GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
167
INeEEOMES STUKKEN.
N°. 247. Leiden, 23 September 1918.
In den afgeloopen winter werd ingevolge Uw besluit van
17 Januari 1918 (Ingek. Stukken no. 8) aan ingezetenen, hou
ders van brandstofïenkaarten groep A I en II, voorzoover
zij een inkomen hadden beneden f 1200, kosteloos de be
schikking gegeven over 2 eenheden, zijnde 3 H.L. gascokes,
ter waarde van 5.40.
Niettegenstaande de vrij belangrijk lagere kostprijzen der
brandstollen voor het stookseizoen 1918/1919 komt het ons
ook thans weder wenschelijk voor, dat aan de hieronder nader
aangegeven categorieën van ingezetenen gedurende den aan
staanden winter brandstoffen tegen verlaagden prijs van
gemeentewege worden verschaft. Kon de beschikbaarstelling
in het vorige seizoen alleen geschieden in den vorm van
kostelooze verstrekking van een tweetal eenheden gascokes,
aangezien de maatregel genomen werd op een tijdstip, waarop
het stookseizoen reeds grootendeels was verstreken, thans is
van het minimum-rantsoen nog slechts 2| eenheid ter be
schikking gesteld en kan de bijslag telkens op de nog te ver
strekken hoeveelheden brandstof gegeven worden.
Bij het vaststellen van de bijslagregeling, die wij evenals
de vorige maal zouden willen beperken tot de houders van
brandstoffenkaarten groep AI en II, derhalve tot de bewoners
van perceelen met één of twee haardsteden, dient o. i. verder
niet alleen met het inkomen volgens den laatsten aanslag in
de plaatselijke directe belasting rekening te worden gehouden,
doch bovendien met het aantal kinderen beneden 16 jaar,
hetwelk men ten zijnen laste heeft.
Teneinde nu eene zoo billijk mogelijke regeling te treilen,
hebben wij de ingezetenen, die naar onze meening voor bij
slag in aanmerking komen, in de volgende klassen ingedeeld:
Klasse
Iingezetenen met een inkomen beneden
800
11:
van
800—
900
III
900—
»1000
IV:
1000—
1100
V:
1100—
1200
VI:
1200-
»1300
VII:
1300—
1400
VIII
r,
1400—
1500
IX:
1500—
1600.
Wij
merken hierbij
op,
dat de klassen V t/m IX
slechts
zijn vermeld met het oog op gezinnen met kinderen beneden
den leeftijd van 16 jaar. 't Is n.l. onze bedoeling een gezin
met kinderen beneden 16 jaar in eene lagere klasse in te
deelen, dan waartoe zijn inkomen aanleiding zou geven en wel
volgens den navolgenden maatstaf:
één klasse lager bij bezit van 3 of 4 kinderen ben. 16 jaar;
twee klassen 5 6 16
drie 7 x 8 16
vier 9 10 '16
vijf 11 meer 16
echter met dien verstande, dat de bijslag slechts aan die
gezinshoofden wordt gegeven, welke in één der klassen 1 t/m IV
worden ingedeeld, terwijl de lagere indeeling uit den aard
der zaak zoodanig zal worden toegepast, dat geen verdere
verlaging dan tot klasse I plaats heeft.
Een voorbeeld moge een en ander duidelijk maken. Stel
iemand heeft een inkomen van 1500.en 5 kinderen be
neden 16 jaar ten zijnen laste. Deze persoon wordt dus inge
deeld in klasse VII, d. i. 2 klassen lager, dan wanneer zijn
gezin kinderloos was. Aangezien echter volgens de door ons
ontworpen regeling alleen diegenen, die in de klassen I t/m
IV vallen, voor bijslag in aanmerking kunnen komen, wordt
hem geen bijslag verleend. Indien dezelfde persoon evenwel
11 of meer kinderen had, dan zou hij in klasse IV zijn in
gedeeld en dus, indien hij overigens in de termen viel, wel
bijslag ontvangen hebben.
Het bedrag van den van gemeentewege toe te kennen bijslag
zouden wij naar gelang van de klasse, waarin men is ingedeeld,
willen bepalen op 50 tot 30 cent per eenheid over de eerste
9 halve eenheden (bon 3 A t/m. 7 A). doch op f 1 tot 60 cent
per eenheid over de laatste 8 bons van de minimum rantsoen-
kaart (bon 7 B t/m. 10 B en 11 B), aangezien op deze laatste
bons in den winter brandstoffen betrokken worden en de
draagkracht der bevolking dan het geringst is, zoodat het
aanbeveling verdient den bijslag in dien tijd hooger te stellen,
dan in het najaar.
Met in achtneming van de zooeven aangegeven grenzen, zouden
de bedragen van den bijslag per bon (halve brandstoffeneenheid)
nu volgens onderstaanden tabel kunnen worden vastgesteld:
klasse I; klasse II; klasse III; klasse IV.
ƒ0,25; ƒ0.20; ƒ0.15; nihil.
ƒ0.50; ƒ0.40; ƒ0.30; ƒ0.30.
Bon 3 A t/m. 7 A:
Bon 7 B t/m. 10 B
en 11 B (2® helft
van de turfkaart)
De bijslag zal derhalve ten hoogste bedragen voor gezins
hoofden, ingedeeld in:
Klasse I 6.25 (9 X 0-25 8 X 0.50).
II 5.— (9 X 0.20-f 8X ƒ0.40).
III ƒ3.75 (9X ^.15 8X/0.30).
IV ƒ2.40 (nihil8 X ƒ0.30).
De bijslag zal worden gegeven met betrekking tot alle
huisbrandstoffen, behalve voor anthraciet, ook al mocht deze
brandstof op een der boven vermelde bons worden gegeven,
aangezien de prijs van anthraciet in verhouding tot dien van
de andere brandstoffen laag kan worden genoemd.
De kosten van de aangegeven regeling worden, met inbegrip
van de administratiekosten en die van drukwerk enz. geraamd
op 70.000.
Wij vertrouwen, dat de geschetste regeling Uwe instemming
zal hebben en dat Uwe Vergadering het bovenstaande tevens
zal willen beschouwen als ons praeadvies op het hierachter
afgedrukte adres van de Duurtecommissie uit de Leidsche
Arbeidersbeweging, hetwelk ons tijdens de voorbereiding van
de dezerzijds ontworpen regeling bereikte.
Wij geven LI mitsdien in overweging:
a. een crediet van 70.000 te onzer beschikking te stellen
voor de uitvoering van de in het bovenstaande aangegeven
regeling betreffende het beschikbaar stellen van brandstoffen
tegen verlaagden prijs;
het ter zake ingediende adres van de Duurtecommissie
uit de Leidsche Arbeidersbeweging voor kennisgeving aan te
nemen.
De op ons voorstel sub a betrekking hebbende begrootings-
regeling zullen wij U te zijner tijd ter vaststelling aanbieden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan de Raad der Gemeente Leiden.
Geeft beleefdelijk te kennen, de Duurte-Commissie uit de
Leidsche Arbeidersbeweging:
dat de nood van de groote massa der bevolking niet alleen
veroorzaakt wordt door de schaarste aan de meest noodzakelijke
levensmiddelen, doch tevens door de ontzaglijke prijsverhooging,
die de meeste levensmiddelen hebben ondergaan;
dat ook de duurte der brandstoffen veel bijdraagt tot ver-
erging van den nood der massa, ook al worden deze slechts
spaarzaam toëbedeeld, daar de hooge bedragen hiervoor uit
gegeven, moeten worden onttrokken aan de gelden, beschikbaar
voor de voeding;
dat het dus tot de taak der gemeente behoort om door het
geven van reductie op de brandstoffenprijzen, den financieelen
nood der mingegoede inwoners te verlichten;
dat derhalve de Duurte-Commissie, met verwijzing naar het
goede voorbeeld verleden jaar door de gemeente Leiden gegeven
en dit jaar reeds weder door de gemeente Haarlem, aan Uw
College verzoekt om, vooral daar de aanstaande winter zich
nog meer dan de vorige dreigt te kenmerken .door duurte,
schaarste en werkgebrek, aan de mingegoede inwoners voor
rekening der gemeente een korting te willen verleenen op de
brandstoffenprijzen
Redenen waarom de Duurte-Commissie voornoemd er bij
Uw College op aandringt om aan de inwoners der gemeente
Leiden met een inkomen niet hooger dan 1200.per jaar
een korting te willen verleenen van een gulden per brand
stoffeneenheid, en aan de inwoners met een inkomen van
boven 1200.— tot niet hooger dan 1800.per jaar, van
50 cent per brandstoffeneenheid.
't Welk doende enz.
voor de Duurte-Commissie
de secretarisde voorzitter
J. P. DE LA RlE. D. A. VAN EcK.
Leiden 31 Augustus 1918 Boommarkt 2c.
N°. 248. Leiden, 23 September 1918.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat de meerderheid der Commissie geen bedenkingen heeft
tegen de door Burgemeester en Wethouders den Raad ter
vaststelling aangeboden ontwerp-veroraening op de heffing
eener belasting op openbare vermakelijkheden. (Zie Ing.
St. no. 228).
Een der leden heeft wel in beginsel geen bezwaar tegen
die belasting, doch zal niet eerder met de invoering daarvan
durven meegaan, vóórdat zal zijn aangetoond, dat het leeuwen
deel der opbrengst niet zal heengaan aan perceptiekosten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.