17
op de Turfmarktsbrug dienst doen, als zoodanig een toelage
resp. van f 0.50 en f 0.25 per week boven hunne wedde
genieten. Deze toelage ontvangen zij ook thans wegens extra-
werk in v verband met het onderhoud der Blauwpoortsbrug
(volgn. 133 der begrooting.)
Staat D.
Met betrekking tot staat D. meenen wij U de navolgende
wijzigingen in overweging te moeten geven:
1°. Onder de rangen zouden wij ook opgenomen wenschen
te zien dien van hulpklerk met een wedde van ƒ400.—, met
4 éénjaarlijksche verhoogingen van 50.alzoo tot een
maximum van ƒ600.De hier bedoelde beambten moeten
ook in aanmerking kunnen komen, om te worden ingedeeld.
Nu eenmaal een algemeene regeling gemaakt wordt, achten
wij geen voldoende reden aanwezig, om hen er buiten te laten.
2°. Het traktement van de hoofdambtenaren moet o. i. be
paald worden op 2500.—ƒ3100.—, d. i. derhalve ƒ100.—
meer, dan in den staat vermeld is.
Eenige van de hier bedoelde hoofdambtenaren, de chefs
van de belangrijkste en grootste afdeelingen der gemeente
secretarie, staan niet alteen in rang boven, doch kunnen de chefs
zijn van hen, die onder de hoofdcommiezen moeten worden
ingedeeld. En nu komt het ons niet goed voor, dat het
maximum-traktement dier hoofdcommiezen nog ƒ100.hoo-
ger zou zijn, dan de aanvangswedde van hun chefs-hoofd
ambtenaren. Ook met het oog op het werk, dat van de
hoofdambtenaren wordt verlangd, is eene bezoldiging van
ƒ2500.ƒ3100.— zeer zeker gewettigd.
3°. De wedde van den Archivaris is in den staat bepaald
op 2900.—3500.waarbij er volgens de toelichting op is
gerekend, dat den Archivaris in zijne instructie de verplich
ting zal worden opgelegd tot het beheeren van het Stedelijk
Museum, de Lakenhal, waarvoor hij thans eene aparte be
zoldiging van ƒ600.— 'sjaars geniet.
Met de Commissie voor de Lakenhal en de Commissie voor
het Oud-Archief achten wij een dergelijke verplichte com
binatie in geenen deele gewenseht, ja zelfs verderfelijk. Voor
beide betrekkingen zijn toch verschillende bekwaamheden
vereischt, die slechts bij uitzondering in één persoon ver-
eenigd zijn. Een en ander is in de desbetreffende rapporten
uitvoerig uiteengezet. Het Directeurschap van de Lakenhal
zal daarom, evenals tot nog toe, als een nevenbetrekking met
eene aparte bezoldiging moeten worden beschouwd.
Uit den aard der zaak moet bij splitsing van de beide functies
de door de commissie »ad hoe" voorgestelde salarisregeling
worden gewijzigd. Een traktement gelijk aan dat der hoofd
ambtenaren, bij aanneming van ons sub 2° besproken voor
stel derhalve van 2500—3100, lijkt ons, gelet op het
advies van de Commissie voor het Oud-Archief, alleszins billijk.
4°. Invoeging van den rang van Hoofdkeurmeester meteen
wedde van 1400 1800 na dien van keurmeester verdient
aanbeveling, aangezien o. a. de ambtenaar, die bij den Ge
meentelijken Keuringsdienst van Eet- en Drinkwaren belast
is met een niet onbelangrijk deel van het analytisch werk
en die ook in bijzonder moeilijke of precaire gevallen moet
kunnen optreden, den rang van hoofdkeurmeester toekomt.
5°. Het traktement van den Keuringsveeartsdie tevens
belast is met de werkzaamheden van gemeente-veearts,
achten wij met de Commissie voor het Openbaar Slachthuis
te laag getaxeerd. Een wedde van 24003000, d.i. ƒ200
hooger, dan de commissie »ad hoe" voorstelt, behoort dezen
titularis te worden toegekend. Van de wedde kan een bedrag
van 500 beschouwd worden de belooning voor het waar
nemen van de werkzaamheden van gemeente-veearts te zijn.
6°. Aangezien het niet de bedoeling is, dat een concierge A
na eenigen diensttijd, zonder verandering van werkkring,
bevorderd wordt tot concierge B en deze rangen derhalve
geheel op zich zelf staan, komt ons het verschil in traktement
tusschen deze beide rangen wel wat groot voor. Bij verhoo
ging van de .wedde van den concierge A tot 700 minimum
met 4 driejaarlijksche verhoogingeh van 75, alzoo tot een
maximum van 1000, kan dit bezwaar worden ondervangen
en de indeeling worden vergemakkelijkt.
7°. De Algemeene Markt- en Havenmeester wordt in den
staat aangeduid als Markt- en Havenmeester. Wij zouden hem
als Directeur Markt- en Havendienst willen aanduiden, welke
benaming wij eenvoudiger vinden, dan die van Directeur van
het Marktwezen en van den Havendienst, waaraan de Com
missie voor het Marktwezen blijkbaar de voorkeur geeft.
8°. Na vergelijking van de voor eenige hoofden van dienst
uitgetrokken wedden, zijn wij, gelet ook op het nader advies
der betrokken commissies van beheer, tot de overtuiging ge
komen, dat eenige wijziging der voorgestelde bedragen alsnog
gewenseht is.
De Directeur van den Keuringsdienst van Eet- en Drinkviaren
zou volgens den staat een bezoldiging ontvangen van 3000
3900. De tegenwoordige titularis is, zooals U bekend is.
bovendien nog krachtens raadsbesluit van 20 Februari 1913
in het genot van eene personeele toelage van f 500 'sjaars.
Bij nader inzien komt ons, met het oog op den omvang van
den keuringsdienst alhier, men denke slechts aan de melk-
keuring, een traktement van 3600—4500, waaronder dan
de personeele toelage begrepen zou moeten zijn, zeker niette
hoog voor. Tegen intrekking der personeele toelage ad ƒ500,
welke toelage ingevolge de bewoordingen van het raadsbesluit
van 20 Februari 1913 feitelijk reeds ophoudt, wanneer het
traktement met ten minste die som mocht worden verhoogd,
bestaat bij den Directeur geen bezwaar.
Het traktement van den Directeur Openbaar Slachthxris wil
de desbetreffende commissie in verband met den omvang van
het bedrijf, het daarbij behoorende zeer omvangrijke ijsbedrijf
en de bijzondere positie, die het Openbaar Slachthuis hier ter
stede dientengevolge inneemt, bepaald zien op ƒ4100—ƒ5000,
daaronder begrepen een bedrag van ƒ100 als vergoeding voor
de veeartsenij kundige behandeling van de paarden van den
Gemeentelijken Reinigingsdienst. Ons College kan zich met dit
voorstel vereenigen.
Ten opzichte van de wedde van den Directeur Stedelijke Fa
brieken van Gas en Electriciteit stellen Commissarissen dier
fabrieken een wijziging voor in dien zin, dat het traktement
zal bedragen ƒ6000 met 3 driejaarlij ksche verhoogingen van
ƒ700, alzoo tot een maximum van ƒ8100. Ons College zou
een middenweg tusschen dit advies en het voorstel der com
missie »ad hoe" .(ƒ6000 met 3 driejaarlij ksche verhoogingen
van ƒ400, alzoo tot een maximum van ƒ7200) willen be
wandelen ,en wij stellen U daarom voor de wedde van den
Directeur der Lichtfabrieken te bepalen op ƒ6500ƒ7700
met 3 driejaarlijke verhoogingen van ƒ400, welke regeling ons,
gelet op den omvang van het bedrijf en de traktementen van
andere hoofdambtenaren voldoende voorkomt.
Verder verdient het aanbeveling het traktement van den
Directeur Gemeentewerken te splitsen, overeenkomstig de be
staande regeling. In diens wedde is namelijk een bedrag van
ƒ500 begrepen voor de hem opgedragen leiding van den
Reinigingsdienst. Aangezien de mogelijkheid niet is uitgesloten,
dat de Directeur van Gemeentewerken te eeniger tijd niet
meer beiast is met die leiding, verdient het de voorkeur de
bezoldiging te bepalen op 4100—5000, benevens ƒ500, zoo
lang hij belast is met de leiding van den Reinigingsdienst.
9°. In den staat, zooals die door de commissie *>ad hoc" is
ingediend, is niet vermeld, dat de wedde van de ambtenaren
ter secretarie, die tevens ambtenaar van den Burgerlijken
Stand zijn, verminderd wordt met het bedrag der wedde, door
hen als ambtenaar van den Burgerlijken Stand genoten. Eene
aanvulling in dien geest wordt U daarom door ons alsnog in
overweging gegeven.
III. Speciale opmerkingen.
Zooals uit het rapport der commissie »ad hoe" blijkt, heeft
zij de regeling van de wedden van eenige hoofden van dienst,
wier regeling door de wet aan den Raad is onttrokken
niet in haar voorstel opgenomen. Evenmin heeft zij de neven
betrekkingen in haar onderzoek betrokken.
Wij achten dit standpunt juist. De salarisregeling der hier
bedoelde ambtenaren zal na de vaststelling van de algeheele
regeling onder oogen moeten worden gezien.
Aan de personeele toelagen moet o. i. niet worden
getornd, tenzij de intrekking met toestemming van den be
trokken ambtenaar plaats heeft, of uit de bewoordingen van
het besluit, waarbij de toekenning heeft plaats gehad, volgt,
dat de toelage bij verhooging van wedde vervalt. Evenzoo
blijven de persoonlijke emolwmenten in den vorm van wacht
gelden, in het genot waarvan o. a. een der boden en de concierge
ten Raadhuize zijn, bestaan.
Met betrekking tot het genot van vrij wonen, vuur en licht
wordt door ons het standpunt ingenomen, dat de ambtenaren,
die thans in het genot daarvan zijn, deze emolumenten behoo-
ren te behouden. Het ook in de toekomst handhaven van
deze emolumenten lijkt ons ten opzichte van concierges en
eenige andere ambtenaren verstandig en zonder bezwaar, aan
gezien ingevolge artikel 4 der verordening het bedrag, waarop ze
worden gewaardeerd, toch van de vastgestelde wedde moet
worden afgetrokken. Voorzoover tegen afschaffing geen beden
king bestaat, kan daartoe bij vacatures worden overgegaan.
Verder kunnen wij U in verband met de in het rapport
op bldz. 29 voorkomende passage, waarbij de commissie »ad
hoe" de wenschelijkheid uitspreekt, dat de gemeente hare
comptabele ambtenaren ontheft van de verplichting tot zeker
heidsstelling en zich rechtstreeks tegen de financieele tekort
komingen dier ambtenaren verzekert, mededeelen, dat deze
aangelegenheid door ons College zal worden overwogen.
Tenslotte nog een enkel woord over de aan het rapport
als bijlage B toegevoegde nota van de heeren Aalberse en
Briët.
Wij kunnen U niet aanraden tot invoering van den in die
nota aangeprezen kindertoeslag te besluiten. De bezwaren
daartegen worden in het rapport der commissie »ad hoe"