■122
DONDERDAG
23 MEI 1918.
dan met den meesten lof. Hij was een zeer welwillend man, die
altijd voor iedereen behulpzaam was. De heer Botermans is
na een tijd lid van den Raad te zijn geweest benoemd tot
lid van de Commissie van Fabricage.
De Wethouder en de andere leden dier Commissie zullen
in de toekomst zijn deugdelijke adviezen missen. Ik wil hierbij
voegen een woord van troost aan de nagelaten weduwe en
weezen. Op den dag der begrafenis heb ik gezien, hoezeer
de heer Botermans wordt betreurd in den kring niet alleen
van zijn intiemere familieleden, maar ook van zijn verdere
bloedverwanten, die ten zeerste geschokt waren door zijn
plotseling overlijden.
Ik meen uit naam van U allen te mogen zeggen, dat de
naam van den heer Botermans in eere zal blijven in dezen Raad.
Het schrijven van Mevrouw Botermans is door Burgemeester
en Wethouders met een brief van rouwbeklag beantwoord.
2°. Mededeeling van F. J. M. Offerijns, dat hij de benoe
ming tot onderwijzer aan de school 3e klasse No. 8 aanneemt.
3°. Beschikkingen van Gedep. Staten op bezwaarschriften
tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting, dienst 1917.
4°. Mededeeling van A. van 't Riet dat hij de benoeming
tot lid van het Bestuur der vereeniging «de Ambachtsschool"
aanneemt.
5°. Mededeeling van Dr. G. J. Boekenoogen, dat hij de be
noeming tot lid der Commissie voor het Stedelijk Museum
»de Lakenhal" aanneemt.
6°. Mededeeling van Dr. A. J. Wensink, J. Baak Jzn. en
B. J. J. N. Troost dat zij hunne benoeming tot Regent van
het Heilige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis aannemen.
7°. Beschikking van den Commissaris der Koningin, hou
dende eervol ontslag aan Prof. Dr. L. van Itallie als lid en
Voorzitter der Gezondheidscommissie.
8°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van de goed
gekeurde raadsluiten tot aankoop van de perceelen 2e Huig
dwarsstraat Sectie B Nis 1963 tot en met 1972 en Geere-
gracht No. 54 en tot beschikbaarstelling van de voor die
aankoopen benoodigde gelden.
9°. Mededeeling van den Minister van Staat, Minister, van
Binnenlandsche Zaken, dat ten behoeve van de Buitengewone
school voor Lager Onderwijs een subsidie is verleend over
1918 van f 6284.50 en dat de subsidie over 1917 is verhoogd
met 265.80.
10°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van het goed
gekeurd raadsbesluit tot wijziging der begrooting, dienst 1918,
in verband met de kosten verbonden aan de Visch voorziening.
11°. Idem als voren ten geleide van de goedgekeurde nieuwe
tabel van afschrijving van de bezittingen der Gasfabriek.
12°. Idem als voren ten geleide van het goedgekeurd raads
besluit tot verhooging der begrooting, dienst 1918, in ver
band met de toekenning van een extra-subsidie aan de ver
eeniging «Schoolkindervoeding".
13°. Mededeeling van .1. Baak Jzn. dat hij de benoeming
tot lid der Commissie voor de Bewaarscholen aanneemt.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Verzoek van H. Tyhuis, pachter van de inning der
tolgelden aan de Spanjaardsbrug, om restitutie van een ge
deelte der pachtsom wegens geleden schade.
Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethou
der om praeadvies.
2°. Verslag van de Commissie van Toezicht op het Middel
baar Onderwijs omtrent den toestand van het onderwijs
in 1917.
Zal worden opgenomen in het Gemeenteverslag.
3». Verzoek van de Nederlandsche Vereeniging tegen Trek-
hondenmisbruik, de Nederlandsche Vereeniging tot bescher
ming van Dieren, de afdeeling Nederland van den Internatio
nalen Bond van Christelijke Kerken tot bescherming der
Dieren en tot bestrijding der Vivisectie, den Anti-Trekhon-
denbond, en den Bond tot bescherming van den Trekhond,
afdeeling der Nederlandsche Kennelclub «Cynophilia", om
afschaffing van de artt. 34 en 35 der Verordening op de
Straatpolitie.
4°. Verzoek van de Duurtecommissie uit de Leidsche Ar
beidersbeweging om aan alle schoolkinderen, die daaraan be
hoeften hebben, dagelijks een voldoende portie rijst of ander
voedsel uit de Centrale Keuken te verstrekken.
Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wethou
ders om praeadvies.
5°. Adres van H. F. M. Frije, in zake het rumoer op de
Oude Vest, tusschen de Janvossen- en Mirakelstegen, veroor
zaakt door de straatjeugd.
Wordt gesteld in handen van den Burgemeester ter af
doening.
6°. Advies van de Commissie voor de Huishoudelijke ver
ordeningen in zake het praeadvies op het voorstel van de
HH. van der Eist en Sijtsma tot vaststelling van een Regie-
mént op de schoolvergaderingen.
Zal worden behandeld bij punt XXIV der agenda.
7°. Mededeeling van den heer J. Roem dat hij ontslag
neemt als lid der Commissie van Beheer over de gestichten
«Endegeest", «Voorgeest" en «Rhijngeest.'1.
De Voorzitter. Mijne Heeren! Het doet U zeker allen leed
te vernemen, dat de heer Roem wegens zijn slechte gezond
heid tot dit besluit is moeten komen. Ik meen uit Dw aller
naam te spreken, wanneer ik den heer Roem hartelijk dank
zeg voor de vele diensten, welke hij gepresteerd heeft in het
belang van de gemeente als lid van de Commissie van be
heer van de gestichten «Endegeest', «Rhijngeest" en «Voor
geest". Jaren lang heeft de heer Roem deel uitgemaakt van
die Commissie en daarin goede adviezen uitgebracht en dege
lijke raadgevingen geschonken.
Teekenen van instemming).
8°. Verzoek van A. van Leeuwen om vrijstelling van de
betaling van plaatselijke directe belasting.
Wordt, als zijnde ongezegeld, ter zijde gelegd.
9°. Verzoek van de afdeelingen Leiden van de Algemeene
Nederlandsche, de Roomsch Katholieke en de Christelijke
bonden van meubelmakers en behangers, om de loonen van
de behangers in bestekken van gemeentewerken in overeèn-
stemming te brengen met het thans tot stand gekomen col
lectief contract in de particuliere bedrijven.
Zal worden behandeld tegelijk met de in voorbereiding
zijnde herziening van de verordening, houdende bepalingen
omtrent minimumloon en maximumarbeidsduur in bestekken
van gemeentewerken.
10°. Verzoek van Mr. A. de Groeve, om vrijstelling of ver
mindering van zaalhuur voor het gebruik van den foyer der
Stadszaal ten behoeve van de tentoonstelling van schilder-en
kantwerk, ten bate van het Belgische Veldleger.
De Voorzitter. Ik stel den Raad voor tot dadelijke behan
deling van dit adres over te gaan. Indien niemand daartegen
bezwaar heeft stel ik voor op het daarbij gedaan verzoek af
wijzend te beschikken.
Het batig saldo der tentoonstelling en verloting komt ten
goede aan het Belgische Veldleger; er is dus geen sprake
van algemeen nut of kunst: Mr. de Groeve voert speciaal
nog het argument van liefdadigheid aan. Ik meen echter dat
de boekerij ten bate van het Belgische leger hier wel ietwat
buiten staat.
Nu heett de Zendingsbazaar, die een geheel altruistisch ka
rakter draagt in 1916 (November) 15.— voor den foyer
betaald en in 1917 (September) 40.— voor alle zalen.
Beide keeren dus het minimum.
Ik wil nu den Belgischen Kring uit welwillendheid hiermede
gelijk stellen. Bovendien heeft de Belgische Kring in 1917
voor gelijk doel ook f 15.voor den foyer betaald.
En de Commissie tot ontwikkeling en ontspanning van ge-
mobiliseerden betaalt voor hare bijeenkomsten in de groote
zaal ook den minimum-prijs. Dat is ons veldleger!
Ik geloof dat met toewijzing van het verzoek een gevaarlijk
precedent zou worden gesteld, omdat hier zeer veel liefdadig
heidsfeesten en uitvoeringen worden gegeven, waarvoor steeds
den minimumprijs wordt berekend. Wij zouden dus vrij zeker
meerdere verzoeken van gelijke strekking krijgen.
Met het berekenen van den minimum-prijs gaan wij mijns
inziens reeds ver genoeg, vooral ook omdat nu en dan blijkt dat
de «liefdadigheid" wel eens niet geheel hoofdzaak is.