DONDERDAG 2 MEI 1918. 115 plan moéten worden gekend, wordt daardoor een langen tijd in beslag genomen. Die tijd kan benut worden om de bezwa ren, door de Gezondheidscommissie geopperd, onder het oog te zien en om het plan in overeenstemming te brengen met de eischen, welke die Commissie stelt. Een en ander kan dan worden nagegaan en men kan aangeven waarop bij* het opmaken van het bestek moet worden gelet. De zaak wordt dan niet vertraagd, voordat het plan in den Haag komt en definitief met de behandeling kan worden begonnen. Dat is hier het groote voordeel. Men zal vragenhoe komt het, dat de Gezondheidscom missie, die toch uit verstandige menschen bestaat, ook niet tot dat inzicht komt? Het in dezen deskundig lid in de Gezondheidscommissie, dien ik buitengewoon waardeer en als een hoogstaand man beschouw, heeft m.i. de eigenschap, dat hij op het gebied van arbeiderswoningbouw wel wat heel zwaartillend is. Ik weet niet of dat hetzelfde lid is, dat de heer Eerdmans heeft gesproken, dan wel of dat iemand was, die min of meer onder den invloed van dat lid staat, maar het lid dat ik bedoel heeft ook bij mij, toen ik nog in een andere verhouding tegenover deze zaak stond, tal van bezwa ren geopperd tegen het eerste plan, dat de vereeniging »Ons Belang'' heeft ingediend. Hij had daartegen ernstige grieven daar zouden woningen gebouwd worden, waarin niemand wilde wonen! Nu zou ik echter aan de leden, die die wonin gen kennen, willen vragen of de Raad niet. een gelukkigen dag heeft gehad, toen hij heeft besloten aan dat bouwplan zijn goedkeuring te hechten. Het zijn uitstekende woningen, die tot tevredenheid van de bewoners daar staan en met genoegen worlen bewoond. Dat komt, omdat de een in zulke zaken een anderen aard heeft dan de ander. De een gaat niet alleen niet over één nacht ijs, doch wil hebben, dat het tien nachten gevroren heeft, alvorens hij over het ijs gaat, en de ander waagt het. reeds als het vijf nachten gevroren heeft. Dat lid van de Gezondheidscommissie behoort tot de eerste categorie. Als wij met een dergelijk plan niet in zee willen gaan, voordat men alles zoo precies voor elkander heeft als men het wellicht zou wenschen, duurt het zoolang, dat de zaak zelve ontzettend wordt vertraagd, en nu is het van heel groot belang, dat, waar het plan van «Eensgezind heid" binnen niet al te langen tijd gereed komt, met een nieuw plan begonnen wordt. Dat zou kunnen gebeuren, indien dit plan nu werd behandeld, en dan zou de tijd, waarop men tot de aanbesteding zou kunnen overgaan, althans in een niet te verre toekomst liggen. De uitvoering toch behoeft niet te wachten tot de definitieve goedkeuring van de Haagsche autoriteiten is verkregen, want men zou tot de aanbesteding kunnen overgaan, zoodra men wist, dat men in den Haag er in principe niet tegen was. Het lag in dg bedoeling nog in het goede seizoen met de uitvoering een aanvang te maken. Daarom zou het mij leed doen, wanneer de bezwaren van de Gezondheidscommissie, die ik op zich zelf niet onjuist zal noemen er zijn er enkele bij, die ten volle overweging verdienen er toe zouden leiden, dat de Raad het voorstel van den heer Eerdmans aannam. Hierdoor zouden er weer een paar maanden verloopen en zou de tijd om te bouwen dit jaar allicht niet aanbreken. De heer Eerdmans. M. d. V. Naar aanleiding van hetgeen de heer van dér Pot heeft gezegd wil ik opmerken dat het mijne bedoeling niet is deze zaak eenige maanden uit te stellen. Ik heb dan ook gesproken van aanhouden van dit punt, wat m.i. insluit, dat dit punt in de volgende vergade ring op de agenda zal komen. Wanneer deze zaak toch een vrij lange periode moet door maken, kan het m.i. toch niet van een vitaal belang zijn of de stukken een tweetal weken vroeger of later naar den Haag worden gezonden. Wellicht hebben wij over 14 dagen vergadering of anders over 3 weken. Wij hebben dan indien tusschentijd gelegenheid ons te beraden in verband met het ingekomen schrijven van de Gezondheidscommissie. Voor de zaak zelf is hiermede niets verloren. Ik zou er prijs op stel len, dat degenen, die zich thans door het ingekomen schrij ven van de Gezondheidscommissie bezwaard gevoelen voor het voorstel van Burgemeester en Wethouders te stemmen, dit van ganscher harte zullen kunnen doen. Dit zal mogelijk zijn wanneer wij de behandeling van dit punt voor eenige weken uitstellen. Het is. geen uitstel ad calendas graecas, zelfs geen uitstel tot een eenigszins verwijderde periode, ik wil slechts in de gelegenheid zijn deze aangelegenheid onder de oogen te zien, waarin zooals U zegt geene overwegende bezwaren zijn gelegen. De heer van der Pot. M. d. V. De heer Eerdmans ver gist zich. Deze zaak zal in de volgende vergadering niet opnieuw aan de orde kunnen komen. Het kan toch niet de bedoeling van het uitstel zijn alleen maar de bezwaren van de Gezondheidscommissie nader te leeren kennen, maar dan moet ook in de plannen met die bezwaren rekening worden gehouden en zullen dus de plannen op grond van de bezwa ren van de Gezondheidscommissie eerst dienen te worden gewijzigd, alvorens de zaak in den Raad terug komt. Het is niet denkbaar dat dan de zaak in de volgende vergadering weer wordt behandeld. Het gevolg zal zijn een uitstel van maanden. De heer A. Mulder. M. d. V. Deze zaak heeft helaas al veel te lang getraineërd. Doordat men in den Haag niet is opgeschoten kost dit plan nu al reeds een ton meer. Elke maand uitstel beteekent een verlies van 10.000. Precies te zeggen hoeveel duurder alles in die maand zal zijn geworden kan ik niet, maar de voortdurende stijging der materialen wijst hier toch op. Het is waar, dat deze woningen wat klein zijn. De Commissie van Fabricage heeft dit ook gezien, maar moeten wij met deze zaak nu werkelijk niet wat opschieten De heer van der Pot heeft terecht opgemerkt, dat in de bestekken en bij de aanbestedingen in de plannen nog wel eenige verandering kan worden gebracht en dan moeten wij er in vredesnaam iets voor over hebben, maar elk uitstel kost weer eenige duizenden guldens. De Voorzitter. Als ik hieraan iets mag toevoegen, dan zou ik zeggen, dat ik het geheel eens ben met den heer Mulder. Als wij dergelijke zaken, die in het belang van het volk zijn, aanhouden, wordt het hoe langer hoe duurder en werkelijk, de heeren bevelen dat aanhouden veel te veel aan. Van aanhouden hebben wij nooit veel pleizier beleefd, want alles is rijzende in prijs. De heer Eerdmans. M. d.V. Ik zou tegenover het argu ment, dat alles wekelijks duurder wordt, willen stellen, dat de mogelijkheid niet is uitgesloten, dat in de toekomst door het ingrijpen van de Regeering de prijzen in plaats van duurder weer op stabielen voet zullen komen, zoodat wij in dit opzicht, juist omdat alles wordt gerantsoeneerd en wordt gezorgd, dat overal ook de bouwmaterialen komen, volstrekt niet de kans loopen voor hoogere uitgaven te komen staan. De Voorzitter. Ik kan daarop antwoorden, dat wij juist door onze aansluiting bij de Maatschappij voor Bouwmate rialen geen vrees behoeven te hebben, dat wij de bouwmate rialen niet zullen krijgen, maar overigens geloof ik niet, dat den eersten tijd goedkoopere materialen zijn te verwachten. Integendeel, op dit oogenblik hebben wij op dit gebied eer der stijging dan daling van prijzen te verwachten. Het is zeer gevaarlijk dit plan te weigeren. Als wij dat doen, krijgen wij in onze gemeente een massa moeielijkheden en een massa onaangenaamheden. Wij zijn werkelijk gebon den om de menschen, die hier wonen, te huisvesten. Men kan natuurlijk tegen dit plan, zooals het door den heer van der Pot is verdedigd, bezwaar hebben, maar ik geloof niet, dat bij verwerping van dit voorstel in de naaste toe komst een beter plan zal zijn te verkrijgen. De beraadslaging wordt gesloten. De motie van den heer Eerdmans wordt in stemming ge bracht en met 13 tegen 5 stemmen verworpen. Tegen stemm«n de heeren: Knappert, A. Mulder, Pera, van Hamel, Bots, van der Pot, van der Lip, Aalberse, J. P. Mulder, de Boer, Sasse, van Tol en Wilmer. Vóór stemmen de heeren: Jaeger, Eerdmans, Srjtsma, Fokker en Zwiers. De heer Fokker. M. d. V. Het zij mij vergund een enkel woord over deze zaak te zeggen. Nu dit voorstel van Burgemeester en Wethouders toch heden wordt behandeld en in stemming wordt gebracht, wil ik beginnen met hulde te brengen aan den steller van het praeadvies, die op zoo heldere wijze deze zaak heeft uiteen gezet, in welk praeadvies ik de hand meen te herkennen van den heer van der Pot, die in denzelfden stijl hier herbaalde- lijk voorstellen van dezen aard heeft verdedigd. Het spijt mij evenwel tegenover dat praeadvies een paar opmerkingen te moeten maken, die ik niet achterwege wil laten. De eerste opmerking is van principieelen aard, n.l. de quaes- tie van de toekenning van een voorschot van ten volle 100%. Die 5% die van de vereeniging zouden moeten worden ge- eischt, beteekenen wel niet zoo heel veel, maar als voorwaarde moet toch worden gesteld, dat de vereeniging, die deze wo ningen zal bouwen, hierin eenig aandeel heeft. Op deze wijze wordt de geheele bouw bekostigd door Rijk en Gemeente, terwijl de vereeniging niet veel anders doet dan het admini- streeren en verhuren vari de woningen. Hierdoor ontheft de vereeniging de gemeente wel van de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1918 | | pagina 19