De heer de Lange. M. d. V. üp de bed rij fsbegrooting zouden
onder anderen kunnen worden gebracht, de kosten der-
administratie, waarvan wij niets weten. Nu moeten wij
wachten tot het einde van het jaar 1920, eer wij zullen
vernemen, wat de administratie van het Levensmiddelen-
bedrijf in 1919 heeft gekost.
De Voorzitter. Daarvan bestaat geene begrooting; die is
ook niet voorgeschreven. Ik zou evengoed kunnen voorstellen
aan het Steuncomité te verzoeken eene begrooting op te
maken. Is dit weer eene zaak, die men niet vertrouwt.? Er
is eene raming gemaakt van twee ton; nu wordt verder
opgegeven, hoeveel het salaris is van den Directeur en het
overige personeel. Wat zou de heer de, Lange nu nog meer
eischen? Wat hij verlangt is een beetje spijkers op laag water
zoeken.
De heer de Lange. M. d. V. Ik moet mij deze onvriende
lijke qualificatie wel laten welgevallen. Ik ben het echter niet
met L eens, dat men in de' bedrijven niet eene begrooting
maakt der bedrijfsonkosten. Dit is niet iets abnormaals maar
zeer normaal, tenminste voor gemeentebedrijven.
De Voorzitter. U vergist zich absoluut. Vraagt U maar of
men in de particuliere bedrijven ooit eene begrooting maakt;
men maakt wel een balans maar geen begrooting. Onze raming
beteekent niets anders dan dat wij de kosten van het 1/io, dat
de gemeente moet betalen plus de administratiekosten, op twee
ton schatten, ais leiddraad daartoe nemende de rekening van
1917 vermeerderd met zeker surplus. Ik kan mij niet begrij
pen, wat voor bezwaar men hiertegen nu kan hebben.
De heer de Lange. Het is slechts een bewijs van belang
stelling in de gemeentezaken.
De Voorzitter. Ik verklaar nogmaalswij behoeven hiervan
geene begrooting op te maken en zullen het ook niet doen.
De beraadslaging wordt gesloten en volgnr. 241 zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
De volgnrs. 242 tot en met 244 worden achtereenvolgens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter. Vlgnr. 245 wordt voorloopig aangehouden.
De volgnrs. 246, verhoogd met 290.wegens belegging
van de afgeloste gelden, verstrekt aan het Openbaar Slacht
huis voor den bouw van een rijwielloods, 247 tot en met 249,
alsmede vlgnr. 250, verminderd met 1922.wegens nadere
lagere raming van het nadeelig slot van het Grondbedrijf,
worden achtereenvolgens zonder beraadslaging aangenomen.
De Voorzitter. Thans komen in behandeling de Inkomsten.
L)e Volgnrs. 1 tot en met 20 worden zonder beraadslaging
of hoofdelijke stemming aangenomen.
Volgnr. 21, verhoogd met 1102.-—, wegens hoogere
raming der schoolgelden, en de volgnummers 22 en 23 wor
den achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming aangenomen.
Evenzoo het nieuwe volgnr. 23a, zijnde i>de geraamde
opbrengst van de belasting op Tooneelv er tooning en en andere
openbare vermakelijkhedengroot f 15000.—."
De Voorzitter, Bij volgnr. 24 komt in behandeling de
begrooting der Stedelijke Lichtfabrieken.
Deze begrooting wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming goedgekeurd.
De volgnrs. 24 en 25 worden zonder beraadslaging of hoofde
lijke stemming aangenomen.
De Voorzitter. Bij volgnr, 26 komt. in behandeling de
begrooting der gestichten vEndegeest, Voorgeest en Rhijngeest".
Deze begrooting wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming goedgekeurd, waarna dit volgnr. eveneens zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
De Voorzitter. Bij volgnr. 27 komt in behandeling de
begrooting van het Openbaar Slachthuis.
Deze begrooting wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming goedgekeurd, waarna dit artikel, verhoogd met
f 290.voor 'de 2de aflossing! van geleende gelden voor den
bouw van een rijwielloods zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming wordt aangenomen.
De Voorzitter. Bij volgnr. 28 komt in behandeling de
begrooting van het Gemeentelijk grondbedrijf.
Deze begrooting wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming goedgekeurd, waarna dit volgnr., verminderd met
f 488.wegens te hooge raming van de rente-uitkeenng
en van de aflossing van het Grondbedrijf, eveneens zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
De volgnrs 29 tot en met 32 worden achtereenvolgens zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
De behandeling van volgnr. 33 wordt voorloopig aangehouden.
De volgnrs. 34 en 35 worden zonder beraadslaging of hoof
delijke stemming aangenomen.
Volgnr. 36, verhoogd met 821.wegens te lage raming
der rijksuitkeering bedoeld in de wet van 24 Mei 1897 (Stbl.
156), de volgnrs. 37 tot en met 43, volgnr. 44, verhoogd met
f 133.wegens hoogere raming van de rijksbijdrage in de
kosten van het Gymnasium, de volgnrs 46 tot en met 48,
volgnr. 49, verhoogd met f 540.wegens verhooging van
de provinciale subsidie in de kosten van verpleging van Krank
zinnigen, de volgnrs. 50 en 51, volgnr 52, verhoogd met
3000.wegens teruggave van het voorschot aan de tijde
lijke kassier-boekhoudster voor - de Burgerlijke Armenzorg,
de volgnrs. 53 tot en met 58 en volgnr. 59, verminderd
met f 55.wegens te hooge raming van de restitutie der
grond- en polderlasten door het Grondbedrijf, worden achter
eenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen.
Beraadslaging over volgnr. 60 luidende: Bijzondere voor
ziening in de kosten, voortvloeiende uit de buitengewone
tijdsomstandighedenf 750000.
De heer Fokker. M. d. V. Het is ons bekend, dat de Regeering
aan Leiden als tegemoetkoming in de kosten over de jaren 1914,
1915, 1916 eene bijdrage heeft gegeven van ƒ80.000.inde
oorlogswinstbelasting. Wij zullen ons allen dankbaar herin
neren hoe in de Eerste Kamer, U Mijnheer de Voorzitter,
'voor Leiden getracht heeft te krijgen, wat naar Uw oordeel
billijk was en aan de gemeente toekwam in verband met de
groote uitgaven, maar dat helaas uw pogingen niet tot gunstige
resultaten hebben mogen leiden. Maar voor die pogingen van
Uwen kant mogen wij dankbaar zijn.
Het is niet alleen om dit te zeggen dat ik het woord heb
gevraagd: Mijnheer de Voorzitter, zijn Burgemeester en Wet
houders nog te rade gegaan, of het mogelijk is, dat van de
tegenwoordige Regeering nog iets meer kan worden verkregen,
dan de ƒ80.000.die reeds ontvangen zijn? Ik weet, dat het
vorige kabinet het standpunt innam, dat het. hiermede uit
moest zijn, dat het daarmede eene afgedane zaak was. Maar
het zou de vraag zijn of de tegenwoordige Regeering, wan
neer zij er ernstig op gewezen wordt, dat de gemeente Leiden
werkelijk te weinig heeft gekregen, misschien niet genegen
is, nog iets meer te geven. In elk geval zal een andere maat
staf worden aangenomen voor in de toekomst voor hetgeen
over 1917 en 1918 zal worden gegeven, zoodat wij over
die jaren eene grootere uitkeering ontvangen. Nu zou ik aan
Burgemeester en Wethouders willen vragen om in dien geest
een vertoog te richten tot de Regeering.
DeVooRziTTER. Uit de Kamerstukken is gebleken, dat de tegen
woordige Minister aanzienlijke bedragen uit wil keeren, juist
aan de gemeenten, zoodat wat tot nog toe is uitgekeerd, wer
kelijk een luttel bedrag is.
Tk ben thans in het bezit van de stukken waaruit blijkt,
dat de gemeenten groote sommen uit de oorlogswinstbelasting
zullen ontvangen. Wanneer deze belasting geschat is op zoo
veel millioen, dan krijgen de gemeente daarvan ongeveer J/6
gedeelte. Daarom is de Wethouder van Financiën met mij in
overleg getreden om eens precies na te gaan, wat de crisis
uitgaven van Leiden zijn geweest over de jaren '17 en '18. Als