GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 119 n«KKO)IK\ STUKKEN. N°. 165. Leiden, 27 Juni 1918. Tegen de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde begrootingsregeling Inzake de stichtingskosten en het nadeelig exploitatiesaldo over 1917 van de Centrale Keuken (Ingek. St. n°. 156), heeit de Commissie van Financiën geen bezwaar. Evenmin tegen de begrootingsregeling, dienst 1918, voor de kosten van de electrische sein verlichting aan vier bruggen in de groote vaart, indien de Raad de gelden daarvoor beschikbaar stelt. (Ingek. St. n°. 164.) Zij adviseert U mitsdien wat het laatste punt betreft met het daarbedoelde voorbehoud tot vaststelling van deze begrootingsregelingen te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 166. Leiden, 9 Juli 1918. Blijkens haar in de Leeskamer ter inzage liggend schrijven, acht de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs het, met de Directrice der Hoogere Burgerschool voor Meisjes, gewenscht om met den aanvang van den nieuwen cursus eenige uitbreiding te geven aan het gymnastiekonder wijs aan die inrichting. Het aantal gymnastieklesseri voor de 3e en 4e klasse zou zij gaarne van 1 op 2 per week gebracht zien, terwijl zij in de 5e klasse één uur per week aan ge noemd vak besteed zou willen zien. Het aantal lesuren van de leerares, aan wie, o. m., het les geven in de gymnastiek aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes is opgedragen, Mej. C. R. Kok, zou bij deze uitbreiding alzoo met 3 per week moeten vermeerderd worden. Mej. Kok, die ook aan andere inrichtingen van openbaar onderwijs hier ter stede werkzaam is en die thans reeds belast is met het bij de verordening vastgestelde maximum-aantal lesuren van 30 per week, heeft evenwel bezwaar gemaakt om nog meer lesuren op zich te nemen. Ons College heeft toen getracht om eene andere regeling te treffen, n.l. deze, om het aantal lesuren van Mej. Kok aan eene der andere onderwijsinrichtingen met drie te verminderen en om dan deze drie lesuren op te dragen aan een der overige leerkrachten in de gymnastiek. Deze geven evenwel allen ook reeds het maximum-aantal lessen en geen hunner wenscht zich, tegen de bij de verordening bepaalde vergoeding, met meer lesuren te zien belast. Om nu tot uitbreiding van het gymnastiekonderwijs aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes te geraken, welke uit breiding ook ons, in het belang van de lichamelijke opvoeding der leerlingen, gewenscht voorkomt, zal aan het onderwijzend personeel in de gymnastiek eene tijdelijke leerkracht moeten worden toegevoegd. Indien Uwe Vergadering hiertoe mocht besluiten, dan zouden wij de meerdere lesuren, aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes te geven, willen opdragen aan Mej. C. R. Kok, zoodat het gymnastiekonderwijs aan deze school in ééne hand blijft. Het aantal lesuren van deze leerares aan eene der andere scholen, n.l. aan de openbare Meisjesschool le klasse, zal dan met drie moeten worden verminderd en met deze uren zouden wij de te benoemen tijdelijke leerkracht willen belasten. Voor deze tijdelijke betrekking heeft zich eene geschikte sollicitante aangemeld en wel Mej. A. Kok, leerares in de gymnastiek te Leiden, die in het bezit is van de akte M. O. in dat vak en die, vóór hare vestiging te Leiden, reeds ver scheidene jaren elders is werkzaam geweest, zoowel aan lagere als aan middelbare scholen. Met verwijzing naar de op deze aangelegenheid betrekking hebbende stukken, welke in de Leeskamer ter inzage zijn nedergelegd, geven wij U mitsdien thans in overweging: 1°. te besluiten, om het onderwijzend personeel in de gym- mastiek uit te breiden met eene tijdelijke leerkracht; 2°. tot tijdelijk leerares in de gymnastiek aan te stellen Mej. A. Kok, om onderwijs te geven aan de openbare Meisjes school le klasse. Tevens stellen wij U voor, om de bezoldiging van de te benoemen tijdelijke leerares te bepalen op ƒ53.'sjaars per wekelijksch lesuur. Deze bezoldiging komt overeen met de aanvangswedde, die, volgens de desbetreffende verordening, eene vaste leerares geacht wordt per lesuur te genieten, bij het geven van 25 lesuren per week. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 167. Leiden, 9 Juli 1918. Tegen inwilliging van bijgaand verzoek van den heer A. Metz, leeraar in de gymnastiek aan openbare lagere scholen in deze gemeente, om onderwijs te mogen geven aan de bijzondere Hoogere Burgerschool te Alphen aan den Rijn, bestaat bij ons College geen bezwaar, te minder wijl het hier zal neerkomen niet op vermeerdering van uren, doch op eene vervanging van lessen. Na verkregen toestemming toch, om te Alphen onderwijs te geven, zullen de privaat lessen, die de heer Metz tot nu toe des Woensdags hier ter stede gaf, eindigen. Ingevolge artikel 11 der verordening van den 21en Juni 1917 (Gemeenteblad No. 27 van dat jaar), geven wij U mitsdien in overweging aan den heer Metz tot wederopzeggens toestem ming te verleenen om les te geven aan de bijzondere Hoogere Burgerschool te Alphen aan den Rijn. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 168. Leiden, 12 Juli 1918. Tegen inwilliging van het hierbij overgelegd verzoek van den heer G. Gesink, om eervol ontslag als Hoofd der Open bare Herhalingsschool voor Jongens alhier, bestaat bij ons geen bezwaar. Met verwijzing naar het hieromtrent door de hoofden der openbare scholen 2e, 3e en 4e klasse uitgebracht advies, geven wij U mitsdien in overweging aan den heer G. Gesink, op zijn verzoek, met ingang van 1 October 1918 op de meest eervolle wijze ontslag uit zijne hierboven bedoelde betrekking te verleenen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, de ondergetee- kende G. Gesink, hoofd der Openbare Herhalingsschool voor Jongens alhier, dat hij half September a. s. den 65-jarigen leeftijd heeft bereikt; dat hij daarin aanleiding vindt, te trachten zich te ontdoen van een deel zijner werkzaamheden. Daarom verzoekt hij U beleefd, hem tegen 1 Octr a. s. eervol te willen ontslaan met behoud van pensioen als hoofd van bovengenoemde school. 't Welk doende G. Gesink. hoofd der o. h. h. s. v. Jongens. Leiden, 1 Juli 1918. N°. 169. Leiden, 12 Juli 1918. Wij hebben de eer Uwe Vergadering in overweging te geven gunstig te beschikken op bijgaand verzoek van den heer E. P. Scnuijt, om ontslag uit zijne betrekking van onderwijzer aan de buitengewone school voor Lager Onderwijs alhier, en hem dat ontslag eervol te verleenen met ingang van 1 October 1918. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 5 Juli 1918. Edelachtbare Heeren, Ondergeteekende verzoekt bij dezen, wegens zijn benoeming tot onderwijzer aan de Buitengewone School te Haarlem, tegen i October a. s. ontslag uit zijn betrekking van onderwijzer aan de Buitengewone School alhier. Met de meeste hoogachting Uw dw. dienaar E. P. Schuijt onderwijzer aan de Buitengew. School te Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1918 | | pagina 1