312
DONDERDAG 21 NOVEMBER 1918.
De heer Fokker. M. d. V. Ik geloof toch, dat er een zeker mis
verstand bestaat en dat de heer Huurman gelijk heeft. De heer
van Tol bedoelde het volgende: Losse arbeiders die bij de
Gasfabriek tijdelijk in dienst komen, ontvangen daar minder
dan het standaardloon is bij particulieren. En nu wordt
door Burgemeester en Wethouders geantwoord, dat het hem
hierin zit, dat het vaste loon, dat de arbeiders op de Gas
fabriek krijgen, die bij een dergelijk vak werkzaam zijn, ook
lager is dan het standaardloon, dat algemeen wordt gegeven
en dat mag laag zijn, zeggen Burgemeester en Wethouders,
omdat zij in dienst van de gemeente zijn, pensioen krijgen,
eene vaste betrekking hebben, en een zekere bevoorrechte
positie hebben, allemaal voordeelen, die de menschen, die bij par
ticuliere betrekkingen zijn, niet hebben. Nu zeggen Burge
meester en Wethouders verder: al krijsen de losse werklieden
iets meer dan de gewone arbeiders omdat zij los zijn, dat
mag toch niet zooveel meer zijn, dat het gelijk wordt aan
het standaardloon bij de particulieren, omdat men dan onte
vredenheid zou krijgen, daar de vaste arbeiders dan veel
minder loon zouden krijgen dan de menschen, die tijdelijk
in dienst komen. Ik geloof dat dit de klacht was van den
heer van Tol en het lijkt mij, dat het antwoord van Bur
gemeester en Wethouders tamelijk juist den toestand weergeeft.
De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders hebben niets
te maken met deze zaak. Zij behoort tot de competentie van
Comrnissaris>enU pakt uit alsof Burgemeester en Wethou
ders dat doen. U zit op Burgemeester en Wethouders te hakken.
De heer Fokker. Ik zeg toch juist dat het antwoord van Bur
gemeester en Wethouders juist is. Ik pak niet uit. Ik begrijp
niet hoe U er bij komt te zeggen dat ik op Burgemeester en
Wethouders zit te hakken.
De heer Boot en anderen. De heer Fokker heeft gelijk.
De heer Fokker. Laten de heeren mij dan helpen; men
schijnt hier niets meer te mogen zeggen.
De heer van Tol. M. d. V. Het is mijne bedoeling, dat als de
Gasfabriek gebruik maakt van particuliere werkkrachten,
timmerlieden, metselaren of opperlieden, die zij tijdelijk, in
dienst neemt, b.v. 3 of 4 weken, dat zij dan aan die arbeiders
uitbetaalt volgens den loonstandaard in het particulier bedrijf.
De heer van der Pot. Het wil mij voorkomen, dat de
heer van Tol niet kan bedoelen den toestand zooals hij nu
sedert kort is. Wij hebben pas verleden week de salarissen
van de vaste arbeiders verhoogd. Natuurlijk zal daarmede
gepaard moeten gaan eerie verhooging van de loonen van de
tijdelijke werklieden en het zal nog moeten blijken of die dan
slechter zijn in vergelijking met de loonen, die de arbeiders
bij particulieren verdienen.
De Voorzitter. De quaestie is, dat de losse arbeiders wor
den betaald door de Commissarissen van de Lichtfabrieken
en die nemen den norm aan van de vaste arbeiders. Bur
gemeester en Wethouders staan totaal buiten deze zaak.
De beraadslaging wordt gesloten en vlgnr. 149 wordt daarop
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Vlgnr. 150 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stem
ming aangenomen.
De Voorzitter. Bij volgnr. 151 komt in behandeling de
Begrooting van de Bank van Leening.
Deze begrooting wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming aangenomen.
De volgnrs. 151 tot en met 153, dit laatste verminderd
met f 2731.wegens te hooge raming van het nadeelig slot
van de exploitatie van het Grondbedrijf, worden achtereen
volgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aange
nomen, evenzoo de vlgnrs. 154 tot en met 163.
De Voorzitter. Bij vlgnr. 164 komt in behandeling de
Begrooting van de Plaatselijke Schoolcommissie.
Deze begrooting wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming goedgekeurd.
De'volgnrs. 164 tot en met 174 en 175, verhoogd met 266.—
wegens hoogere jaarwedde van den claviger worden achter
eenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen.
Evenzoo de volgnrs. 176 en 177.
'Bij volgnr. 178 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming besloten tot toekenning van een subsidie van ten
hoogste 1500.aan de vereeniging sSchoolkindervoeding",
onder de gebruikelijke voorwaarden, waarna dit volgnr. even
eens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt
aangenomen.
De volgnrs. 179 en 180, dit laatste verminderd met f 1200.
wegens abusief te hoog uitgetrokken jaarwedden worden
achtereenvolgenszonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
aangenomen; evenzoo de volgnrs. 181 tot en met 186.
Beraadslaging over volgnr. 187, luidende: y>Subsidiën van
schouwburgen of muziekkorpsenf 4000.
De heer Huurman. M. d. V. Ik zou willen vragen, waarom
onder A voorkomt: »van de Leidsche Schouwburgvereeniging
is geen verzoek om subsidie ingekomen."
Ik begrijp niet, waarom dit expres vermeld moet worden.
Het geeft zoo den schijn, alsof wij tot het geven van eene
subsidie verplicht zijn. Wanneer er geen subsidie wordt aan
gevraagd, waarom wordt deze post dan nog in de begrooting
opgenomen.
De Voorzitter. Dat komt, omdat de Schouwburgvereeniging
vroeger subsidie ontving. Bij het hegin van de crisis heeft
het bestuur gezegd wij vinden het in dezen tijd niet gewenscht
om subsidie te vragen. Het niet intrekken van dezen post is
dus louter een vorm van hoffelijkheid, omdat, wij niet weten,
of deze 'vereeniging niet weer eens om subsidie zal vragen.
De Raad blijft natuurlijk volkomen vrij, of zij deze subsidie
dan zal willen toestaan of weigeren. Waar men echter vrij
willig van de subsidie heeft afgezien, zou het niet hoffelijk
zijn deze vereeniging op zoo'n wijze te behandelen en deze
post af te voeren. Het is dus louter eene hoffelijkheid, die
geen verdere consequenties met zich brengt.
De heer Huurman. M. d. V. Ik wist niet, dat dit uit hoffe
lijkheid geschiedde. Mijns inziens is het overbodig. Nu er in
geen jaren subsidie door deze vereeniging is gevraagd, acht
ik het onnoodig deze post te vermelden.
De beraadslaging wordt gesloten en volgnr. 187 zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
De volgnrs. 188 tot en met 191, worden achtereenvolgens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen,
terwijl een nieuw volgn. 191a r>Subsidie aan het tehuis voor
schoolgaande kinderenuitgetrokken op f 250.zonder be
raadslaging of hoofdelijke stemming aan de begrooting wordt
toegevoegd.
De volgnrs. 192 tot en met 199 worden achtereenvolgens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter. Bij volgnr. 200 komt in behandeling de
Begrooting van de Stedelijke Werkinrichting.
Deze begrooting wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming goedgekeurd.
De vlgnrs. 200 tot en met 203 worden achtereenvolgens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter. Bij volgnr. 204 komt in behandeling de
Begrooting van den Armenraad.
Deze begrooting wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming goedgekeurd, waarna dit volgnr. eveneens zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
Beraadslaging over vlgnr. 205, luidendei>Uitgaven ten behoeve
van het onderhoud der Belgische Vluchtelingen. f 10000.
De heer Fokker. M. d. V. Dat bedrag zou toch wel kunnen
verdwijnen?
De Voorzitter. Dat is van geen belang. Het heeft ons nog
niets gekost. De quaestie is, dat wij om de zooveel tijd een
voorschot krijgen, dat wij in de Gemeentekas moeten storten.
Dat gaat er natuurlijk weder uit; het is dus eene quaestie
van boeking. Het kost de gemeente niets, want het heele
bedrag wordt door het Rijk vergoed.
De heer Fokker. Het is duidelijkaan den eenen kant
komt het er in eri aan den anderen kant gaat het er weder
uit, maar waar te voorzien is, dat er weinig uitgaven zullen
zijn, zou ik vragen: wat beoogt men dan met dien groo-
ten post?
9