GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
65
IX6£K«HE9 STUKKE».
N°. 84. Leiden, 9 April 1918.
Wij hebben de eer U mede te deelen, dat de gemeente in
de gelegenheid is de perceelen land aan de Keizerslaan, nabij
de grens tusschen onze gemeente en de gemeente Leiderdorp,
kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie K. n^ 586, 587 en
588 en op de situatie door een rooden rand aangeduid, te
koopen voor den prijs van ƒ1.10 per M2.
De perceelen hebben een gezamenlijke oppervlakte van
7870 M2. en grenzen ten westen aan de bij raadsbesluit
van 26 Juli 1917 (Ingek. Stukken No. 166) van de heeren
M. P. Splinter c. s. voornamelijk ten behoeve van de volks
huisvesting aangekochte perceelen ter gezamenlijke grootte van
2.1153 H.A. voor de som van ƒ22.000 of ongeveer ƒ1.04 per M2.
Het thans te "koop aangeboden land is beteeld en tot Kerst
mis 1919 verhuurd voor ƒ125.— per jaar, d. i. voor ƒ159.—
per H.A. Naar schatting van den Directeur van Gemeente
werken, ligt het iets hooger dan het in 1917 aangekochte land
en ongeveer op 0.30 M. N. A. P., dus betrekkelijk hoog.
Ofschoon een prijs van ƒ1.10 per M2. niet aan den lagen
kant is, meenen wij U toch te moeten voorstellen tot den
aankoop te besluiten, aangezien het bezit van de drie per
ceelen voor de gemeente wel eenige waarde heeft.
Zonder ingrijpende wijziging van het uitbreidingsplan en
van den daarop aangegeven straataanleg moet n. 1., zooals
men op de situatie kan zien, aan het tot standkomen van de
op den in 1917 aangekochten grond geprojecteerde bouw
blokken A en B, althans voor zooveel de bebouwing aan de
Oostzijde betreft, overleg met den eigenaar der drie perceelen
over den straataanleg voorafgaan. En dit overleg is over
bodig, indien de gemeente zich thans den eigendom van de
perceelen voor een bedrag van nog geen 9000 verzekert.
Bovendien kan het terrein, evenals de bedoeling is met be
trekking tot het verleden jaar gekochte land, tezijnertijd in
het belang van de volkshuisvesting worden aangewend.
Wij geven U mitsdien in overweging:
a. te besluiten de perceelen land, kad. bekend gemeente
Leiden Sectie K nis 586, 587 en 588, ter gezamenlijke grootte
van 7870 M2, in het belang van de volkshuisvesting aan
te koopen voor den prijs van f 1.10 per M2;
b. over te gaan tot vaststelling van den hierbijgaanden
suppletoiren begrootingsstaat, groot met inbegrip van de
kosten van overdracht in ronde som, f 8800.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 85. Leiden, 9 April 1918.
Over het op de begrooting voor het loopende dienstjaar
uitgetrokken bedrag van ƒ1.000.000.voor op te nemen
kasgeld, is nagenoeg beschikt. Aanvulling van de posten voor
opneming en aflossing van kasgeld met 1.000.000.is daarom
raadzaam.
Wij geven U mitsdien in overweging door vaststelling van
den hierbij overgelegden suppletoiren begrootingsstaat, dienst
1918, de posten volgn. 62 «Tijdelijke geldleening ter voor
ziening in de behoefte aan kasgeld" en volgn. 238 «Aflossing
van tijdelijk ter voorziening in de behoefte aan kasgeld op
genomen gelden," beide met ƒ1.000.000.te verhoogen. Een
voorstel tot verhooging van den post «Rente van tijdelijk ter
voorziening van kasgeld opgenomen gelden" (volgn. 215) zal
zoo noodig te zijner tijd aanhangig worden gemaakt.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 86. Leiden, 9 April 1918.
Aan Burgemeester en Wethouders te Leiden.
EdelAchtbare Heeren 1
Naar aanleiding van het ons bij Uw schrijven van 6 April 1.1.
toegezonden voorstel tot wijziging van de verordening van
15 April 1906 (Gem. blad No. 5) hebben wij de eer U mede
te deelen, dat dit ons aanleiding geeft tot de volgende op
merkingen
1°. Wij achten het wenschelijk dat in artikel I in plaats
van het Fransche woord «intitulé" gelezen wordt«titel"
of «opschrift".
2°. dat in artikel 4 gelezen wordt in plaats van «1 April
1919" «1 Juli 1918".
Met het oog op de langdurige ongesteldheid van Dr. de Jong
verwachten wij dat voor het vele werk van de schoolartsen
minder dan drie arbeiderskrachten aanwezig zullen zijn.
Dit kan worden voorkomen door den vierde nog dit jaar
te benoemen.
3°. Wat artikel 3 van het voorstel betreft, schaart de
Commissie zich aan de zijde van de meerderheid in
Uw College, op de gronden door die meerderheid aan
gegeven.
Namens de Commissie
voor de Huishoudelijke Verordeningen.
P. E. Briët.
s