48
uit hunne, bovengenoemde betrekking, onder dankbetuiging
voor de belangrijke diensten gedurende vele jaren door ben
aan het gesticht bewezen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Wetli. van Leiden.
Leiden, 18 Maart 1918.
Aan" den Raad der Gemeente Leiden,
geeft met verschuldigden eerbied te kennen, de onderge-
teekende, dat hij genoodzaakt is, door drukke werkzaamheden,
ontslag aan te vragen als Regent van het Heilige Geest of
Arme Wees- en Kinderhuis alhier, waartoe hij in 1894 door
Uwen Raad werd benoemd.
't Welk doende
Abr. Corts.
Leiden, 18 Maart 1918.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Ondergeteekende, Adriaan Hendrik Dros, wonende te Leiden,
verzoekt Uwen Raad ontslag uit zijn betrekking van regent
van het Heilige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis alhier.
't Welk doende
A. H. Dros.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Ondergeteekende heeft de eer Uwen Raad te verzoeken
hem eervol ontslag te willen verleenen uit zijn hetrekking van
Regent van Het Heilige Geest of Arme Wees-en Kinderhuis.
't Welk doende, enz.
Leiden 18 Maart 1918. J. C. van der Lip.
No. 67. Leiden, 29 Maart 1918.
Dooi- het Bestuur van het Genootschap «Mathesis Scien-
tiarum Genitrix" wordt bij zijn in de Leeskamer ter inzage
liggend schrijven het verzoek tot ons College gericht om weder
kosteloos gebruik te mogen maken van eenige lokalen der
Stads-Gehoorzaal in de week van 80 Mei tot en met 8 Juni a.s.,
ten behoeve van de tentoonstelling van door de leerlingen
vervaardigde werkstukken en voor het houden van de jaar-
lijksche algemeene vergadering.
Aangezien bij ons College tegen inwilliging van dat verzoek
geenerlei bezwaar bestaat, geven wij Uwe Vergadering in
overweging ons te machtigen de benoodigde localiteiten koste
loos aan het genootschap af te staan.
Aan-den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
en dergelijke inrichtingen, in verband waarmede dan het
aantal schoolartsen op vier zou moeten worden gebracht.
In afwachting van deze voorstellen werden wij toen door Uwe
Vergadering gemachtigd reeds dadelijk een voorloopig toezicht
op de bewaarscholen te doen uitoefenen.
De besturen der 5 bijzondere bewaarscholen, tot wie wij
ons vervolgens wendden, verklaarden gaarne van liet gemeen
telijk geneeskundig toezicht gebruik te willen maken, terwijl
ook de besturen der beide kinderbewaarplaatsen, waarvoor
het toezicht, evenals voor de bijzondere scholen- facultatief zou
zijn, bereid bleken in deze hunne medewerking te verleenen.
Tot het aanbrengen van de noodige wijzigingen in de ver
ordening, regelende het geneeskundig toezicht op de openbare
en bijzondere scholen en den werkkring van den schoolarts
kan derhalve thans worden overgegaan, terwijl daarna de
benoeming van den vierden schoolarts aan de orde gesteld
kan worden.
Nog op een tweetal andere punten zouden wij U willen
voorstellen gelijktijdig de verordening te wijzigen.
Het eerste punt is van zuiver formeeleu aard. In de ver
ordening voor de buitengewone school voor lager onderwijs
alhier is de verordening, regelende het geneeskundig toezicht
op de scholen ook toepasselijk verklaard op die school. Het
lijkt ons nu rationeel, dat hiervan in laatstgenoemde veror
dening melding wordt gemaakt.
In de tweede plaats acht de meerderheid van ons College
het wenschelijk, dat de schoolartsen in den vervolge, in plaats
van telkens voor den tijd van 8 jaren, voor den tijd van
1 jaar worden benoemd. Met het oog op de bij de U bekende
commissie in onderzoek zijnde reorganisatie van den Gemeente
lijken Gezondheidsdienst verdient het naar de meening van
de meerderheid aanbeveling de gelegenheid niet af te snijden,
om ook binnen een tijdsverloop van drie jaren tot verande
ring van het geneeskundig toezicht over te gaan. De minder
heid ziet echter in eene bestendiging van den bestaanden
toestand gedurende drie jaren geen bezwaar, omdat zij niet
verwacht, dat in korter tijd tot reorganisatie van het insti
tuut der schoolartsen zal kunnen worden overgegaan, ook al
mocht de bedoelde commissie daaromtrent tezijnertijd wijzi
gingsvoorstellen doen. Bovendien is de minderheid van oor
deel, dat het minder juist is rekening te houden met voor
stellen, die nog absoluut niet vaststaan en waarvan men
niet weet, in welke richting zij zich zullen bewegen.
Op grond van een en ander geven wij Uwe Vergadering
alsnu in overweging tot vaststelling van de navolgende ver
ordening te besluiten.
VERORDENING, houdende wijziging van de verordening
van 15 Februari 1906 (Gem Blad N°. 5), regelende
het geneeskundig toezicht op de openbare en bijzon
dere scholen en den werkkring van den schoolarts,
laatstelijk gewijzigd bij verordening van 18 Maart
1915 (Gem. Blad N°. 6).
Artikel 1.
Het intitulé van bovengenoemde verordening wordt gelezen
als volgt:
«Verordening, regelende het geneeskundig toezicht op de
openbare en bijzondere lagere scholen, de buitengewone school
voor lager onderwijs, de openbare en bijzondere bewaar
scholen, de kinderbewaarplaatsen en dergelijke inrichtingen,
en den werkkring van den schoolarts."
Art. 2.
Artikel 1 wordt gelezen als volgt:
«Van gemeentewege wordt geneeskundig toezicht uitge
oefend op de leerlingen van de openbare en bijzondere lagere
scholen, van de buitengewone school voor lager ondêrwijs
en van de openbare en bijzondere bewaarscholenop die van
de bijzondere scholen echter slechts voorzoover de besturen
dier scholen daartoe aan Burgemeester en Wethouders het
verzoek doen, onder overlegging eener verklaring, dat het
toezicht zich zal uitstrekken over alle kinderen, uitgenomen
alleen die, wier ouders of verzorgers verklaard hebben tegen
dat toezicht bezwaar te hebben.
De bepalingen van deze verordening vinden overeenkom
stige toepassing op kinderbewaarplaatsen en dergelijke inrich
tingen.
Het toezicht wordt opgedragen aan vier schoolartsen."
Art. 3.
In artikel 2 wordt «3 jaren" vervangen door «1 jaar".
Art. 4.
Aan artikel 17 wordt aan het slot toegevoegd: «en de
4e schoolarts op 1 April 1919".
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 68. Leiden, 30 Maart 1918.
In het afgeloopen jaar deelde de Gezondheidscommissie ons
mede, dat zij het ter bestrijding der toen heerschende diph-
therie noodig -achtte, dat het gemeentelijk geneeskundig toe
zicht behalve over de lagere scholen ook over de bewaar
scholen -en de kinderbewaarplaatsen werd uitgestrekt. De
door haar in overleg met de schoolartsen ontworpen be-
strijdings-maatregelen, welker naleving ons College den
schoolartsen opdroeg, zouden anders niet voldoende tot hun
recht kunnen komen.
Ook het College van Schoolartsen bleek van oordeel, dat
uitbreiding van het gemeentelijk geneeskundig toezicht over
de 3 openbare en de 5 bijzondere bewaarscholen en de 2
particuliere kinderbewaarplaatsen noodzakelijk was. Deze uit
breiding zou dan echter zoo spoedig mogelijk gepaard moeten
gaan met de aanstelling van een vierden schoolarts. Een der
schoolartsen verklaarde zich intusschen welwillend bereid het
allernoodzakelijkste toezicht op de bewaarscholen en kinder
bewaarplaatsen, zoolang de benoeming van den vierden school
arts nog niet had plaats gehad, voorloopig zelf op zich te
nemén.
Met een en ander stelden wij U in de vergadering van 25
October j.l. in kennis, onder mededeeling van ons voornemen,
om, overeenkomstig de adviezen van de Gezondheidscommissie
en 'het College van Schoolartsen, zoo spoedig mogelijk voor
stellen bij U in te dienen tot uitbreiding van het geneeskundig
schooltoezicht over de openbare bewaarscholen en desgewenscht
ook over de bijzondere bewaarscholen, kinderbewaarplaatsen