134 DONDEKDAG 23 MEI 1918. De heer Knappert. M. d. V. Het wordt moeilijk voor die leden van den Raad, die met het voorstel mede zouden willen gaan, maar die door wat door den heer Aalberse is opgemerkt zeer zijn getroffen geworden. Ik vind de opmerking van den heer Aalberse omtrent de redactie van art. 8 zeer juist. Ik weet dan ook niet, of ik wel voor dit artikel zal kunnen stemmen, nu den heer Aalberse ons op de bezwaren er tegen heeft gewezen. Het zou wellicht gewenscht zijn de behandeling van dit punt tot de volgende vergadering uit te stellen, want ik acht het gevaarlijk om dit artikel ongewijzigd aan te nemen in afwachting van den rationeelen uitleg, die er aan gegeven zal worden. Hiervoor acht ik de bezwaren van den heer Aalberse te juist. De heer van der Elst. M. d. Y. Wat in de schoolvergade ring wordt besloten of voorgesteld is slechts een advies en blijft een advies. Het Hoofd heeft de leiding en doet voorstellen aan Burge meester en Wethouders. De schoolvergadering is niets dan eene bijeenkomst, waar de belangen van de school worden besproken. Men kan een besluit nemen of den wensch uit spreken, dat een voorstel aan Burgemeester en Wethouders wordt gedaan, meer niet. Nu mag men dit noemen een besluit, het is een advies. Ik zie de bezwaren tegen deze redactie dan ook niet in. Wanneer de vergadering eene stemming houdt na gehouden discussie, en die stemming levert een resultaat op, dan is dit toch het besluit der vergadering. En wanneer het onderwerp van het besluit is een voorstel, dan moet men spreken van een aangenomen voorstel. Ik begrijp de bezwaren van den heer Aalberse dan ook niet en dat de onderwijzers grooter macht krijgen door te spreken van besluit, zie ik niet in. De heer van der Lip. M. d. V. Burgemeester en Wethouders hebben, zooals de heer van der Pot reeds heeft medegedeeld, op deze redactie juist gestudeerd. Het is echter niet gemakkelijk de woorden te vinden, die precies aan alle bezwaren, die men, wat dit onderwerp betreft, in het midden kan brengen, tegemoet komen. Wij hebben ook gedacht over de redactie, welke de heer Aalberse aan de hand doet, maar als wij die kiezen, dan worden genegeerd die besluiten, welke toch een ander karakter dan dat van adviezen hebben. De heer van der Pot heeft hiervan reeds een voorbeeld gegeven. Lezen wij in art. 10 sub d «aangenomen voorstellen" dan is dit bovendien niet volledig, omdat er ook verworpen voorstellen kunnen zijn. Is nu het woord «besluit" wel zeer onjuist? Wanneer een voorstel is aangenomen of verworpen, dan er is toch een besluit van de vergadering. Wij hebben zoq geredeneerdeen vergadering kan toch besluiten nemenals er in een vergadering een voorstel gedaan wordt en dit wordt aangenomen of verworpen, dan is er dit spreekt van zelf een besluit van de vergadering. Maar en daarop komt het aanin artikel 9 en in artikel 11 is uitdrukkelijk gezegd, dat die besluiten geen bindende kracht hebben, want daarin wordt gezegd dat aangenomen voorstellen het karakter van adviezen hebben en wordt geregeld wat er gebeurt als het Hoofd der school aan zulk een besluit geen uitvoering wil geven. Het Hoofd is dus volkomen vrij met die besluiten te doen wat hij wil. De Gemeenteraad kan een motie aannemen en Burgemeester en Wethouders kunnen die naast zich neerleggen, maar toch is er dan een besluit van den Raad. Wij hebben geen woorden kunnen vinden, die beter onze bedoeling weergeven. Kiezen wij andere woorden, dan zijn er misschien weer andere bezwaren, welke de heer Aalberse thans niet ziet. Wij hebben, dit blijkt toch wel zeer duidelijk, aan de schoolvergadering gegeven het karakter van een adviseerend lichaam en alle besluiten, die genomen worden, zullen dus het karakter van adviezen dragen, behoudens dan die enkele welke uit den aard der zaak uit gezonderd moeten worden, zooals de heer van der Pot terecht heeft aangetoond. Er zijn dan ook mijns inziens geen bezwaren om de door ons voorgestelde redactie te houden. De heer Briët. M. d. V. Er kan aan het bezwaar wel worden tegemoet gekomen, niet door een wijziging, van artikel 9, maar door een. wijziging van artikel 11. Indien in dat artikel in het eerste lid in plaats van«genomen besluit" wordt gelezen«gegeven advies" en in het derde lid in plaats van «oorspronkelijk besluit": «oorspronkelijk advies", dan is dunkt mij de zaak ongeveer in orde, althans beter dan op dit oogenblik het geval is. De heer Aalberse. M. d. V. Na de opmerking van den heer van der Pot zal ik het amendement, dat ik. klaar had, niet indienen om het dan op deze wijze te vinden bij artikel 11. Ik wil den heer van der Pot doen opmerken, dat de bezwaren, welke hij heeft geopperd, ook tegen deze redactie gelden. Als men besluit over te gaan tot benoeming van een secretaris, dan is dat even goed een aangenomen voorstel als een verkiezing van een secretaris een besluit is. Ik laat dit echter verder rusten. Mijn bezwaar is niet van formeel-juridischen aard, maar gaat over de zaak zelve. Ik wil dat in de verordening op ondubbelzinnige wijze het karakter der schoolvergaderingen blijkt. Burgemeester en Wethouders hebben dat karakter aan het slot van artikel 9 omschreven. Nu zit het grootste bezwaar in art. 11, omdat dit voortdurend spreekt van besluiten en van het niet uitvoeren van besluiten, waardoor een redactie is gekozen, die dubbelzinnig is, omdat dat in strijd is met het karakter, dat men in artikel 9 aan de schoolvergaderingen heeft toegekend. Ik had het beter gevonden de wijziging aan te brengen in artikel 9, omdat daardoor, al was de redactie dan niet mooi, duidelijker was geworden wat het woord «besluit" in artikel 10 en 11 beteekendemaar nu de Wethouder er bezwaar tegen heeft gemaakt, ben ik gaarne bereid het amendement op artikel 11 voor te stellen. Wordt het niet aangenomen, zoodat het artikel onveranderd blijft, dan zal ik tegen de verordening stemmen. De heer van der Pot. M. d. Y. Ik bestrijd den heer Aalberse, dat de benoeming van een secretaris zou zijn een aangenomen voorstel. Wanneer wij hier krijgen een benoeming, die niet geschiedt op voordracht van Burgemeester en Wet houders, dan is dat een besluit, maar niet een aangenomen voorstel. Zelfs als men benoemt uit een voordracht van meer personen, is er nog geen sprake van een aangenomen voorstel. Ook den anderen uitweg, welken de heer Aalberse wil inslaan, evenals de heer Briët, hebben Burgemeester en Wet houders overwogen. Wij hebben overdacht in artikel 11 te spreken van «advies", maar dan stuiten wij weer op andere moeielijkheden. Het is de taak van de schoolvergadering een advies te geven, als dit gevraagd wordt door autoriteiten, en nu kan men moeilijk zeggen dat is ook van niemand de bedoeling dat ook in dat geval het Hoofd de bevoegdheid heeft zulk een advies niet uit te voeren. In artikel 8 wordt gesproken over het advies gevraagd aan de schoolvergadering. Wordt een dergelijk advies gegeven, dan is het niet de bedoeling, dat het Hoofd een ander advies hiervoor in de plaats zou kunnen stellen. Daarom is het niet mogelijk in artikel 11 te spreken van advies. Het bezwaar dat voortkomt uit het behouden van het woord «besluit" is wel degelijk gevoeld, maar na ampele bespreking zijn Burge meester en Wethouders tot de overtuiging gekomen, dat dit woord praktisch tot geen moeilijkheden aanleiding zal geven. Ik zou het daarom zonderling vinden, waar ons aller be doeling zoozeer vaststaat, als men hierom alleen tegen de verordening ging stemmen. De heer Aalberse. M. d. V. Wij behandelen op het oogen blik wel artikel 9, maar waar dit in zoo nauw verband staat met artikel 11, zou ik, zoo U het goed vindt ook hierover een enkele opmerking willen maken. Het bezwaar van den heer van der Pot betreft een redactiewijziging, die ik niet heb voorgesteld. Ik wilde lezen: «meent het Hoofd der school een door de vergadering «aan fiem" gegeven advies niet te moeten uit voeren". Hiermede is dus zij-n bezwaar volkomen ondervangen en zou in de derde alinea moeten worden gelezen in plaats van «oor spronkelijk besluit", «oorspronkelijk advies". Hierdoor zou mijn bezwaar zijn weggenomen en geef ik de oneffenheid in de artikelen 11 en 12, waar gesproken wordt van besluit, cadeau. De cardo quaestionis is gelegen in artikel 11. Wanneer Burgemeester en Wethouders tegen onze redactiewijziging geen bezwaar hebben, wil ik er wel een voorstel van maken. De heer van der Lip. M. d. V. Ik acht het niet geraden dit amendement maar dadelijk over te nemen. Het is, dunkt mij, beter de behandeling van deze verordening aan te houden, opdat Burgemeester en Wethouders eens kalm kunnen over wegen of misschien nog door een andere redactie aan het bezwaar van den heer Aalberse tegemoet gekomen kan worden. Ik kan op het oogenblik onmogelijk nagaan of een advies alleen maar kan gelden het Hoofd der school dan wel of er ook adviezen kunnen gegeven worden, die een andere, een wijdere strekking hebben. Ik stel daarom voor, de verdere behandeling van deze ver ordening uit te stellen. De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders hebben lang en breed de moeilijkheden van de redactie overwogen. Door deze redactiewijziging aan te nemen, zullen wij weer voor tal van moeilijkheden komen te staan. Nu kom ik niet gaarne terug op een eenmaal genomen besluit, maar zou het bezwaar van den heer Aalberse niet te ondervangen zijn door in artikel 1 te lezen: «aan alle openbare lagere scholen worden zuiver adviseerende vergaderingen gehouden."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1918 | | pagina 14