DONDERDAG 21 NOVEMBER 1918. 309 Geneeskundigen Dienst van de Volksgezondheid, omdat dat de Gemeente nog al wat geld kost; in 1919 worden de ont- smettingskosten geraamd op een bedrag van 16340. Volgens de Wet van 14 Juli 1910 kan de gemeente daarvan bij het Rijk 50% declareeren, wanneer die dienst maar is ingericht volgens de voorschriften van de Inspectie der Volksgezondheid. Nu zeggen Burgemeester en Wethouders in de Memorie van Antwoord, dat de oorzaak, dat wij hier nog niet hebben een door het Rijk goedgekeurde Üntsmettingsdienst, hierin schuilt, dat deze zaak is opgedragen aan eene Commissie voor de Reorganisatie van den Ontsmettingsdienst. Het spijt mij, waar reeds in 1916 die opdracht is gegeven, dat wij aan het eind van 1918 nog niet hebben een resultaat van die Commissie. Dat doet mij vooral daarom leed, omdat het de gemeente eenige duizenden per jaar kost. Daarom zou ik aan Burgemeester en Wethouders willen vragen: kunnen zij niet een middel beramen, waardoor het verslag van die Commissie zoo spoedig mogelijk Verschijnt, en bereikt wordt dat wij voor '1919 die 50% restitutie van het Rijk niet be hoeven te derven, want het is voor de Gemeentefinanciën toch zeer jammer. De heer J. P. Mulder. M. d. V. Ik zou eene vraag willen doen betreflende den post schoonhouden van het cholera-hospitaal, ontsmetting van woningen enz. 11290. Is met het schoon houden van deze gebouwen zulk een groot bedrag gemoeid? De heer van der Lip. M. d. V. Ik kan geheel onderschrijven, wat de heer de Lange heeft gezegd. Het is heel jammer, dat de Commissie nog niet klaar is met haar werk. Die Commissie is evenwel verdeeld in vier sub-commissies en deze hebben haar rapport nog niet uitgebracht. Ik kan evenwel mede- deelen, dat Burgemeester en Wethouders juist dezer dagen naar aanleiding van een schrijven van den Inspecteur der Volksgezondheid in zake den ontsmettingsdienst een schrijven hebben gericht tot deze Commissie om met het uitbrengen van haar rapport wat spoed te maken. Wij hopen dus ook dat deze Commissie nu wat zal opschieten. Wat de vraag van den heer Mulder betreft, kan ik mede deelen, dat deze post zoo hoog is door de hooge kosten aan de ontsmetting verbonden. Het ontsmettingsmateriaal is tegen woordig bijzonder duur. De beraadslaging wordt gesloten en volgnr. 128 zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 129 luidende: y>Kosten van keuring van de overige levensmiddelen f i2034. De heer de Lange. M. d. V. Tot mijn leedwezen moet ik constateeren, dat niet slechts het verslag over 1916 ontbreekt van den Directeur van den levensmiddelen-keuringsdienst, maar ook over 1917. Ik vind dit zeer te betreuren. Er staan dingen in het gemeenteverslag, die best gemist konden wor den, maar wanneer er iets in behoort, dan is het toch zeer zeker een verslag betreflende den keuringsdienst van levens middelen. Nu hebben wij reeds in twee jaren geen verslag ontvangen. Ik spreek er dan ook mijn leedwezen over uit, dat die verslagen ontbreken en ik zou Burgemeester en Wet houders Willen verzoeken maatregelen te treffen om er den Directeur van de levensmiddelenkeuring toe te brengen z«e- spoedig mogelijk zijn verslag nog uit te brengen, en hier mede in het vervolg op tijd te zijn. De Voorzitter. Ook ons komt het beter voor, dat het verslag op tijd verschijnt. Het is evenwel buitengewoon druk geweest. Nu is het de vraag wat van meer belang is, dat de zaken goed loopen of dat de paperassen op tijd klaar zijn. Zoo'n verslag is wel heel aardig om eens iets na te slaan, van zooveel praktisch belang is het evenwel niet. De Directeur heeft Burgemeester en Wethouders evenwel moeten beloven, dat hij zoo spoedig mogelijk een gecombineerd verslag over '16, '17 en '18 zal uitbrengen. Hij zou het ook al gedaan hebben, maar de heer van Eek heeft helaas eenigen tijd de griep ge had en daardoor is het wat laat geworden. Binnenkort zult U echter krijgen een verslag over de drie jaren tegelijk. Nu vind ik het ook wel beter, dat er jaarlijks een verslag komt, maar men kan geen ijzer met handen breken en wan neer het alleen gaat over een verslag, moet men wel eens iets door de vingers zien. De heer de Lange. M. d. V. Het is mij niet te doen om pape rassen, maar ik zie in het regelmatig op tijd uitbrengen van ver slagen een middel dat preventief in vele gevallen mede kan werken tot het goed functionneeren van dergelijke takken van dienst. Wij blijven nu volkomen vreemd van de resultaten der werkzaamheden van dien dienst. Het regelmatig verschij nen van een dergelijk verslag over zulk een belangrijk onderwerp is m. i. beslist noodig. De Voorzitter. Ik geef toe, dat het wenschelijk is, maar zooveel waarde als U er aan hecht, kan ik er niet aan toe kennen. Ik hecht weinig aan paperassen, U hecht er meer waarde aan; goed, dat is Uw recht, want het is voorgeschre ven in de Verordening op den Keuringsdienst. Maar wanneer het gaat tusschen een van beiden acht ik het beter, dat iemand goed zijn dagelijksch werk doet, dan dat hij voor die formeele zaken zorgt. Ik heb echter ook gezegder is geen verdediging voor te geven, want het is niet in orde; maar men moet tegen woordig wat meer door de vingers zien. Men moet kiezen tus schen het een of het ander en nu is het verslag er bij ingeschoten. Maar U zult binnenkort krijgen een verslag over driejaren en verder zal ik zorgen dat ieder jaarverslag op tijd verschijnt. De beraadslaging wordt gesloten en volgnr. 129 zonder hoofdelijke stemming aangenomen. I)e volgnrs 130, 131, verhoogd met ƒ50,voor verhooging van de subsidie voor drankbestrijdersvereenigingen, en 132, verhoogd met 200.voor verhooging van de subsidie der vereeniging «Zuigelingenzorg", worden achtereenvolgens zon der beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over vlgnr. 133,luidende: Jaarwedden van het personeel ten dienste van het beheer der openbare werken, voor zoover niet onder de volgende artikelen begrepen ƒ35275.—". De heer de Lange. M. d. V. Burgemeester en Wethouders deelen in de Memorie van Antwoord mede, dat zij het wen schelijk vinden om den post ad ƒ3500.— voor den ingenieur- plaatsvervangend-directeur der Gemeentewerken op de begroo ting te houden, hoewel uit de formatie deze functie is geschrapt. Burgemeester en Wethouders zeggen, dat dat gewenscht is omdat de mogelijkheid niet is uitgesloten, dat in het volgend jaar tot de aanstelling van een tijdelijk ingenieur moet worden overgegaan, nu de ingenieur inge volge van de beslissing van den Raad van 17 October uit de vaste formatie is geschrapt. Ik wil daartegen opmerken dat een tijdelijk ingenieur heel iets anders is dan een ingenieur- plaatsvervangeud-directeur, en dat deze post naar mijn oor deel moet vervallen. De Voorzitter. Dit is eene omschrijving, omdat de zaak nu eenmaal zoo gedrukt was. Ik wil daarom ook met genoe gen het opschrift aldus lezen»een ingenieursvacature 3500.—". De heer de Lange. Dan is het nog niet juist. Men zou dan moeten lezen: »een tijdelijk ingenieur". De Voorzitter. Ik wil het veranderen in»een ingenieur, vacature: 3500.maar willen de heeren tegen stemmen, dan moeten ze het weten. De heer de Lange. Er is geen vacature, want de betrekking is opgeheven. Wanneer de werkzaamheden op het bureau van fabricage zoo in omvang toenemen, dat er een tijdelijk ingenieur noodig is, dan zullen Burgemeester en Wethouders wel komen met een voorstel om een tijdelijk ingenieur te benoemen. De Voorzitter. Hier moet een post openblijven van ƒ3500 en daarom wilden wij zetten: tijdelijk. Maar per slot van rekening vind ik de quaestie of het moet zijn tijdelijk of niet tijdelijk slechts bijzaak. Wij moeten op het oogenblik op de begrooting daarvoor een bedrag uittrekken. Of die ingenieur nu is tijdelijk of niet tijdelijk, daar kan later over gesproken worden, wanneer er een voorstel komt om een dergelijken ingenieur te benoemen. Ik zou gaarne willen, dat de heeren zich bepaalden tot het onderwerp, dat thans aan de orde is en geen Tweede Kamer- gaan spelen. De vraag is: hoe hoog moet de hoofdelijke omslag worden geraamd? Burgemeester en Wethouders willen met het in de formatie opnemen van een ingenieur niets praejudicieeren. Wanneer wij een ingenieur zouden willen benoemen, zouden Burge meester en Wethouders toch altijd bij den Raad moeten komen om machtiging daartoe. Wat komt het er nu toch op aan of deze post op de begrooting staat? Het is slechts eene raming voor het geval er eventueel een ingenieur moet worden benoemd. Daarom is hier een post uitgetrokken van ƒ3500. De heer de Lange. M. d. V. Wanneer het niet de bedoeling is, dat hiermede thans wordt uitgesproken, dat er een ingenieur zal worden benoemd, wil ik mijn bezwaar tegen dezen post intrekken; ik zou alleen dan nog wenschen, dat de redactie werd veranderd. De Voorzitter. Waarom is dat noodig P Binnenkort zullen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1918 | | pagina 27