DONDERDAG
25 JULI 1918.
179
De Voorzitter. Zonder eenigen twijfel.
De heer Knappert. Is dat Uw overtuiging of weet gij dat?
De Voorzitter. Wij moeten nu niet De Telegraaf gaan na
volgen door te zeggen: alles gaat naar het buitenland! Dan
kunnen wij niet meer praten. Het is mijn vaste overtuiging,
dat wij hier een koelinrichting moeten hebben. Men kan niet
op verschillende plaatsen zulk een inrichting maken; men
moet die op een centraal punt oprichten, terwijl dan van de
algemeene onkosten iets voor rekening komt van de gemeen
ten, die er van protiteeren. De gemeente Leiden zal denkelijk
geen schade lijden.
Ik zou daarom den Raad willen aanraden dit voorstel aan
te nemen, wij werken daardoor mede aan het algemeen belang.
De heer Eerdmans. M. d. V. Ik ben er zeer vóór mede te
werken tot maatregelen, die dringend noodig zijn. Het schijnt,
dat dit voorstel ons geen dag eerder heeft kunnen bereiken
dan het tijdstip, waarop wij verkeeren. Ik betreur dat, want
wij kunnen thans den toestand moeilijk overzien. Mijn optimisme
betreffende het voordeel hieraan voor Leiden verbonden is
echter zoo heel groot niet. Ik heb dan ook het woord gevraagd
om te vragen of er door overleg nog iets aan te doen zou
zijn. De gewoonte van het Distributiebureau om boter uit
Friesland te distribueeren in Noord-Holland en die uit Noord-
Holland in Friesland, doet mij vreezen, dat dit met het
vleesch ook wel het geval zal zijn.
Ons vleesch zal vervoerd worden naar Rotterdam, terwijl
wij het uit Rotterdam krijgen toegezouden. Voordat wij voor
goed afstand doen van alle zeggenschap, zou ik de zekerheid
willen hebben, dat ons vleesch niet wordt uitgevoerd naar
Maastricht of Groningen, opdat de een of andere commissionair
er een goede winst uit zou kunnen slaan. Ieder, die met de
distributie in aanraking is geweest, weet hoe het daarmede
is gesteld. Daarom zou ik de zekerheid willen hebben, dat
wanneer het vleesch wordt gedistribueerd, wij het uit onze
eigen inrichting krijgen en dat niet de Commissiehandel in
de hand wordt gewerkt.
De Voorzitter. Ik geef U de verzekering, dat het zelfde
denkbeeld voorzit bij Dr. Stuurman. Het is daarom van belang,
dat wij het vleesch hier hebben. In vele gemeenten heeft
men het niet. Als wij bet krijgen, houden wij het vast en
zullen zorgen, dat het niet alles wordt weggevoerd.
Ik geef U de verzekering, dat ik hiertoe alle moeite zal
doen. Ik acht daarom het voorstel, dat de Directeur van het
Openbaar Slachthuis ons in overweging heeft gegeven, vol
komen aannemelijk.
De beraadslaging wordt gesloten en het voorstel zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders hebben thans
nog een ander voorstel te doen, namelijk de inrichting van
eene varkensmesterij. De bedoeling is om van gemeentewege
een 400 varkens te mesten, waarvoor een crediet noodig is
van f 60.000.
De var kens kosten op het oogenblik f80.a f 100.Boven
dien hebben wij een bedrijfskapitaal noodig voor de aanschaffing
van het voedsel. Dus totaal is er eene som van 70.000.noodig.
Ik zou daarom aan den Raad willen vragen of hij ons wil
machtigen dat bedrijf op te richten. Wij zullen in den aan
staanden winter een massa dingen te kort komen, maar eert
van de voornaamste vraagstukken is het vraagstuk van het
vet. Iri het algemeen is het in de dichtbebouwde steden niet
gewenscht, dat zulk een voorziening van particulieren uitgaat.
De deskundigen zullen beamen, dat daarvan allerlei verkeerd
heden het gevolg zijn. Deze mesterij zal in den aanstaanden
winter voor een massa ingezetenen een groot, geluk zijn en
een groote verlichting in hun voedselvoorziening kunnen brengen.
Ik zou willen vragen of de Raad deze zaak spoedeischend
wil behandelen.
De heer Eerdmans. M. d. V. Bij de behandeling van het
vorige voorstel heb ik reeds gevraagd of het mogelijk ware
geweest, dat dat voorstel niet op het laatste oogenblik, maar
tevoren te onzer kennis was gebracht. Er is toen geantwoord,
dat dat niet kon, omdat er overleg had moeten plaats hebben,
en er kwam zelfs een telegram bij te pas. De Raad is toen
onder den indruk gebracht, dat het niet anders kon,' maar
het komt mij voor, dat wat gij nu oppert even goed eenigen
tijd te voren ter kennis van den Raad had kunnen worden
gebracht. Of is het plan hiertoe ook eerst van nacht opge
komen-bij de crisisbesprekingen?
L)e Voorzitter. Ik wensch even te zeggen, dat gij U vergist.
Wij hebben over deze zaak druk gecorrespondeerd, omdat
wij wilden weten van den Minister of wij het konden doen en
het bericht daaromtrent is eerst een paar dagen geleden inge
komen. Eerst werd een slag om den arm gehouden en wisten
wij niet of, indien wij van gemeentewege var kens gingen mes
ten, wij er van zouden mogen houden. Persoonlijk heb ik ge
publiceerd in de courant, dat de gemeente op dezelfde wijze
zou worden behandeld als de particulieren.
Ik kon met dit voorstel niet vroeger komerr, omdat ik het
eerst gisterenmorgen van Dr. Stuurman heb ontvangen.
De heer van Gruting. M. d. V. Ik juich het plan om van
gemeentewege varkens te gaan houden zeer toe, maar ik
vraag in de eerste plaats: hoe komen wij aan het voer?
De Voorzitter. Wij krijgen eerst de kwestie of dit voorstel
spoedeischend zal worden behandeld.
De" heer van Gruting. Bij het vorige voorstel ben ik tegen
die spoedeischende behandeling geweest en nu ben ik er nog
meer tegen, omdat de zaak ontzettend moeielijk is te beslissen.
Als. men Directeur van een Abattoir of Voorzitter van een
Raad is kan men er gemakkelijk over spieken, maar wie in
de praktijk is weet, dat aan de varkensmesterij heel wat
meer verbonden is en dat men over zulk een voorstel maar
niet direct kan beslissen. Wij moeten eerst eenigen tijd hebben
om de zaak behoorlijk te overwegen; ik ben dan ook tegen
spoedeischende behandeling.
De Voorzitter. Als gij dan maar de verzekering kunt geven
dat wij, als de volgende Raadsvergadering wordt gehouden,
die varkens nog kunnen kooperi.
De heer Sijtsma. M. d. V. Ik ben straks voor de spoedeischende
behandeling van het andere voorstel geweest, omdat er geen
tijd meer was om het uit te stellen. Nu zou ik wel willen
vragen of, wanneer besloten wordt de behandeling van dit
voorstel tot de volgende vergadering aan te houden, die
vergadering niet lang uit te stellen, omdat er nog een andere
zaak aan de orde moet komen, welke wij heden niet hebben
behandeld. Als wij dit voorstel over een week of over veertien
dagen behandelen, kunnen wij dan geen varkens en geen
voer meer koopen? Hoe zit dat? Kan dat wel, laat ons dan
uitstellen. Ik zou daartoe dan het voorstel willen doen.
De Voorzitter. Ik heb geen bezwaar tegen uitstel, mits
de heeren bereid zijn Maandagmiddag terug te komen, maar
niet later.
Ik heb er niets op tegen om Maandag een extra vergadering
te houden. Ik stel dus voor om Maandag a. s. wederom te
vergaderen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten.
De heer de Lange. M. d. V. Ontvangen wij het voorstel
schriftelijk
De Voorzitter. Ik zal er alle moeite voor doen.
De heer de Lange. Wanneer wij het voorstel niet schrifte
lijk ontvangen, zal de discussie zeer pover zijn.
De Voorzitter. 10 jaar geleden ging het niet zoo als thans.
Dit is werkelijk eene spoedeischende aangelegenheid. Het is
mij er niet om te doen om dit voorstel door te drijven; ik
zal mijn best doen, dat de heeren een schriftelijk voorstel
ontvangen.
De heer de Lange. M. d. V. Ik twijfel er niet aan, of U
zult er in slagen aan mijn verzoek te voldoen. Zonder schriftelijk
voorstel is het moeilijk deze zaak te behandelen.
De Voorzitter. Ik zal mijn best doen.
De heer van Hamel heelt aangekondigd, dat er heden
middag eene geheime zitting zou worden gehouden. Deze
kan nu best a. s. Maandag plaats hebben.
Verlangt thans nog iemand het woord?
De heer J. P. Mulder. M. d. V. Zou het mogelijk zijn dat
Burgemeestér en Wethouders middelen beraamden om onze
stad te bevrijden van de onaangename geuren, die vooral des
avonds over de stad worden verspreid, wanneer de veevoeder
fabriek in werking wordt gesteld? Juist in dezen tijd waar
we er op gewezen zijn om toch vooral met het oog op het
dreigend ziektegevaar, versche lucht te laten toestroomen. Is
het mogelijk dat Burgemeester en Wethouders in verband
daarmede met het gemeentebestuur van Zoeterwoude in
overleg treden?
De Voorzitter. Als gemeentebestuur van Leiden kunnen
wij hieraan weinig doen. Wij hebben er over geschreven aan