163 Bovendien is echter, nanr de meening van het bestuur, het gedeelte van het loon, dat aan de verzorgden wordt uit gekeerd, te gering en behoort in plaats van de helft in den regel f gedeelte aan de opgenomenen te worden gegeven, terwijl aan het bestuur tevens de vrijheid moet worden ge laten, om in bijzondere omstandigheden het geheele loon ten voordeele van de verzorgden te doen komen. Met het oog op een en ander heeft het bestuur ons ver zocht te bevorderen, dat art. 2 van het Reglement voor de Stedelijke Werkinrichting van 2 September 1913 (Gem. Blad No. 27) eene kleine aanvulling ondergaat, terwijl het U tevens eene wijziging van art. 7 van het Huishoudelijk Reglement ter goedkeuring aanbiedt. Aangezien ons College zich met de plannen van het bestuur volkomen kan vereenigen, geven wij U alsnu in overweging: a. vast te stellen de navolgende verordening: VERORDENING, houdende wijziging van het reglement voor de Stedelijke Werkinrichting te Leiden, van 2 Sep tember 1913 (Gem. Blad No. 27). Eenig Artikel. Aan artikel 2 van bovengenoemd reglement wordt een 2e lid toegevoegd, luidende: »ln bijzondere omstandigheden kan het bestuur der instel ling, den directeur gehoord, besluiten, dat het geheele loon aan den verzorgde wordt uitgekeerd." b. goed te keuren, dat het tweede lid van artikel 7 van het bij raadsbesluit van 31 December 1908 goedgekeurde Huishoudelijk Reglement voor de Stedelijke Werkinrichting te Leiden als volgt wordt gelezen »Een vierde van het verdiende loon komt ten goede aan de werkinrichting, behoudens het bepaalde bij art. 2, tweede lid van het Reglement voor de Stedelijke Werkinrichting te Leiden." Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 240. Leiden, 18 September 1918. Eenigen tijd geleden ontvingen wij bericht, dat de eigenaren van de perceelen Sectie M. nis. 3102, 3258, 3259, 3201,3610, 3649, 3650 en 3658 bereid waren die nabij de Heerenstraat gelegen perceelen ter oppervlakte van ruim 2 H.A. aan de gemeente te verkoopen voor de som van 0.90 per M!. Bij onderzoek bleek het terrein, hetwelk op de situatie met een rooden rand is omgeven, 2.0085 H.A. groot te zijn, waarvan 0.0420 H.A. water en derhalve 1.96.65 H.A. grond. Volgens het op de situatie mede aangegeven uitbreidings plan is 40 van het terrein voor straat bestemd, voor namelijk in verband met den getraceerden 30 M. breeden boulevard. Het terrein ligt deels aan polder-, deels aan buitenwater, op ongeveer 35 a 50 c.M. N. A. P., derhalve niet bij zonder laag. Zoowel de Commissie van Fabricage, als de Commissie van Beheer over het Grondbedrijf, in welk bedrijf het terrein bij aankoop moet worden ingebracht, achten aankoop gewenscht. De ligging van het terrein kan gunstig worden genoemd, terwijl het, zooals laatstgenoemde commissie opmerkt, van belang is, dat de gemeente ook aan die zijde van-de stad eenigen grond in handen heelt. Bovendien vormt het terrein den toegang tot de terreinen, waar de nieuwe electrische tram LeidenVoorburg'sGravenhage door zal loepen. De gevraagde koopprijs komt aan beide commissies ook niet bijzonder hoog voor, al moet men niet over het hoofd zien, dat een groot gedeelte van den grond voor straataanleg is bestemd, zoodat de gemeente bij aankoop de kosten van dien aanleg voor hare rekening moet nemen. Hier staat tegenover, dat, indien de eigenaren zelf het terrein in exploitatie gaan brengen en de kosten van straataanleg mitsdien voor hunne rekening komen, zij op eene gemeentelijke bijdrage van 6506 in die kosten kunnen rekenen ingevolge raads besluit van 9 November 1911 (Ingek. Stukken no. 275). Met het oog op de groote breedte (30 M.) van den over het terrein geprojecteerden boulevard werd n.l. een bijdrage tot dat bedrag onder eenige in het besluit opgenomen voorwaarden aan de eigenaren destijds in uitzicht gesteld. Bij aankoop van het terrein vervalt deze verplichting. Zooals in de stukken wordt gezegd, is de grond thans grootendeels verhuurd aan den Staat der Nederlanden ten behoeve van de legering van troepen en het houden van oefeningen en wel voor den duur der mobilisatie en nog ten hoogste twee jaren daarna tegen een huurprijs van 50 per maand, terwijl tusschentijdsche opzegging der huur is voor behouden. Ons College kan zich op de door beide commissies aange voerde gronden met den aankoop van het terrein volkomen vereenigen en meent U daarom te moeten adviseeren een besluit in dien geest te nemen. Wij geven U mitsdien in overweging: a. te besluiten tot den aankoop van het op de situatie met een rooden rand omgeven terrein, gelegen nabij de Heerenstraat, Kad. bekend Sectie M. nis. 3102, 3258, 3259, 3261, 3610, 3649, 3650 en 3658, ter gezamenlijke oppervlakte van 2.0085 H.A., voor de som van 0.90 per M2; b. over te gaan tot vaststelling van bijgaanden suppletoiren begrootingsstaat, groot met inbegrip van de kosten van over dracht, f 18.664.25. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 241. Leiden, 18 September 1918. Wij hebben de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat de heer G. Kapsenberg, arts, alhier, in verband met de lang durige ziekte van den heer Dr. W. de Jong, gedurende geruimen tijd belast is geweest met de waarneming van diens betrekking van Schoolarts. Nu door het overlijden van genoemden heer de Jong eene vacature in het College van Schoolartsen is ontstaan, zal tot de benoeming van een opvolger moeten worden overgegaan. Geheel overeenkomstig het in de Leeskamer ter visie lig gend advies van het College van Stadsgeneesheeren, bevelen wij U, ingevolge het bepaalde bij art. 2 der verordening van 15 Februari 1906 (Gemeenteblad No. 5), laatstelijk gewijzigd bij verordening van 11 April 1918 (Gemeenteblad No. 10), voor eene benoeming tot Schoolarts aan den heer G. Kapsen berg voornoemd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 242. Leiden, 18 September 1918. Wij hebben de eer onder overlegging der betrekkelijke sollicitatiestukken de navolgende voordracht in te zenden ter vervulling van de betrekking van Claviger van het Gymnasium, openvallende op 1 October a.s. 1°. EGBERT DEELMAN, bediende van het Raadhuis te Leiden, wonende te Leiden; 2°. A. OUDSHOORN, schoenmaker, Kaiserstraat 32 te Leiden. Curatoren van het Gymnasium te Leiden S. G. de Vries, Voorzitter. M. B. Vos, Secretaris. Aan den Raad der Gemeente loeiden. No. 243. Leiden, 20 September 1918. In Uwe Vergadering van 23 Mei j.l. werd in verband met een door den heer Mr. C. P. D. Pape aan onze gemeente geschonken bedrag van 50.000.ter vergrooting van het Stedelijk Museum »de Lakenhal" besloten tot aainkoop van verschillende perceelen aan den Ouden Singel en de Korte Scheistraat. Op 10 Augustus d. a. v. werd de desbetreffende koopakte gepasseerd. Al deze perceelen waren verhuurd, behalve het beneden huis aan den Ouden Singel No. 36 en het bijbehoorende pak huis, welke in gebruik waren bij den vorigen eigenaar, den heer J. J. Hasselbach. Deze heeft den wensch te kennen gegeven het benedenhuis en het pakhuis nog tot 1 Mei a. s. in gebruik te mogen houden. Onzerzijds bestaat hiertegen geen bezwaar. De huurwaarde van het benedenhuis, het pakhuis en de bovenwoning tezamen kan geschat worden op 1000.— per jaar, zoodat, vermits de bovenwoning voor ƒ375.per jaar is verhuurd, de huur prijs voor het benedenhuis en het pakhuis naar 625,— per jaar dient te worden berekend. Wij geven U mitsdien in overweging het benedenhuis aan den Ouden Singel No. 36 met bijbehoorend pakhuis tot 1 Mei 1919 te verhuren aan den heer J. J. Hasselbach alhier, tegen een huurprijs, berekend naar 625.— per jaar, onder

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1918 | | pagina 5