'453 der woningen is afgekeurd, door de .aansluiting een hygiënisch belang wordt gediend. Zoodra de straatweg na de totstand koming der aanhangige grenswijziging tot het grondgebied van de gemeente Voorschoten gaat behooren, zal die gemeente uit den aard der zaak haar eigen buisleiding tot de Vink verlengen. Op het oogenblik is haar dit echter in verband met de hooge materiaalprijzen niet wel mogelijk. Op grond van een en ander geven wij U mitsdien in over weging aan de Leidsche Duinwatermaatschappij vergunning te verleenen tot aansluiting van woningen, gelegen aan den straatweg van de Vink naar Voorschoten, voorzoover die woningen niet verder dan 430 M. van de Vink verwijderd zijn. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den. Raad der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de Leidsche Duinwater Maatschappij, gevestigd te Leiden dat haar bij Besluit van Uwen Raad dd. 28 Juni 1877 ver gunning werd verleend om duinwater te leveren aan de in gezetenen van Katwijk, Valkenburg en Zoeterwoude, wier woningen in de onmiddellijke nabijheid der hoofdbuis liggen; dat op grond hiervan in de jaren 1896—1903 een twaalftal perceelen werden aangesloten, staande aan den Bestraten Binnenweg van „Rijswijk naar de Vink" (ten hoogste 430 M. van de Vink verwijderd) door middel van de in dien weg liggende compositie-leiding, toebehoorende aan de belang hebbenden aldaar; dat de bepaling, aangeduid door ,,in de onmiddellijke nabij heid der hoofdbuis" door Uwen Raad in 1912 en 1917 meer definitief' werd vastgesteld op „250 M. van uit de hoofdbuis" dat nu eene aanvrage inkwam tot levering van duinwater aan 14 arbeiderswoningen, staande aan bovengenoemden weg tegenover de 12 hiervoren bedoelde perceelen, welke alsnog aangesloten kunnen worden aan de bestaande compositie leiding; dat het water uit de putten dier woningen door de ge meente Zoeterwoude is afgekeurd dat de aansluiting van die perceelen, als staande in de onmiddellijke nabijheid van Uwe Gemeente, ook om hygiënische redenen wenschelijk is. Redenen waarom adressante zich tot Uwen Raad wendt met het eerbiedig verzoek haar vergunning te willen ver leenen tot aansluiting aan de waterleiding van woningen aan den straatweg van de Vink naar Voorschoten, voor zoover die woningen niet verder dan 430 M. van de Vink ver wijderd zijn. 't Welk doende enz. De Leidsche Duinwater Maatschappij. Leiden, den 25en Juli 1918. Directeur. N°. 225. Leiden, 27 Augustus 1918. In nevensgaand adres verzoekt A. L. Verhoog namens de heeren H. van Zonneveld en J. Philippo, bloemkweekers te Sassenheim vergunning tot het maken van een doorgraving in den Haarlemmertrekvaartweg en den ten Z.O. daarvan gelegen grasberm nabij Piet Gijzenbrug, het daar ter plaatse maken van een vaste brug en het in verband daarmede om leggen van den weg, terwijl hij tevens namens zijne princi palen een aangrenzend gedeelte van den grasberm wenscht te koopen. Noch bij de Commissie van Fabricage noch bij ons College bestaat er bezwaar tegen de gevraagde vergunning aan de heeren van Zonneveld en Philippo te verleenen. Ook vroeger werden dergelijke vergunningen wel verleend, o. a. aan de firma Guldemond en Zoon te Lisse bij raadsbesluit van 11 Januari 1906 (Ingek. Stukken No. 16). De verkoop van het aangrenzend gedeelte berm hangt ten nauwste samen met het maken van de doorgraving en het leggen van de brug. Tengevolge van een en ander toch wordt de N.W. grasberm, die zeer geschikt zou zijn voor bouw terrein, deels in beslag genomen, deels als bouwterrein min der geschikt. De verkoop zal echter moeten plaats hebben tot vóór de grensscheiding van de perceelen nis 160 en 159 en niet verder dan tot 1 M. uit den N.W. kant van den omgelegden .weg, zooals op de teekening nader is aangegeven. Teneinde een regelmatigen toestand ter plaatse te verkrijgen, zullen de heeren van Zonneveld en Philippo tevens moeten zorgen, dat de op de teekening in groen aangeduide terrein- strook, deel uitmakende van de perceelen nis 737 en 736 kosteloos aan de gemeente wordt afgestaan. De in het adres aangegeven doorvaartwijdte der brug (4.85 M.) is voor het verkeer met zandbakken te nauw. Teneinde beschadigingen te voorkomen, is daarom onder de voorwaarden der vergunning opgenomen, dat de doorvaart wijdte ten minste 5.50 M. moet zijn. De doorvaarthoogte moet verder evenals bij de brug der firma Guldemond en Zoon tot 2.18 M. beperkt blijven. De overigen voorwaarden behoeven geen toelichting, terwijl de prijs van den te verkoopen grasberm, evenals bij den verkoop aan de vereeniging »Codro" kan worden gesteld op 2.50 per M2. Onder verwijzing naar de ter visie liggende teekening, geven wij U alsnu in overweging: a. te besluiten aan de heeren H. van Zonneveld en J. Philippo, bloemkweekers te Sassenheim, een gedeelte grasberm langs den Haarlemmertrekvaartweg bij de Piet Gijzenbrug, deel uit makende van de kadastrale perceelen gemeente Noordwijker- hout Sectie C nis 779 en 780, ter gezamenlijke oppervlakte van 800 M2. en op de teekening rood omlijnd, te verkoo pen voor den prijs van f 2.50 per M2., mits door hen van de sub b bedoelde vergunning onder de daarbij gestelde voorwaarden wordt gebruik gemaakt; b. aan de heeren van Zonneveld en Philippo voornoemd, behoudens rechten van derden en tot wederopzeggings, ver gunning te verleenen tot het maken en het hebben van eene doorgraving in den Haarlemmertrekvaartweg en den ten Z.O. daarvan gelegen grasberm, behoorende tot het perceel kadas traal bekend gemeente Noordwijkerhout Sectie C No. 571 (op de teekening nader aangegeven) en tot het in verband daar-' mede omleggen van den weg en de bermen voor zooveel voor de uitvoering noodig is, zulks onder de navolgende voor waarden 1°. dat over de doorgraving een brug worde gelegd, vol doende aan de navolgende hoofdeischendoorvaartwijdte ten minste 5.50 M., doorvaarthoogte ten hoogste 1,58 -j-N. A. P., vaardiepte onder de brug 2,20 N. A. P., breedte tusschen de leuningen 4 M. 2°. dat de brug worde samengesteld uit op palen gefun deerde gemetselde landhoofden en vleugels, ijzeren of eiken houten liggers, dubbel houten dek en houten leuningen of van materiaal, voor zoover liggers, dek, enz. betreft, als nader door Burgemeester en Wethouders zal worden goedgekeurd; 3°. dat met de doorgraving niet worde begonnen, alvorens de détailteekening van de te maken brug en bijkomende werken de goedkeuring van Burgemeester en Wethouders zal hebben verkregen; 4°. dat de opritten der brug door adressanten worden aan gelegd en behoorlijk verhard en niet meer hellen dan 1 20, de taluds dezer opritten aan de Haarlemmertrekvaartzijde worden opgezet van stapelzoden onder geen steilere helling dan 1 en de teen der taluds worde opgehouden dooreen rij perkoenpalen, waarachter bescherming van rijshout, gedekt met puin; de perkoenpalen niet korter dan 3 M. en zwaar in het midden 12 cM. diameter; 5°. dat tijdens het maken van de brug het verkeer te land, zoowel voor voertuigen als voor voetgangers, niet worde belemmerd, doch de weg gedurende dien tijd ten behoeve van het verkeer worde omgelegd, behoorlijk beschermd door wit geverfde afrasteringen, zoodanig dat voor dat verkeer geen gevaar ontstaat. Van zonsondergang tot zonsopgang zal de omlegging zoo mogelijk door 2 helder brandende roode lantaarns moeten worden kenbaar gemaakt. Is door de tijdsomstandig heden verlichting uitgesloten, dan moeten zoodanige maat regelen tot bewaking worden genomen, dat ongevallen worden voorkomen; 6°. dat alle werken aan de brug en de verdere werken behoorlijk worden uitgevoerd en onderhouden ten genoegen van Burgemeester en Wethouders, behalve de opritten der brug, die door de gemeente Leiden zullen worden onderhouden 7°. dat voor het hebben der brug door adressanten eene jaarlijksche vergoeding aan de gemeente Leiden worde betaald van f 12,50; 8®. dat de op de teekening in groen aangeduide terrein- strooken, deel uitmakende van de perceelen Sectie C. Nis. 736 en 737, zich uitstrekkende tot 1 M. ten Noordwesten van den wegkant, zonder eenige kosten voor de gemeente aan de gemeente in eigendom worden overgedragen; 9°. dat vóór den aanvang der werkzaamheden, van welken aanvang ten minste 3 dagen te voren schriftelijk kennis moet worden gegeven aan het Bureau van Gemeentewerken, door adressanten bij den Gemeente-Ontvanger een bedrag van f 2000.worde gestort als waarborg voor de richtige uitvoering der werkzaamheden, zullende dit bedrag na volledige en goedgekeurde oplevering der werken aan adressanten worden teruggegeven; 10°. dat deze vergunning vervalt, wanneer daarvan vóór of op 1 Juni 1919 niet ten volle gebruik is gemaakt of aan de gestelde voorwaarden niet is voldaan, zullende adressanten gehouden zijn de eventueel reeds uitgevoerde werken op te ClI. VAN SPAI.L,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1918 | | pagina 3