DONDERDAG
25 JULI 1918.
177
mogelijke inlichtingen kunnen ontvangen De Wethouder is
bereid ze te geven. Maar dan moet deze zaak toch eerst in
behandeling worden genomen. Dan eerst zal de heer de Lange
in zijn recht zijn om tegen te stemmen.
De heer dk Lange. M. d. V. Ik kan er niet toe medewerken
dit voorstel spoedeischend te behandelen, waar ik de inhoud
er van niet ken.
De heer Eerdmans. M. d. V. Ik zou gaarne van U willen
vernemen, wanneer dit verzoek ter kennis van Burgemeester
en Wethouders is gekomen.
De heer van der Lip. M. d. V. Het spijt en verwondert mij, dat
van verschillende zijden zoo'n oppositie is gevoerd tegen ons
voorstel om deze zaak spoedeischend te behandelen. Er zijn
in dezen bizonderen tijd wel meer van dergelijke voorstellen
spoedeischend door ons aangebracht en nog nooit is tegen
een spoedbehandeling zooveel bezwaar gemaakt als nu. Natuur
lijk spijt het ons, dat wij aan den Raad geen gelegenheid
hebben kunnen geven om deze zaak kalm te overwegen,
maar dat is niet onze schuld, door het Rijk wordt ons het mes
op de keel gezet. Eerst den 1lden Juli is van Regeeringswege
over deze zaak een voorstel gericht aan den Directeur van
het Slachthuis en de Regeering heeft nu al verzocht om
telegrafisch bericht, omdat zij weten wil of zij met 1 October
over deze vriesinrichting zal kunnen beschikken, ja dan neen.
Wranneer de inrichting met 1 October niet klaar kan zijn,
wil de Regeering haar niet meer hebben, en wil de inrichting
met. dezen datum gereed zijn, dan zal men zeer spoedig met
de verandering van het koelhuis moeten beginnen.
Daarom meenden Burgemeester en Wethouders, dat er
tegen spoedbehandeling van deze zaak geen bezwaar kon be
staan. Zooals de Voorzitter reeds heeft opgemerkt, kunnen
wij niet eiken dag gemeenteraadsvergadering houden en dit
is toch heusch niet zoo'n bizonder belangrijke zaak, en ook
geen zaak waarmede groote kosten gemoeid zijn. De heer
Fokker sprak met een zekeren ophef van f 35000.zeker
dit cijfer heb ik genoemd, maar ik heb er bij gevoegd en
dit schijnt den heer Fokker te zijn ontgaan dat het Rijk
voor 1918 een opbrengst van f 24000.zal garandeeren.
De zaak loopt dus over een bedrag van hoogstens f 10000.—
a f 11000.Bovendien is er dit voordeel voor het openbaar
Slachthuis aan verbonden, dat voor alle beesten, die geslacht
en ingevroren zullen worden, slachtgeld zal worden betaald.
Het risico voor dit jaar is dus niet zeer groot, maar voor
het volgende jaar bestaat er geen zekerheid, dat er ook dan
weer van de inrichting gebruik gemaakt zal worden. Dit jaar
zal het waarschijnlijk wel zijn: mal uit, mal thuis; daarover
behoeven de heeren zich niet ongerust te maken.
Het spijt ons, dat wij den Raad dit alles niet van te
voren hebben kunnen duidelijk maken. Ik herhaal echter dat
in dezen crisistijd meer van dergelijke zaken hier met spoed
behandeld zijn en nooit is daartegen door de Raadsleden zoo
uitgevaren, als nu de heer de Lange heeft gedaan, die nu juist
weer lid van den Raad is geworden. De Burgemeester, die
de zaak zelf had willen behandelen, is verhinderd hier aan
wezig te zijn; vandaar, dat ik haar hier heb medegedeeld.
Wil de Raad ons voorstel niet dadelijk behandelen, dan moet
er maar aan de Regeering getelegrafeerd worden: de Raad
heeft niet willen besluiten! Dit zou ons echter zeer spijten,
want, zooals ik reeds heb gezegd, is er bij deze aangelegen
heid een groot landsbelang betrokken.
De heer de Lange. M. d. V. Ik weiger de vermaning, mij
door den Wethouder toegediend, te aanvaarden. Ik heb lang
genoeg onder de tegenwoordige omstandigheden mede gearbeid
om "te weten wat het distributie-wee beteekent. En ik weet
ook dat elk college van Burgemeester en Wethouders onder al die
moeiten zucht, maar, wij mogen ons daardoor toch niet van
de wijs laten brengen en de zaken van de gemeente behan
delen zonder ons voldoende op de hoogte te hebben gesteld.
Ik ben tegen de behandeling van deze zaak als spoedeischend.
De heer van der Lip zegt geheel ten onrechte: dan moet er
maar getelegrafeerd worden, dat de Raad geen beslissing heeft
willen nemen. Ik ben bereid vanavond voor de behandeling
van deze zaak terug te komen, mits Burgemeester en Wet
houders zorgen, dat wij dan een gehectrografeerd of gedrukt
voorstel hebben, zoodat wij weten waarom het gaat, maar
als Raadsleden zijn wij geroepen onze stem niet te geven aan
dingen, die wij niet kennen.
De heer Eerdmans. M. d. V. Ik heb geen antwoord gekregen
op mijn vraag wanneer dit voorstel van de Regeering is
ingekomen.
De heer van der Lip. Op 11 Juli.
De heer Eerdmans. Dan was het toch wel mogelijk geweest,
dat wij tevoren eenige inlichtingen kregen..
De heer van der Lip. Over de zaak moest onderhandeld
worden en de onderhandelingen begonnen op 11 Juli.
De heer Eerdmans. M. d.V. Er wordt gezegd, dat er telegrafisch
geantwoord moet worden. Nu ben ik er voor om tot spoed
mede te werken, maar ik vind het toch zonderling, dat heden
iets mondeling wordt medegedeeld, dat zonder bezwaar gisteren
avond bij snel rondschrijven ter kennis van de Raadsleden
had kunnen worden gebracht.
De heer van der Lip. M. d. V. Eerst vanmorgen is deze
zaak in de vergadering van Burgemeester en Wethouders be
handeld kunnen worden, zoodat wij niet eerder een voorstel
bij den Raad konden indienen en het is noodig dat er in
deze Raadszitting een beslissing wordt genomen, want de
Regeering heeft gezegd: Maak haast, telegrafeer me, Want
1 October moet de vriesinrichting in werking kunnen treden.
Ik heb den heer de Lange geen verwijt gemaakt. Toen hij
de opmerking maakte: »dat doe ik per se niet; als ik tevoren
niet den tijd heb gehad de zaken op mijn gemak na te gaan,
stem ik er niet over mede", heb ik er alleen aan herinnerd
wat hem misschien niet bekend is, dat meermalen dergelijke
zaken hier in den Raad met spoed zijn behandeld en dat
daartegen nooit zooveel oppositie is gevoerd als nu. Het ging
daarbij soms over duizenden en terwijl wij thans met een
voorstel komen, dat betrekkelijk weinig geld zal kosten, gaat
er een storm tegen op en wordt er gezegddat doen wij
niet, daarover kunnen wij zoo maar niet beslissen! Dat is het
eenige wat ik geconstateerd heb. Een verwijt kan hierin
moeielijk gezien worden.
De heer Sijtsma. M. d. V. Ik zou deze zaak niet zoo op
willen blazen als de heeren de Lange en Fokker hebben gedaan.
Ik geloof, dat wanneer Burgemeester en Wethouders ons
eerder inlichtingen hadden kunnen verstrekken, zij dit zeker
gedaan zouden hebben. Waarom zouden zij deze achterhouden
Nu geloof ik, wanneer de heer van der Lip ons over 14 dagen
de zelfde inlichtingen verstrekt als thans, wij aan de zaak
niets zullen veranderen, en zullen eindigen met voor te
stemmen. Dat het mes ons op de keel wordt gezet, is niet
de schuld van Burgemeester en Wethouders, maar van de
distributieweeën en van de Regeering, Ik wil daakover niet
oordeelen. Uitstel zou evenwel niet leiden tot eene verandering
en daarom heb ik er niets tegen deze zaak spoedeischend te
behandelen. Alleen dit zou ik willen vragen: wanneer na een
jaar of 2 de vriesinrichting niet meer noodig zal zijn, zal
deze dan weer zijn om te bouwen in een koelhuis; zal dit
veel kosten of kunnen wij de vriesinrichting ook later ge
bruiken Indien het antwoord van den Wethouder onbevredigend
is, zal ik misschien toch mijn stem aan het voorstel geven,
maar luidt het bevredigend, dan is elk bezwaar vervallen.
Ik heb bij deze gelegenheid den heer de Lange met iichte-
lijke verwondering aangehoord. Ook vroeger heeft hij dikwijls
oppositie gevoerd en misschien heb ik het wel mede van hem
geleerd. Het was dan echter dikwijls zeer van pas, maar
vandaag vind ik, dat hij wel een beetje al te l^ird van stapel
is geloopen. De Wethouder had daartoe geen aanleiding
gegeven.
De heer van der Lip. Ik ben het volkomen met den heer
Sijtsma eens.
De heer Fokker. Zijn wij nu eigenlijk aan de behandeling
van het voorstel?
De heer van der Lip. M. d. V. In antwoord op de vraag
van den heer Sijtsma kan ik nfededeelen, dat het de bedoeling
is, dat wanneer de vriesinrichting niet meer zal worden gebruikt
voor het bewaren van Regeeringsvleesch, het Slachthuis deze
zal overnemen. Het plan is om de vriesinrichting te behouden,
in verband met plannen om in het koelhuis ook boter enz.
te gaan bewaren. Het is natuurlijk billijk, dat in dat geval
de inrichting door het Slachthuis van het vleeschdistributie-
bedrijf wordt overgenomen.
De heer Fokker. Is reeds besloten dit voorstel te behandelen?
De Voorzitter. Het is thans het beste om over te gaan
tot stemming over de vraag, of dit voorstel al dan met
spoe'deischend zal worden behandeld,.
Dit voorstel in stemming gebracht, wordt aangenomen met
15 tegen 8 stemmen.
Vóór stemmen de heeren: J. P. Mulder, A. Mulder, Jaeger,
Hoogenboom, Aalberse, Sijtsma, Bots, Pera, Timp, van der
Lip, Rriët, van Tol, de Boer, Zwiers en van Hamel.
Tegen stemmen de heerenWilmer, Knappert, van der
Eist, Eerdmans, de Lange, van Gruting, van Romburgh en
Fokker.
I