46
DONDERDAG 31
JANUARI 1918.
winkelvereeniging inzake opheffing van het verbod van étalage
verlichting in winkels den Raad spoedig zal bereiken.
De Voorzitter. Wij hebben reeds op spoedige inzending
van een advies bij Commissarissen aangedrongen, maar voor
zoover ik weet, is het nog niet bij Burgemeester en Wet
houders ingekomen.
De heer Bots. M. d. V. Ik kan meedeelen, dat deze zaak
vermoedelijk in de volgende vergadering aan de orde zal
kunnen komen.
De heer Knappert. M. d. V. Door den heer Hoogenboom
is eene kwestie ter sprake gebracht, die ik van groot belang
acht, waarom ik hoop, dat er gelegenheid zal zijn er op
terug te komen.
De Voorzitter. Wanneer U het reglement van orde kent,
zult U weten, dat het den leden vrij staat bij de rondvraag
korte opmerkingen te maken.
Wat de heer Hoogenboom heeft gezegd, is niet iets, wat
bij éene rondvraag ter sprake kan worden gebracht. Op deze
wijze kunnen wij wel over alles gaan spreken.
Tot eenige leden heb ik van middag gezegd, zich te bepalen
tot het punt, dat aan de orde was. Ik heb ook niet geantwoord
op wat de heer Hoogenboom heeft gezegd. Indertijd hebben
wij de salarisregeling voor den Rector van het Gymnasium
en den Directeur van de Hoogere Burgerschool vastgesteld.
Omdat nu de regeling voor een ambtenaar schijnbaar wat
gunstiger is dan voor een ambtenaar van een geheel andere
categorie, die hier thans niet aan de orde was, kunnen wij die
regeling maar niet in eens gaan veranderen. Ik wil nog
even de aandacht er op vestigen, dat wij van middag een
groot werk hebben verricht, maar daarnaast is door den Raad
nog een ander zeer gewichtig besluit genomen, namelijk de
instelling- van eene arbeidersreserve.
Het is jammer, dat niemand hierover gesproken heeft. Hier
had wel eens op gewezen mogen worden, omdat van zekere
zijde de indruk wordt gewekt, dat de Raad niet in alle op
zichten de belangen van den werkenden stand behartigt.
Nergens dan in Twente en nog een paar plaatsen heeft men
een dergelijke reserve. Hierdoor kan de gemeente groote op
offeringen op zich laden. Vele particulieren hebben zich op mijn
oproep bereid verklaard mede te werken. Na het tafereel, dat
wij vanmiddag hebben bijgewoond, vond ik het noodig hier
eens op te wijzen. Het is eens goed, dat men weet, wat door
den Raad gedaan wordt. Ik weet niet, of men heeft ingezien
het stuk, dat op de Leestafel is gelegd geworden en waarin
men zich zoo ongepast uitdrukt. De grootste onjuistheden
komen er in voor. De gasprijs van 12 cent wordt voorgesteld
als te bedragen 14 cent. Er mag wel eens op worden ge
wezen, dat men ook eens dankbaar moet wezen voor hetgeen
door den Raad voor de arbeiders wordt gedaan.
Niemand meer het woord verlangende, wordt de vergadering
gesloten.
Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.