102
Art. 2.
Aan de verordening wordt de navolgende overgangsbepaling
toegevoegd
«Voor leerlingen in het bezit van de akte bedoeld bij art. 77a
der wet op het Lager Onderwijs, die aan eene openbare of
bijzondere lagere school in Leiden werkzaam zijn en bij het
in werking treden dezer verordening de lessen aan de afdeeling
B der Kweekschool volgen, wordt geen schoolgeld geheven tot
op het tijdstip, waarop zij de lessen, waarvoor zij zijn inge
schreven, hebben beëindigd.
Art. 3.
Deze verordening treedt in werking op 1 September 1918.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 139. Leiden, 4 Juni 1918.
Ter voldoening aan het bepaalde bij art. 5, laatste lid,
der verordening van 19 Januari 1911, houdende reglement
op het beheer en bestuur van het Krankzinnigengesticht
«Endegeest", de afdeeling voor jeugdige idioten »Voorgeest"
en het Sanatorium voor zenuwlijders «Rhijngeest", hebben
wij de eer U, ter vervulling van de vacature, in de Com
missie van Beheer over die inrichtingen ontstaan door de
ontslagneming van den heer J. Roem, na raadpleging der
Commissie, de volgende aanbeveling aan te bieden
1°. Dr. L. KNAPPERT,
2°. D. JAEGER.
Aan den Gemeenteraad.
N°. 140. Leiden, 5 Juni 1918.
In nevensgaand adres verzoekt de Duurtecommissie uit de
Leidsche Arbeidersbeweging Uwe Vergadering te besluiten,
dat onmiddellijk rechtstreeks van gemeentewege aan alle
schoolkinderen, die daaraan behoefte hebben, dagelijks een
voldoende portie rijst of ander voedsel uit de Centrale Keuken
worde verstrekt.
Klaarblijkelijk is de bedoeling van dit verzoek, dat dage
lijks aan de schoolkinderen, die daaraan behoefte hebben,
voedsel uit de Centrale Keuken zonder bons zal worden ver
strekt, en niet, dat die verstrekking zonder betaling zal
plaats hebben, aangezien degenen, die niet in staat zijn de
kosten van hun eten te betalen, hetzij voor alle hetzij voor
een deel der leden van het gezin, rabatkaarten, desnoods
voor het volle bedrag, kunnen aanvragen, overeenkomstig de
door IJ bij besluit van 20 December 1917 getroffen regeling.
Inwilliging van het aldus opgevatte verzoek zou zonder
eenigen twijfel tengevolge hebben, dat in een zeer groot
aantal gezinnen de krap toegemeten rantsoenen bewaard
worden voor de overige leden van het gezin en de school
kinderen aangewezen worden op het eten, dat zij op school
kunnen krijgen. Van de ter beschikking van de gemeente
gestelde voorraden zou zoodoende een groot deel voor het
gevraagde doel moeten worden gereserveerd, hetgeen enkel
weder tot vermindering der toch reeds kleine rantsoenen
kan leiden.
Voor de schoolkinderen worden ook de gewone rantsoenen
gegeven. Wanneer zij ongevoed naar school gaan, is dat
enkel een gevolg hiervan, dat zij van hetgeen aan het gezin
in totaal toekomt, zelfs niet een in verband met hunne
behoefte evenredig deel krijgen. Dat dus de gevraagde maat
regel niet in de eerste plaats aan de arme, maar aan de
egoïste ouders ten goede komt, vormt nog een reden te meer,
om op het verzoek niet in te gaan.
Wij geven U mitsdien in overweging afwijzend op het
verzoek te beschikken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden 18 Mei 1918.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft te kennen de Duurte-commissie uit de Leidsche
Arbeidersbeweging
dat zij heeft kennis genomen van een in het Leidsch
Dagblad gepubliceerd verslag van een vergadering van de
Vereeniging «Schoolkindervoeding'", waaruit bleek dat volgens
een ingesteld onderzoek door het Hoofd der O. L. School
4e klasse No. 1 minstens 25B/o der leerlingen 's morgens op
school komen zonder voedsel te hebben genoten;
dat, hoewel het als een feit kon worden aangenomen, dat
reeds sedert geruimen tijd ondervoeding vooral van kinderen
plaats had, deze cijfers toch dermate onrustbarend zijn, dat
het gebiedende eisch is, onverwijld en met kracht de dreigende
gevolgen van deze ondervoeding tegen te gaan;
dat uit het meergenoemde verslag tevens blijkt, dat onder
den indruk van de verontrustende mededeelingen van den Heer
Huibregtse door de Vereen. «Schoolkindervooeding" is besloten
aan leerlingen der O. L. School dagelijks lU liter melk te
verstrekken
dat het adressante wil voorkomen, dat deze hulp, alhoewel
op prijs te stellen, totaal onvoldoende is, waar immers rekening
dient gehouden met het feit. dat deze kinderen, welke des
morgens geheel ongevoed naar school gaan, ook des middags
en 's avonds een tekort aan voeding hebben;
dat de onvoldoende hulp welke door de Vereeniging «School
kindervoeding'' wordt verstrekt een gevolg is van hare finan-
cieele onmacht om méér te doen;
dat echter de overheid niet vrij uitgaat, wanneer zij werkeloos
aanziet dat tengevolge van het tekort schieten van het particulier
initiatief een belangrijk deel van het jonge geslacht door het
ontbreken van voldoende voeding in zijne normale ontwikkeling
ernstig wordt belemmerd
dat integendeel hier voor de overheid de zeer belangrijke
taak is weggelegd om in het belang der volkskracht en volks
ontwikkeling, zorg te dragen dat de schooljeugd behoorlijk
gevoed het onderwijs kan volgen;
dat daarom niet kan en mag worden gewacht totdat de
Vereen. Schoolkindervoeding zich opnieuw om een subsidie
tot Uw College wendt, maar dat onmiddellijk van Gemeente
wege dient ingegrepen.
Redenen, waarom de Commissie Uw College verzoekt om
het besluit te willen nemen, dat onmiddelijk rechtstreeks van
gemeentewege aan alle schoolkinderen, die daaraan behoefte
hebben, dagelijks wordt verstrekt een voldoende portie rijst
of ander voedsel uit de Centrale Keuken.
't Welk doende enz.
D. A. van Eck, Voorzitter.
J. J. v. Stralen, Secretaris.
N°. 141. Leiden, 5 Juni 1918.
üns praeadvies over het U bekende rapport in zake een
door de gemeente Leiden op te richten grondbedrijf (zie Inge
komen Stukken no. 112) kan kort zijn. Met de voorstellen der uit
Uw midden indertijd benoemde commissie tot voorbereiding
van de op- en inrichting van een gemeentelijk grondbedrijf
kunnen wij ons volkomen vereenigen, terwijl wij meenen
aan de zoo duidelijke uiteenzetting van de commissie niets
verder te behoeven toe te voegen.
Onder mededeeling, dat wij ons voornemen om, nadat door
U tot instelling van een grondbedrijf is besloten, zoo spoedig
mogelijk een voorstel bij U aanhangig te maken omtrent de
in het grondbedrijf op te nemen gronden, geven wij U thans
mitsdien in overweging:
a. de ingevolge raadsbesluit van 18 Maart 1915 ingestelde
commissie tot voorbereiding van de op- en inrichting van een
gemeentelijk grondbedrijf hartelijk dank te zeggen voor haar
uitvoerig én gedocumenteerd rapport;
b. over te gaan tot instelling van een gemeentelijk grond
bedrijf;
c. te besluiten tot instelling van eene commissie, om ons
College bij te staan in het beheer van dat bedrijf, op de
basis van het rapport der commissie tot voorbereiding;
d. over te gaan tot vaststelliug van een verordening op
het grondbedrijf, overeenkomstig het door de meergenoemde
commissie overgelegde concept.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 142. Leiden, 5 Juni 1918.
Bij de laatste vacature voor leerares in de geschiedenis en
aardrijkskunde aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes
bleek uit het zeer beperkt aantal sollicitanten, dat het uiterst
moeilijk is geschikte leerkrachten te krijgen, die de ver-
eischte bevoegdheid hebben, om in beide vakken als leerares
op te treden.
De Commissie van Toezicht acht het daarom gewenscht,
dat in de desbetreffende verordening de mogelijkheid wordt
geopend, om, indien geen geschikte leerkracht voor beide
vakken zich aanmeldt, zoowel voor geschiedenis als voor
aardrijkskunde een aparte leerares aan te stellen De jaar
wedde voor de leerares in de geschiedenis zou dan volgens
de commissie bepaald moeten worden op ƒ1600—ƒ2100 en
voor die in de aardrijkskunde op 10001400.
Ons College kan zich met het' voorstel, om het opdragen
van elk der beide vakken aan een afzonderlijke leerkracht
mogelijk te maken, zeer wel vereenigen, terwijl ook de voor
gestelde traktementen onze instemming hebben, aangezien
wij der commissie moeten toegeven, dat voor een lager bedrag
dan 1600 op een geschikte leerares in de geschiedenis niet
de hand zal kunnen worden gelegd.
Het maximum-aantal uren per week, dat de leerares in de
geschiedenis voor dat traktement les zal moeten geven, be-
Burg. en Weth. van Leiden.